Wet van 28 oktober 2010 tot wijziging van de Wet giraal effectenverkeer houdende uitbreiding van de bescherming aan cliënten van intermediairs inzake financiële instrumenten en het bewerkstelligen van een verdergaande vorm van dematerialisatie van effecten

Wet van 28 oktober 2010 tot wijziging van de Wet giraal effectenverkeer houdende uitbreiding van de bescherming aan cliënten van intermediairs inzake financiële instrumenten en het bewerkstelligen van een verdergaande vorm van dematerialisatie van effecten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wens tot het uitbreiden van de goederenrechtelijke bescherming van de Wet giraal effectenverkeer tot niet bij het centraal instituut aangesloten intermediairs en niet door het centraal instituut toegelaten effecten en het bewerkstelligen van een verdergaande vorm van dematerialisatie van effecten dan thans is voorzien nopen tot aanpassing van de Wet giraal effectenverkeer; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet giraal effectenverkeer wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: aangesloten instelling:

rechtspersoon die als zodanig door het centraal instituut is toegelaten; centraal instituut:

als zodanig door Onze Minister aangewezen rechtspersoon; effect:

financieel instrument als bedoeld in onderdeel a, b of c van de definitie van financieel instrument in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht en een ander financieel instrument waarvan het centraal instituut heeft bepaald dat het tot een girodepot kan behoren; intermediair:

aangesloten instelling, beleggingsonderneming of bank in de zin van artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht waaraan het op grond van die wet is toegestaan beleggingsdiensten te verlenen respectievelijk het bedrijf van bank uit te oefenen en die in Nederland ten name van cliënten rekeningen in effecten administreert; Onze Minister:

Onze Minister van Financiën; verzamelbewijs:

document waarin effecten aan toonder van één soort zijn belichaamd die tot een verzameldepot of een girodepot behoren.BArtikel 2 wordt als volgt gewijzigd:1. Onder vernummering van het vijfde lid tot zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: 5. De toezichthouder brengt de kosten van de werkzaamheden die hij verricht in verband met de uitvoering van zijn taak op grond van deze wet in rekening bij het centraal instituut. De kosten worden gebaseerd op de begroting. Artikel 1:30 van de Wet op het financieel toezicht is van overeenkomstige toepassing. 2. In het zesde lid (nieuw), wordt «schriftelijke goedkeuring» vervangen door: instemming. CDe tweede volzin van artikel 4 komt te luiden: Deze regels behoeven de instemming van Onze Minister waarna het centraal instituut van deze regels mededeling doet in de Staatscourant. DArtikel 5 vervalt.DaArtikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

Indien een vergunning van een beleggingsonderneming als bedoeld in de definitie van intermediair is ingetrokken geldt deze wet alsof de beleggingsonderneming nog intermediair in de zin van deze wet is voor zover dit nodig is voor de afwikkeling van de verzameldepots die op het tijdstip van de intrekking reeds bestonden. EArtikel 8 komt te luiden:

Artikel 8
  1. Effecten aan toonder behoren per soort slechts tot een verzameldepot of een girodepot indien zij: a. door middel van een verzamelbewijs in bewaring worden gegeven bij een intermediair onderscheidenlijk het centraal instituut; of b. ten name van een intermediair worden bewaard door een instelling in het buitenland waaraan het op grond van het op die instelling van toepassing zijnde recht is toegestaan ten name van cliënten rekeningen in effecten te administreren onderscheidenlijk ten name van het centraal instituut worden bewaard door een zodanige instelling in het buitenland. 2. In afwijking van het eerste lid behoren effecten aan toonder die anders dan door middel van een verzamelbewijs in bewaring worden gegeven bij een intermediair eveneens tot een verzameldepot uiterlijk tot 1 januari 2013. 3. In afwijking van de voorgaande leden zullen indien een buitenlands recht van toepassing is op effecten die behoren tot een verzameldepot niet voorziet in de mogelijkheid van omzetting, de effecten blijven behoren tot het desbetreffende verzameldepot. FArtikel 8a wordt als volgt gewijzigd:1. De zinsnede «waarvan de overdraagbaarheid» wordt vervangen door: voor de levering waarvan een notariële akte is voorgeschreven en waarvan tevens de overdraagbaarheid. 2. Na «gereglementeerde markt» wordt ingevoegd: of een multilaterale handelsfaciliteit als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht. GNa artikel 8a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8

b.

Indien effecten op naam zijn geleverd aan een intermediair of aan het centraal instituut, kan in het desbetreffende register van de uitgevende instelling, de naam en het adres van de intermediair onderscheidenlijk het centraal instituut worden opgenomen, met vermelding van de datum waarop die aandelen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT