Beschikking van de Minister van Justitie van 24 april 1997, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Uitvoeringsbesluit verdrag chemische wapens, zoals dit laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 22 april 1997, Stb. 179

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1997

181

Beschikking van de Minister van Justitie van 24 april 1997, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Uitvoeringsbesluit verdrag chemische wapens, zoals dit laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 22 april 1997, Stb. 179

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel II van het besluit van 24 april 1997, Stb. 179 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit verdrag chemische wapens;

Besluit:

de tekst van het Uitvoeringsbesluit verdrag chemische wapens, zoals dit laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 22 april 1997, Stb. 179, in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

's-Gravenhage, 24 april 1997 Beatrix

De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Uitgegeven de negenentwintigste april 1997

De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

7S0187

ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 1997 Staatsblad 1997 181 1

TEKST VAN HET UITVOERINGSBESLUIT VERDRAG CHEMISCHE WAPENS, ZOALS GEWIJZIGD BIJ KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 APRIL 1997 (STB. 179)

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artículo 1
Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. wet: de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens; b. CAS-registratienummer: registratienummer van de Chemical Abstracts Service (CAS) genoemd in artikel III, eerste lid, onder e, van het verdrag; c. lijst 1, lijst 2 en lijst 3: de lijsten 1, 2 en 3, opgenomen in onderdeel B van de Bijlage inzake stoffen bij het verdrag; d. onderscheiden organische stof: elke chemische verbinding van het element koolstof, met uitzondering van zijn oxiden, sulfiden en metaalcarbonaten, te onderscheiden door middel van de chemische naam, de structuurformule, indien bekend, en het CAS-registratienummer, indien toegekend; e. productiecapaciteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel II, tiende lid, van het verdrag.

HOOFDSTUK 2 AANWIJZING VAN STOFFEN Artículo 2
Artikel 2
  1. Als stoffen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet worden aangewezen de stoffen, opgenomen in lijst 1. 2. Als stoffen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet worden aangewezen de stoffen, opgenomen in de lijsten 2 en 3. 3. Als stoffen als bedoeld in artikel 6 van de wet worden aangewezen: a. de door middel van synthese geproduceerde organische stoffen die niet in lijst 1, 2 of 3 zijn opgenomen en b. de door middel van synthese geproduceerde organische stoffen die niet in lijst 1, 2 of 3 zijn opgenomen en die het element fosfor, fluor of zwavel bevatten. 4. Een wijziging van lijst 1, 2 of 3 gaat voor de toepassing van dit besluit gelden op het tijdstip waarop de betrokken wijziging in werking treedt voor Nederland. 5. Van wijzigingen van de lijsten 1, 2 en 3 wordt door Onze Minister mededeling gedaan in de Staatscourant, onder vermelding van het in het vierde lid bedoelde tijdstip.

HOOFDSTUK 3 AANWIJZING VAN TE VERSTREKKEN GEGEVENS Artículos 3 a 8
Artikel 3

(lijst-1-stoffen).

  1. Degene die een inrichting in bedrijf neemt waarop artikel 3, tweede of derde lid, van de wet van toepassing is, verstrekt tenminste zeven maanden voor de productie aanvangt aan Onze Minister de volgende gegevens: a. het adres en de kadastrale aanduiding van de inrichting; b. een technische beschrijving van de inrichting met inbegrip van een inventarislijst van de apparatuur en gedetailleerde schema's. 2. Degene die een inrichting in bedrijf houdt waarop artikel 3, tweede of

Staatsblad 1997 181 2

derde lid, van de wet van toepassing is verstrekt jaarlijks voor 1 maart aan Onze Minister de volgende gegevens over het afgelopen kalenderjaar: a. een aanduiding van de aard van de inrichting; b. van elke stof van lijst 1 die in de inrichting is geproduceerd, verkregen, verbruikt of opgeslagen:

  1. de chemische benaming, de structuurformule en het CAS-registratienummer, indien toegekend;

  2. de toegepaste methoden en geproduceerde hoeveelheden; 3°. de benaming en de hoeveelheid van de voorlopers, genoemd in lijst 1, 2 of 3, die voor de productie van stoffen van lijst 1 zijn gebruikt;

  3. de hoeveelheid die in de inrichting is verbruikt en de doeleinden van het verbruik;

  4. de hoeveelheid die is ontvangen van of overgebracht naar andere inrichtingen binnen Nederland, waarbij voor elke zending de hoeveelheid, de ontvanger en de doeleinden afzonderlijk worden vermeld;

  5. de grootste hoeveelheid die op enig tijdstip gedurende het jaar was opgeslagen;

  6. de hoeveelheid die aan het einde van het jaar was opgeslagen; c. informatie over veranderingen in de inrichting gedurende het jaar ten opzichte van eerder verstrekte gedetailleerde technische beschrijvingen van de inrichting, met inbegrip van inventarislijsten van apparatuur en gedetailleerde schema's. 3. Voorts verstrekt degene die een inrichting in bedrijf houdt waarop artikel 3, tweede of derde lid, van de wet van toepassing is jaarlijks voor 1 september aan Onze Minister de volgende gegevens over voorgenomen activiteiten en de verwachte productie in de inrichting in het komende kalenderjaar: a. een aanduiding van de aard van de inrichting; b. van elke stof van lijst 1 die naar verwachting in de inrichting zal worden geproduceerd, verbruikt of opgeslagen:

  7. de chemische benaming, de structuurformule en het CAS-registratienummer, indien toegekend;

  8. de hoeveelheid die naar verwachting zal worden geproduceerd en de doeleinden van de productie; c. informatie over verwachte veranderingen in de inrichting gedurende het jaar ten opzichte van eerder verstrekte gedetailleerde technische beschrijvingen van de inrichting, met inbegrip van inventarislijsten van apparatuur en gedetailleerde schema's. 4. Het tweede en derde lid gelden niet, indien de betrokken, in artikel 3, tweede lid, bedoelde inrichting een ziekenhuis betreft.

Artikel 4

(lijst-1-stoffen).

  1. Degene aan wie een ontheffing als bedoeld in artikel 3, vierde lid, onder a, van de wet is verleend verstrekt tenminste zeven maanden voor de ingebruikneming van de betrokken inrichting aan Onze Minister de volgende gegevens: a. het adres en de kadastrale aanduiding van de inrichting; b. een technische beschrijving van de inrichting, waarbij de inrichting die stoffen van lijst 1 produceert in het bijzonder wordt aangeduid. 2. Van voorgenomen veranderingen ten opzichte van de in het eerste lid bedoelde opgave wordt tenminste zeven maanden voordat de veranderingen zullen plaatsvinden aan Onze Minister mededeling gedaan. 3. Degene aan wie een ontheffing als bedoeld in het eerste lid is verleend verstrekt jaarlijks voor 1 maart aan Onze Minister de volgende gegevens over het afgelopen jaar: a. een aanduiding van de aard van de betrokken inrichting; b. van elke stof van lijst 1 de volgende informatie: 1°. de chemische benaming, de structuurformule en het CAS-registratienummer, indien toegekend;

Staatsblad 1997 181 3

  1. de geproduceerde hoeveelheid en, in geval van productie voor beschermingsdoeleinden, de toegepaste methoden;

  2. de benaming en de hoeveelheid van de voorlopers, genoemd in de lijsten 1, 2 en 3 die voor de productie van stoffen van lijst 1 zijn gebruikt;

  3. de hoeveelheid die in de inrichting is verbruikt en de doeleinden van het verbruik;

  4. de hoeveelheid die is overgedragen aan andere inrichtingen binnen Nederland, waarbij voor elke overdracht de hoeveelheid, de ontvanger en de doeleinden afzonderlijk worden vermeld;

  5. de grootste hoeveelheid die op enig tijdstip gedurende het jaar was opgeslagen;

  6. de hoeveelheid die aan het einde van het jaar was opgeslagen; c. informatie over veranderingen in de inrichting of de desbetreffende delen daarvan gedurende het jaar ten opzichte van eerder verstrekte gedetailleerde technische beschrijvingen van de inrichting. 4. Voorts verstrekt degene aan wie een ontheffing als bedoeld in het eerste lid is verleend jaarlijks voor 1 september aan Onze Minister de volgende gegevens over voorgenomen activiteiten en de verwachte productie in het komende kalenderjaar: a. een aanduiding van de aard van de inrichting; b. van elke stof van lijst 1 die naar verwachting in de inrichting zal worden geproduceerd, verbruikt of opgeslagen:

  7. de chemische benaming, de structuurformule en het CAS-registratienummer, indien toegekend;

  8. de hoeveelheid die naar verwachting zal worden geproduceerd, de tijdvakken waarin de productie naar verwachting zal...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT