Besluit van 29 september 2000 tot schorsing van het besluit van burgemeester en wethouders van Valkenswaard van 14 juni 2000 tot verlening van bouwvergunning

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2000

441

Besluit van 29 september 2000 tot schorsing van het besluit van burgemeester en wethouders van Valkenswaard van 14 juni 2000 tot verlening van bouwvergunning

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 september 2000, no. MJZ2000113208, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Algemeen Juridische en Bestuurlijke Zaken, in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Overwegingen

Bij besluit van 14 juni 2000, nr. 99318, hebben burgemeester en wethouders van Valkenswaard bouwvergunning verleend voor een woonhuis met een inhoud van 1363 m3 op het terrein plaatselijk bekend als Keersop 11.

Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan «Uitbreidingsplan in hoofdzaken» is de bestemming van dit perceel «Agrarisch gebruik II», waar alleen woningen en andere gebouwen uitsluitend ten behoeve van een agrarisch bedrijf zijn toegestaan.

Uit de stukken blijkt dat burgemeester en wethouders de bouwver-gunning hebben verleend op grond van de «overgangsbepalingen» van het bestemmingsplan. Daarmee wordt kennelijk gedoeld op de onder «Slotbepalingen» opgenomen zgn. calamiteitenbepaling, in verband met het feit dat de op het perceel staande agrarische bebouwing in 1994 door brand is verwoest en op dat moment voor andere doeleinden, waaronder kleine niet-agrarische bedrijvigheid, werd gebruikt.

Blijkens de stukken hebben burgemeester en wethouders overwogen dat de overgangsbepalingen ruim geïnterpreteerd dienen te worden en dat daartegen geen stedenbouwkundige bezwaren bestaan.

In de stukken is ook sprake van een interne gemeentelijke afspraak dat «afwijking (ruimere interpretatie) van overgangsrecht is toegestaan mits er overeenstemming is met de buren».

Betwijfeld kan worden of zo lang na de calamiteit nog met vrucht een beroep gedaan kan worden op de desbetreffende bepaling. Dit geldt te

Staatsblad 2000 441 1

meer nu ten tijde van de calamiteit de gemeente eigenaar van het perceel was en (via privaatrechtelijke weg) tegen de illegale activiteiten van de huurder optrad. De ratio van de bepaling - kort gezegd dat het niet redelijk is dat een calamiteit een justitiabele in een planologisch-juridisch slechtere positie brengt - is daarmee niet meer van toepassing. Dit blijkt ook uit de zinsnede...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT