Wet van 10 april 2008 tot wijziging van artikel 3 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 in verband met het schrappen van de territorialiteitseis

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2008

150

Wet van 10 april 2008 tot wijziging van artikel 3 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 in verband met het schrappen van de territorialiteitseis

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is artikel 3 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 te wijzigen aangezien het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in zijn arrest van 26 oktober 2006 (C-192/05) heeft bepaald dat de in dit artikel opgenomen territorialiteitseis in strijd is met artikel 18 van het EG-verdrag;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3

komt te luiden:

Artikel 3
  1. Deze wet is van toepassing op: a. degene, die tijdens de oorlogsjaren 1940-1945 of in de na-oorlogse jaren, als burger getroffen is door oorlogsgeweld als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en op dat moment Nederlander was dan wel Nederlands onderdaan in de zin van de toenmalige Wet van de Ministers van Koloniën, Buitenlandse Zaken en Justitie van 10 februari 1910, houdende regeling van het Nederlandse onderdaanschap van de bevolking van Nederlands-Indië (Stb. 55), mits hij de Nederlandse nationaliteit bezit;

Staatsblad 2008 150 1

  1. degene, die tijdens de oorlogsjaren 1940-1945 of in de na-oorlogse jaren, als burger getroffen is door oorlogsgeweld als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en op dat moment als vreemdeling in Nederland of het voormalige Nederlands-Indië gevestigd was, anders dan in opdracht van enige vijandige mogendheid, mits hij de Nederlandse nationaliteit bezit; c. de weduwe, weduwnaar en de minderjarige volle wees van het burger-oorlogsslachtoffer dat aan de eisen gesteld onder a of b voldeed, mits zij de Nederlandse nationaliteit bezitten; d. de weduwe, weduwnaar en de minderjarige volle wees van het burger-oorlogsslachtoffer dat aan de eisen gesteld onder a of b voldeed en voor de datum van aanvraag, bedoeld in artikel 35, is overleden, mits zij de Nederlandse nationaliteit bezitten. 2. De Raad kan deze wet tevens van toepassing...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT