Besluit van 9 juni 2023 tot wijziging van het Besluit Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen en enkele andere wijzigingen

Besluit van 9 juni 2023 tot wijziging van het Besluit Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen en enkele andere wijzigingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 22 maart 2021, nr. WJZ/21072499, gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; Gelet op de artikelen 2, derde lid, onderdeel c, 13a, tweede lid, 13e, derde lid, 13g, achtste lid, 13h en 13j, derde en twaalfde lid, van de Tijdelijke wet Groningen; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 26 mei 2021, nr. W18.21.0098/IV);Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 6 juni 2023, nr. WJZ/27195451; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Tijdelijke wet Groningen wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1 wordt als volgt gewijzigd:1. De opsommingstekens voor de bestaande begripsbepalingen vervallen. 2. De begripsbepaling Instituut vervalt. 3. In de alfabetische volgorde worden de volgende begripsbepalingen ingevoegd: inrichting:

inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; NPR:

door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven Nederlandse Praktijkrichtlijn;typologie:

bij ministeriële regeling vastgestelde verzameling gebouwen met dusdanig vergelijkbare constructieve kenmerken dat hun gedrag bij en weerstand tegen aardbevingen zich op een vergelijkbare wijze laat beschrijven. BNa paragraaf 1a wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 1b. Overlastvergoeding

Artikel 1

c.

De vergoeding voor overlast, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel c, van de wet wordt vastgesteld op een bedrag van ten hoogste € 1.000,–. CArtikel 6, eerste lid, komt te luiden:1. Aan de voorzitter en de leden wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij het maximum van de salarisschaal bij een arbeidsduur van gemiddeld 36 uren per week gelijk is aan het maximum van salarisschaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren. DNa paragraaf 3 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3a. Versterking van gebouwen in de provincie Groningen

Artikel 10

a.

  1. Hoofdstuk 5, met uitzondering van artikel 13ba, van de wet is niet van toepassing op: a. in bijlage 4 opgenomen scholen; b. in bijlage 5 opgenomen zorggebouwen; c. gebouwen die functioneel verbonden zijn met installaties van bedrijven die de volgende inrichtingen oprichten of in werking hebben: 1°. inrichtingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, b, d, e, g of h, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen; 2°. inrichtingen met een installatie als bedoeld in bijlage I bij de Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PbEU 2010, L 334); 3°. inrichtingen waarop hoofdstuk 2, afdeling 2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit van toepassing is; 4°. inrichtingen die gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 12.11, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 1°, van de Wet milieubeheer opslaan waarvoor het risico op ongevallen op grond van het bepaalde bij of krachtens artikel 45 van de Wet veiligheidsregio’s op de in dat artikel bedoelde risicokaart wordt vermeld; d. nieuw te bouwen gebouwen, waaronder begrepen een zelfstandige uitbouw of aanbouw van een bestaand gebouw, anders dan nieuw te bouwen gebouwen die dienen ter vervanging van gebouwen die zijn opgenomen in de versterkingsoperatie; e. gebouwen behorend tot batch 1.588 als bedoeld in artikel 15a, eerste lid, van de wet. 2. Hoofdstuk 5, met uitzondering van de artikelen 13ba en 13n, van de wet is niet van toepassing op gebouwen behorend tot Zandplatenbuurt Zuid te Delfzijl.

Artikel 10

b.

  1. Bij de vaststelling van de risicoprofielen van gebouwen, bedoeld in artikel 13e, eerste lid, van de wet, hanteert Onze Minister de volgende categorieën risicoprofielen: a. gebouw met een normaal risico: gebouw met een verwachtingswaarde die aangeeft dat het gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet, en waarvan de berekeningen aangeven dat het gebouw in meer dan 90% van de gevallen aan de veiligheidsnorm voldoet; b. gebouw met een licht verhoogd risico: gebouw met een verwachtingswaarde die aangeeft dat het gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet, en waarvan de berekeningen aangeven dat het gebouw in minder dan 90% van de gevallen aan de veiligheidsnorm voldoet; c. gebouw met een verhoogd risico: gebouw met een verwachtingswaarde die aangeeft dat het gebouw niet aan de veiligheidsnorm voldoet. 2. Het vaststellen van een risicoprofiel van een gebouw vindt plaats door Onze Minister met gebruikmaking van een analyse van de verwachte bodembeweging op regioniveau en een analyse van de risico’s van de verwachte bodembeweging voor omwonenden of gebouwen, die door een op grond van artikel 123, tweede lid, van de Mijnbouwwet aangewezen instelling zijn uitgevoerd. 3. Indien de aard, locatie of staat van het gebouw daar aanleiding toe geeft, stelt Onze Minister het risicoprofiel van dat gebouw dat voortvloeit uit de analyses, bedoeld in het tweede lid, bij op basis van kennis van en ervaring met gelijksoortige gebouwen. Deze bijstelling kan er niet toe leiden dat een gebouw een lager risicoprofiel krijgt dan deze zou krijgen op basis van de uitkomsten van de analyses, bedoeld in het tweede lid. 4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de bijstelling, bedoeld in het derde lid.

Artikel 10

c.

  1. De meerjarige planning voor het opnemen en beoordelen van gebouwen, bedoeld in artikel 13g, tweede lid, onderdeel b, van de wet, wordt bepaald op basis van de overeenkomstig artikel 10b vastgestelde risicoprofielen. 2. In de meerjarige planning krijgen gebouwen met een verhoogd risico voorrang op gebouwen met een licht verhoogd risico. 3. In afwijking van het tweede lid kunnen gebouwen met een licht verhoogd risico voorrang krijgen op gebouwen met een verhoogd risico indien dit geen onredelijke vertraging oplevert voor de versterking van gebouwen met een verhoogd risico, en dit: a. de snelheid van de uitvoering van de meerjarige planning ten goede komt; of b. het draagvlak voor de versterking ten goede komt. 4. Onder de voorwaarden, genoemd in het derde lid, kunnen ook gebouwen met een normaal risico worden opgenomen in de meerjarige planning en kan aan die gebouwen voorrang worden gegeven.

Artikel 10

d.

In het kader van zijn advies over het ontwerp van het programma van aanpak, bedoeld in artikel 13g, derde lid, onderdeel a, van de wet, beoordeelt de inspecteur-generaal der mijnen, met inachtneming van de veiligheid van de versterkingsoperatie, of het programma: a. voldoende gericht is op het zo snel mogelijk realiseren van de versterkingsopgave; en b. voldoet aan artikel 10c, tweede, derde of vierde lid.

Artikel 10

e.

  1. Een verzoek om te onderzoeken of een gebouw mogelijk versterking behoeft als bedoeld in artikel 13g, zesde lid, van de wet, kan worden ingediend door de eigenaar van een gebouw dat niet is opgenomen in een programma van aanpak als bedoeld in artikel 13g, eerste lid, van de wet. 2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt ingediend met gebruikmaking van een door Onze Minister beschikbaar gesteld formulier. 3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over het aantal verzoeken per jaar dat Onze Minister ten hoogste in behandeling neemt.

Artikel 10

f.

  1. De vaststelling of een gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet vindt plaats: a. door het gebouw toe te delen aan een typologie en te beoordelen aan de hand van de typologie, de locatie, de ontwerpdatum en afmetingen van het gebouw en volgens de NPR 9998; b. door het gebouw toe te delen aan een typologie en te beoordelen aan de hand van de typologie en de locatie; of c. indien een toedeling als bedoeld in onderdeel a of b niet mogelijk is, aan de hand van een individuele beoordeling volgens de NPR 9998. 2. De bepaling welk soort maatregelen nodig is voor een aan een typologie toegedeeld gebouw waarvoor aan de hand van de typologie, de locatie, de ontwerpdatum en afmetingen van het gebouw en volgens de NPR 9998 is vastgesteld dat het niet aan de veiligheidsnorm voldoet, vindt plaats volgens de NPR 9998. 3. De bepaling welk soort maatregelen nodig is indien een aan een typologie toebedeeld gebouw waarvoor aan de hand van de typologie en de locatie is vastgesteld dat het niet aan de veiligheidsnorm voldoet, vindt plaats volgens de NPR 9998 aan de hand van de typologie en de locatie. 4. De bepaling welk soort maatregelen nodig is indien een individueel beoordeeld gebouw niet aan de veiligheidsnorm voldoet, vindt plaats volgens de NPR 9998. 5. Bij ministeriële regeling wordt aangewezen welke versie van de NPR 9998 wordt gehanteerd en worden nadere regels gesteld over: a. de toedeling en de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b; b. de individuele beoordeling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c; c. de bepaling welke soort maatregelen nodig is, bedoeld in het tweede, derde en vierde lid. 6. Bij de vaststelling of het gebouw voldoet aan de veiligheidsnorm, bedoeld in het eerste lid, en de bepaling welke soort maatregelen nodig is indien is vastgesteld dat het gebouw niet voldoet, bedoeld in het tweede, derde en vierde lid, vindt een opname op locatie plaats.

Artikel 10

g.

  1. De aanspraak van de eigenaar, bedoeld in artikel 13j, eerste lid, onderdeel b, van de wet, bestaat voor zover van toepassing uit: a. en aanspraak op de gehele of gedeeltelijke uitvoering door Onze Minister van de werkzaamheden ter uitvoering van de versterkingsmaatregelen; b. een budget voor het in eigen beheer door de eigenaar uitvoeren van de werkzaamheden ter...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT