Besluit van 6 december 2017, houdende wijziging van het Besluit langdurige zorg en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 voor een tijdige facturering van de bijdrage in de kosten van zorg of maatschappelijke ondersteuning, een verruiming van de gemeentelijke beleidsruimte bij het opleggen van de bijdrage voor een cliënt, het delegeren van regels over zorgovereenkomsten, een grondslag voor het stellen van regels over het berekenen van de urennorm voor de verlaagde eigen bijdrage voor een modulair pakket thuis en enkele redactionele verduidelijkingen

Besluit van 6 december 2017, houdende wijziging van het Besluit langdurige zorg en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 voor een tijdige facturering van de bijdrage in de kosten van zorg of maatschappelijke ondersteuning, een verruiming van de gemeentelijke beleidsruimte bij het opleggen van de bijdrage voor een cliënt, het delegeren van regels over zorgovereenkomsten, een grondslag voor het stellen van regels over het berekenen van de urennorm voor de verlaagde eigen bijdrage voor een modulair pakket thuis en enkele redactionele verduidelijkingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 september 2017, kenmerk 1224768-167305-WJZ; Gelet op de artikelen 3.3.3, eerste lid, en 3.2.5, eerste lid, van de Wet langdurige zorg en artikel 2.1.4, vierde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 18 oktober 2017, no. W13.17.0294/III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 4 december 2017, kenmerk 1224761-167305-WJZ; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit langdurige zorg wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 3.1.3, tweede lid, wordt «twee» vervangen door: drie.BIn artikel 3.1.4, tweede lid, onderdeel a, wordt de punt vervangen door: , en.CArtikel 3.3.1.3, vierde lid, komt te luiden:4. Het CAK maakt voor de vaststelling van de eigen bijdrage gebruik van: a. het inkomensgegeven, bedoeld in artikel 21, onderdeel e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, en van andere door de inspecteur, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, verstrekte gegevens; b. gegevens van het zorgkantoor over het verstrekken van zorg als bedoeld bij of krachtens de wet aan een verzekerde. DArtikel 3.3.1.5 komt te luiden:

Artikel 3.3.1.5
  1. De eigen bijdrage wordt onmiddellijk vastgesteld nadat het CAK ervan in kennis is gesteld dat voor de verzekerde zorg als bedoeld bij of krachtens de wet wordt verleend. 2. De eigen bijdrage is verschuldigd met ingang van de maand waarin de verzekerde zorg is verleend doch ten hoogste over de 36 maanden die voorafgaan aan de maand waarin het besluit, waarmee de eigen bijdrage is vastgesteld, aan de verzekerde is verzonden. EArtikel 3.3.1.6 komt te luiden:

Artikel 3.3.1.6
  1. De eigen bijdrage wordt onmiddellijk herzien na het tijdstip waarop het CAK in kennis is gesteld van de omstandigheid die aanleiding geeft tot de wijziging. 2. De eigen bijdrage is verschuldigd of wordt gerestitueerd over ten hoogste 36 maanden voor de maand waarin het besluit, waarmee de bijdrage is herzien, aan de verzekerde is verzonden. 3. De herziene eigen bijdrage wordt voor zover mogelijk verrekend met de eerder vastgestelde bijdrage. 4. Voor zover de bevoegdheid tot herziening van de eigen bijdrage over een maand is vervallen op grond van het tweede lid wordt de over die maand eerder vastgestelde eigen bijdrage van rechtswege definitief. FArtikel 3.3.1.7 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «, 3.3.2.4, tweede en vierde lid, 3.3.3.1, eerste lid en tweede lid, voor zover het betreft de in dat lid genoemde bedragen per bijdrageperiode, en 3.3.3.2, tweede en vierde lid,» vervangen door: en 3.3.2.4, eerste, tweede en vierde lid,. 2. Het derde lid komt te luiden: 3. Bij ministeriële regeling, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden de bedragen voor de toepassing van de artikelen 3.3.2.3, eerste lid, onderdeel b, tweede en vierde lid, 3.3.2.4, tweede en vierde lid, artikel 3.3.2.5, eerste en tweede lid, en 3.3.2.6, eerste lid, afzonderlijk vastgesteld voor zowel het peiljaar als het lopende kalenderjaar voor de toepassing. GAan artikel 3.3.2.2 wordt een lid toegevoegd, luidende:10. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de verschillende tijdsaanduidingen die per zorgvorm worden gehanteerd en de wijze waarop die meetellen voor de berekening van de urengrens, bedoeld in het vijfde en zesde lid. HArtikel 3.6.4 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «persoongebonden budget» vervangen door «persoonsgebonden budget» en vervalt de volzin: Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de overeenkomst overeenstemt met een daarvoor door de Sociale verzekeringsbank vast te stellen model. 2. Het derde lid komt te luiden: 3. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid. 3. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid. IIn artikel 3.6.5, derde lid, onder 2°, vervalt de zinsnede: waaraan een geldige beschikking als bedoeld in artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 is afgegeven. JIn artikel 3.6.6, eerste lid, onderdeel b, wordt «is goedgekeurd door het zorgkantoor en de Sociale verzekeringsbank» vervangen door: voldoet aan de bij ministeriële regeling gestelde regels en voorwaarden als bedoeld in artikel 3.6.4, derde lid.

ARTIKEL II

Het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 3.3 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «de bijdrage» vervangen door: de bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede tot en met vierde lid,. 2. Het vierde lid komt te luiden: 4. Het CAK of de instantie, bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid, van de wet, maakt, indien van toepassing, voor de vaststelling van de bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede tot en met vierde lid, en het bedrag, bedoeld in artikel 3.4a, gebruik van: a. het inkomensgegeven, bedoeld in artikel 21, onderdeel e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van andere door de inspecteur, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, verstrekte gegevens; b. gegevens van het college over de verstrekte maatwerkvoorziening of het persoonsgebonden budget. 3. Na het vierde lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. Ten behoeve van de vaststelling van de bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, levert het college van de gemeente, waarvan de cliënt ingezetene is, de gegevens, bedoeld in het vierde lid, onderdeel b, onmiddellijk doch uiterlijk binnen vier weken na afloop van de bijdrageperiode waarin de ondersteuning geleverd is, bij het CAK aan, tenzij dienaangaande reeds binnen die termijn toepassing is gegeven aan artikel 5.2.2, aanhef, onderdeel b, van de wet. BNa artikel 3.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.4

a.

  1. De hoogte van de maximale bijdrage per bijdrageperiode welke op grond van artikel 3.8, eerste lid, verschuldigd is, wordt onmiddellijk vastgesteld door het CAK nadat de gegevens, bedoeld in artikel 3.3, vierde lid, onderdelen a en b, voor zover het de inkomensgegevens en een kennisgeving dat een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget is verstrekt, betreft, door het CAK zijn ontvangen. 2. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, wordt herzien na het tijdstip waarop het CAK in kennis is gesteld van de omstandigheid die aanleiding geeft tot de wijziging. 3. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, wordt opnieuw vastgesteld voor elke nieuwe reeks van dertien bijdrageperioden als bedoeld in artikel 3.8, derde lid. CArtikel 3.5 komt te luiden:

Artikel 3.5
  1. De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, per bijdrageperiode als bedoeld in artikel 3.8, derde lid, wordt onmiddellijk vastgesteld door het CAK nadat de gegevens, bedoeld in artikel 3.3, vierde lid, onderdelen a en b, door het CAK zijn ontvangen. 2. De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, derde lid, wordt onmiddellijk vastgesteld nadat de gegevens, bedoeld in artikel 3.3, vierde lid, onderdelen a en b, voor zover het de inkomensgegevens en een kennisgeving dat een maatwerkvoorziening is verstrekt betreft, door het CAK zijn ontvangen. 3. De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, vierde lid, wordt onmiddellijk vastgesteld nadat de gegevens, bedoeld in artikel 3.3, vierde lid, onderdelen a en b, voor zover het de inkomensgegevens en een kennisgeving dat een maatwerkvoorziening is verstrekt betreft, door de instantie, bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid, van de wet, zijn ontvangen. 4. De bijdrage, bedoeld in het eerste lid, is verschuldigd met ingang van de bijdrageperiode waarin de maatwerkvoorziening of het persoonsgebonden budget is verstrekt doch ten hoogste over de 39 bijdrageperioden die voorafgaan aan de bijdrageperiode waarin het besluit, waarmee de bijdrage is vastgesteld, aan de cliënt is verzonden. 5. De bijdrage, bedoeld in het tweede lid, is verschuldigd met ingang van de maand waarin de maatwerkvoorziening is verstrekt doch ten hoogste over de 36 maanden die voorafgaan aan de maand waarin het besluit, waarmee de bijdrage is vastgesteld, aan de cliënt is verzonden. 6. De bijdrage, bedoeld in het derde lid, is verschuldigd met ingang van de bijdrageperiode waarin de maatwerkvoorziening is verstrekt doch ten hoogste over de 39 bijdrageperioden die voorafgaan aan de bijdrageperiode waarin het besluit, waarmee de bijdrage is vastgesteld, aan de cliënt is verzonden. 7. Het CAK ziet toe op het niet overschrijden van de kostprijs, bedoeld in artikel 2.1.4, derde lid, van de wet, bij het vaststellen van de bijdrage, bedoeld in het eerste lid, aan de hand van de totale kostprijs, de kosten per bijdrageperiode of het aantal van de bijdrageperioden zoals door het college aangegeven. Als het college de kosten per bijdrageperiode of het aantal bijdrageperiode doorgeeft, berekent het CAK de kostprijs per bijdrageperiode. DArtikel 3.6 komt te luiden:

Artikel 3.6
  1. De bijdrage wordt onmiddellijk herzien na het tijdstip waarop het CAK of een andere instantie als bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid, van de wet in kennis is gesteld van de

omstandigheid die aanleiding geeft tot de wijziging.2. De bijdrage is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT