Besluit van 2 december 1997 tot wijziging van het Besluit personenvervoer en het Besluit Infrastructuurfonds in verband met onder andere de decentralisatie van bevoegdheden inzake het openbaar vervoer en een wijziging in de berekening van de financiële bijdrage voor exploitatie van openbaar vervoer

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1997

631

Besluit van 2 december 1997 tot wijziging van het Besluit personenvervoer en het Besluit Infrastructuurfonds in verband met onder andere de decentralisatie van bevoegdheden inzake het openbaar vervoer en een wijziging in de berekening van de financiële bijdrage voor exploitatie van openbaar vervoer

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 19 juli 1996, nr. WJZ/V-623145, Directoraat-Generaal voor het Vervoer;

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, 23, 44 en 69 van de Wet personenvervoer;

Gezien het rapport van het Overlegorgaan Personenvervoer van 4 juli 1996, nr. OPV-80/96;

De Raad van State gehoord (advies van 30 oktober 1996, nr. WO9.96.0321);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 21 november 1997, nr. DGP/W72/V-724667, Directoraat-Generaal Personenvervoer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit personenvervoer1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5

b komt te luiden:

Artikel 5

b.

Op een vorm van voor een ieder openstaand personenvervoer per auto niet volgens een dienstregeling, welk vervoer wordt verricht: a. op afroep van reizigers die dat vervoer vóór een bepaalde tijd hebben besteld, b. in de plaats van of in aanvulling op een bestaande openbaar vervoervoorziening, c. door een vervoerder die in het bezit is van een vergunning voor

Staatsblad 1997 631 1

taxivervoer, en die dit vervoer verricht op grond van een schriftelijke overeenkomst gesloten met een provincie, een regionaal openbaar lichaam of, voorzover deze een financiële bijdrage ontvangt voor exploitatie van openbaar vervoer met een gemeenschappelijke regeling ingesteld openbaar lichaam of met een gemeente, zijn van overeenkomstige toepassing de artikelen:

  1. 27, zesde lid, 30, 31, 32, 33, 35, 36, 39, 40, 42, 43, 45, 46, 47, 59, 60, 61, 62, 63, 63a, 80 tot en met 84a, 86, 88, 89, 90, 91 en 92 van de wet, en

  2. de artikelen 45, vierde lid, 50, derde en vierde lid, 51, 53, 54, eerste en derde lid, 55, aanhef en onder b, 56, eerste en tweede lid, 58, 59, eerste, tweede en derde lid, 60, 61, met uitzondering van het eerste lid en onder j en k, 62, 63, 68, 70, 71, 72, 73, eerste lid, 74, onderdeel c, 77, eerste lid, 79, 80, 81 met uitzondering van het eerste lid en onder a en b en het tweede lid en onder a en b, 82, 83, 84, 156, 157, 158, tweede lid, 159, 160 en 167 van dit besluit.

B

Artikel 7

wordt gewijzigd als volgt:

  1. Voor de tekst wordt het cijfer «1.» geplaatst, en wordt «interlokaal openbaar vervoer» vervangen door: openbaar vervoer per trein. 2. Een tweede lid wordt toegevoegd, luidende:

  2. Aanvragen om verlening, wijziging of intrekking van een vergunning voor interlokaal openbaar vervoer anders dan per trein, worden ingediend bij gedeputeerde staten van de provincie waarbinnen dit vervoer wordt of zal worden verricht.

C

In de artikelen 10, 11, 16, 18, 20, tweede lid, 21, 22, 28, tweede en derde lid, 31, 34, 37, 38, 39, eerste en derde lid, 40, tweede lid, 42 en 157, tweede lid, wordt «orgaan» telkens vervangen door: bestuursorgaan.

D

In artikel 13 wordt de zinsnede «ingevolge de artikelen 21, 24, 25 en 63 van de wet is overgedragen dan wel ingevolge artikel 63a van de wet is toegekend» vervangen door: ingevolge de artikelen 25, 63 en 63a van de wet is overgedragen dan wel is toegekend.

E

In artikel 21 wordt na «16,» ingevoegd: 16a,.

F

In het opschrift van Hoofdstuk 5 vervalt «of goedkeuring».

G

In het eerste en het tweede lid van artikel 30 vervallen telkens de woorden «vastgestelde of goedgekeurde».

H

In artikel 31 vervallen de woorden «of goedkeuring».

Staatsblad 1997 631 2

I

J

Artikel 37

wordt gewijzigd als volgt:

  1. Het tweede lid vervalt benevens het cijfer «1.» voor het eerste lid.

  2. In de aanhef vervalt «of goedkeurt».

  3. In onderdeel d vervalt de zinsnede «, met, voor zover van toepassing, inachtneming van de vast te stellen regels als bedoeld in artikel 32».

  4. Onderdeel f vervalt.

  5. In onderdeel g wordt «artikel 14, tweede lid,» vervangen door: de artikelen 14, tweede lid, en 19, tweede lid,.

  6. In onderdeel h vervalt «of goedkeuring».

K

Artikel 38

wordt gewijzigd als volgt:

  1. In de aanhef van het eerste lid vervallen de woorden «of goedkeurt» en «of goedkeuring».

  2. In het tweede lid vervalt de zinsnede «dan wel goedkeuring te onthouden aan het geheel of een gedeelte van het door de vervoerder voorgelegde voorstel».

L

Artikel 39

wordt gewijzigd als volgt:

  1. In het eerste lid vervallen de woorden «of goedkeurt», en «of goedkeuring», en worden de woorden «vier weken» vervangen door: twee weken.

  2. Het derde lid vervalt.

M

In het tweede lid van artikel 40 vervalt «of goedkeurt».

N

In het eerste lid van artikel 41 vervalt «of goedgekeurde».

O

De artikelen 43 en 44 vervallen.

P

Artikel 45

wordt gewijzigd als volgt:

Staatsblad 1997 631 3

De artikelen 32, 33, 35 en 36 vervallen.

  1. In het eerste lid worden de woorden «burgemeester en wethouders of een vervoerder» vervangen door: een bestuursorgaan, en wordt de zinsnede «aan de gemeente of de vervoerder, dan wel aan een andere gemeente of vervoerder» vervangen door: aan een bestuursorgaan.

  2. In het tweede lid, onderdeel c, worden de woorden «burgemeester en wethouders van een gemeente» vervangen door: een bestuursorgaan.

  3. In de eerste volzin van het derde lid worden de woorden «de vervoerder die dit vervoer verricht» vervangen door: het bestuursorgaan dat in het desbetreffende gebied bevoegd is de dienstregeling vast te stellen.

  4. De tweede volzin van het derde lid wordt vervangen door: Het bestuursorgaan ontvangt voor een hieruit voor hem voortvloeiend nadeel een vergoeding van het bestuursorgaan dat in eerste instantie goedkeuring van een afwijkend tarief verkreeg.

  5. In het vierde lid worden de woorden «Burgemeester en wethouders of een vervoerder stellen» vervangen door: Het bestuursorgaan stelt.

Q

Artikel 46

vervalt.

R

Artikel 47

wordt gewijzigd als volgt:

  1. In het eerste lid worden de woorden «burgemeester en wethouders of een vervoerder» vervangen door: een bestuursorgaan.

  2. In het tweede lid worden de woorden «Burgemeester en wethouders of de vervoerder stellen» vervangen door: Het bestuursorgaan stelt.

S

Artikel 48

vervalt.

T

Hoofdstuk 7 wordt vervangen door:

HOOFDSTUK 7 RIJKSBIJDRAGE VOOR EXPLOITATIE VAN OPENBAAR VERVOER

§ 1. Definities

Artikel 68

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder overheden: de gemeenten, regionale openbare lichamen en provincies die op grond van de artikelen 39, 40 en 42 van de wet voor een financiële bijdrage voor de exploitatie van openbaar vervoer in aanmerking komen.

Staatsblad 1997 631 4

§ 2. Aanvragen inzake financiële bijdrage

Artikel 69

Aanvragen om verlening, wijziging of beëindiging van een financiële bijdrage voor exploitatie van openbaar vervoer worden ingediend bij Onze Minister.

Artikel 70

Onze Minister beslist binnen zes maanden op de aanvraag om verlening, wijziging of beëindiging van een financiële bijdrage voor exploitatie van openbaar vervoer.

§ 3. Grondslag en vaststelling van de financiële bijdrage

Artikel 71
  1. Voor het vaststellen van het gebruik van openbaar vervoer als bedoeld in artikel 43 van de wet gaat Onze Minister uit van de verkoop van geldige vervoerbewijzen tegen een door Onze Minister of het bevoegde bestuursorgaan vastgesteld of goedgekeurd tarief. 2. Onze Minister geeft na overleg met vertegenwoordigers van overheden de wijze aan waarop de verkoop, bedoeld in het eerste lid, wordt omgerekend naar het gebruik van openbaar vervoer uitgedrukt in reizigerskilometers of opbrengsten per overheid. Bij de omrekening wordt uitgegaan van de resultaten van onderzoek.

Artikel 72

De financiële bijdrage voor exploitatie van openbaar vervoer aan een overheid wordt voorafgaande aan het jaar waarop de financiële bijdrage betrekking heeft, vastgesteld door op het bedrag van het op grond van artikel 73, eerste lid, vastgestelde normatieve kostenniveau van exploitatie van openbaar vervoer, het bedrag van de op grond van artikel 77, eerste lid, vastgestelde taakstellende vervoeropbrengsten in mindering te brengen.

§ 4. Vaststelling van het normatieve kostenniveau van exploitatie van openbaar vervoer

Artikel 73
  1. Met het oog op de berekening van een financiële bijdrage voor exploitatie van openbaar vervoer per overheid stelt Onze Minister bij ministeriële regeling jaarlijks het normatieve kostenniveau van exploitatie van openbaar vervoer vast. 2. Het normatieve kostenniveau van exploitatie van openbaar vervoer wordt berekend door een rekenfactor te vermenigvuldigen met het overeenkomstig artikel 71, tweede lid, uitgedrukte gebruik. 3. De rekenfactor, bedoeld in het tweede lid, wordt verkregen door het bedrag aan jaarlijks beschikbare middelen voor de exploitatie van openbaar vervoer zoals afgeleid uit het hoofdstuk van Verkeer en Waterstaat op de rijksbegroting, vermeerderd met de totale, overeenkomstig de artikelen 77 en 78 berekende taakstellende vervoeropbrengsten te delen door het totale, overeenkomstig artikel 71 berekende gebruik van het openbaar vervoer.

Staatsblad 1997 631 5

Artikel 74

Onze Minister kan na overleg met vertegenwoordigers van overheden bij het berekenen van het normatieve kostenniveau tevens rekening houden met: a. demografische en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT