Besluit van 10 september 2012, houdende wijziging van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur in verband met de wijziging van de prioriteitsvolgorde van de deelmarkten van het vervoer

Besluit van 10 september 2012, houdende wijziging van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur in verband met de wijziging van de prioriteitsvolgorde van de deelmarkten van het vervoer

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 12 juni 2012, nr. IENM/BSK-2012/103520 sector S&W, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op de artikelen 57 en 61 van de Spoorwegwet; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 4 juli 2012, nr. W14.12.0207/IV); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 3 september 2012, nr. IENM/BSK-2012/141696, sector S&W, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3, onderdeel f, komt te luiden: f. dat de gerechtigde aan de beheerder informatie verstrekt die de beheerder nodig heeft voor het opstellen van een ontwerpstrategische geluidsbelastingkaart als bedoeld in artikel 7 van richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG 2002, L 189) met betrekking tot de geluidsbelasting vanwege de hoofdspoorwegen. B Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. In het eerste lid, aanhef, (nieuw) wordt na «artikel 8» de zinsnede «buiten de spits» toegevoegd. 3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende: 2. Indien de infrastructuur overeenkomstig artikel 7, tweede lid, overbelast is verklaard, wordt bij de verdeling van capaciteit na toepassing van artikel 8, met uitzondering van de op kaart 3 behorende bij dit besluit aangeduide baanvakken, in de spits prioriteit toegekend aan deelmarkten overeenkomstig onderstaande volgorde: a. stadsgewestelijk openbaar vervoer; b. internationaal openbaar vervoer, niet zijnde hogesnelheidspersonenvervoer, met uitzondering van vervoer per nachttrein; c. nationaal openbaar vervoer; d. streekgewestelijk openbaar vervoer; e. conventioneel goederenvervoer; f. zwaar goederenvervoer; g. snel goederenvervoer; h. hogesnelheidspersonenvervoer; i. besloten personenvervoer. 3. Op de op kaart 3 behorende bij dit besluit aangeduide baanvakken, bedoeld in het tweede lid, wordt, indien de infrastructuur overeenkomstig artikel 7, tweede lid, overbelast is verklaard, bij de verdeling van capaciteit na toepassing van artikel 8 in de spits de prioriteitsvolgorde toegepast, bedoeld in het eerste lid. C Aan de bijlage bij het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur wordt de in de bijlage bij dit besluit opgenomen kaart 3 toegevoegd.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot ’s-Gravenhage, 10 september 2012 Beatrix De Minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de achtentwintigste september 2012 De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Bijlage behorende bij artikel I, onderdeel C, van dit besluit

Kaart 3: behorende bij artikel 10, tweede en derde lid, van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur.

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

  1. Inleiding

    Het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur (hierna: het Besluit) maakt onderdeel uit van de spoorwetgeving. Het Besluit vormt, tezamen met richtlijn 2001/14/EG1, het kader waarmee de beheerder, in samenwerking met de gerechtigden, uitvoering geeft aan de belangrijke opgave van het verdelen van de schaarse capaciteit op de hoofdspoorwegen. De spoorwetgeving is over de periode 2005–2007 geëvalueerd door het (toenmalige) ministerie van Verkeer en Waterstaat in samenwerking met de betrokken partijen in de spoorsector. Naar aanleiding van deze evaluatie heeft het kabinet zijn standpunt ingenomen. «Spoor in beweging»2 (hierna: het kabinetsstandpunt) geeft de visie weer van het kabinet op de spoorsector in het algemeen en op de capaciteitsverdeling op de hoofdspoorwegen in het bijzonder.

    ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT