Besluit van 11 oktober 2004, houdende wijziging van het Warenwetbesluit kosmetische produkten en het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten ter implementatie van richtlijn nr. 93/35/EEG van de Raad van 14 juni 1993 tot zesde wijziging van richtlijn 76/768/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake kosmetische produkten (PbEG L 151), richtlijn nr. 2003/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2003 tot wijziging van richtlijn 76/768/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PbEU L 66) en richtlijn nr. 2003/80/EG van de Commissie van 5 september 2003 tot vaststelling van het symbool dat de houdbaarheid van cosmetische producten aangeeft, in bijlage VIII bis bij richtlijn 76/768/EEG van de Raad (PbEU L 224)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2004

549

Besluit van 11 oktober 2004, houdende wijziging van het Warenwetbesluit kosmetische produkten en het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten ter implementatie van richtlijn nr. 93/35/EEG van de Raad van 14 juni 1993 tot zesde wijziging van richtlijn 76/768/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake kosmetische produkten (PbEG L 151), richtlijn nr. 2003/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2003 tot wijziging van richtlijn 76/768/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PbEU L 66) en richtlijn nr. 2003/80/EG van de Commissie van 5 september 2003 tot vaststelling van het symbool dat de houdbaarheid van cosmetische producten aangeeft, in bijlage VIII bis bij richtlijn 76/768/EEG van de Raad (PbEU L 224)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 juli 2004, VGB/P&L 2497622, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Justitie;

Gelet op richtlijn nr. 93/35/EEG van de Raad van 14 juni 1993 tot zesde wijziging van richtlijn 76/768/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake kosmetische produkten (PbEG L 151), richtlijn nr. 2003/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2003 tot wijziging van richtlijn nr. 76/768/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PbEU L 66), richtlijn nr. 2003/80/EG van de Commissie van 5 september 2003 tot vaststelling van het symbool dat de houdbaarheid van cosmetische producten aangeeft, in bijlage VIII bis bij richtlijn 76/768/EEG van de Raad (PbEU L 224), alsmede de artikelen 4, 6, onderdeel c, 8, 12, 13, onderdeel a, 14 en 32b, eerste lid, van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 10 september 2004, Nummer W13.04.0367/III);

Staatsblad 2004 549 1

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 oktober 2004, VGP/P&L 2519083, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit kosmetische produkten wordt als volgt gewijzigd:

A

In het gehele besluit wordt: 1. «kosmetische» telkens vervangen door: cosmetische. 2. «kosmetisch» telkens vervangen door: cosmetisch. 3. «produkt» telkens vervangen door: product. 4. «produkten» telkens vervangen door: producten. 5. «produktie», ook in al zijn samenstellingen, telkens vervangen door: productie.

B

In artikel 1 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van zowel onderdeel a als onderdeel b door een puntkomma, vijf onderdelen toegevoegd, luidende: c. prototype: een eerste model of ontwerp dat niet in partijen wordt geproduceerd en op basis waarvan het cosmetisch product in de eindsamenstelling waarin het wordt verhandeld en ter beschikking van de consument wordt gesteld, wordt gekopieerd of definitief ontwikkeld; d. richtlijn 67/548/EEG: richtlijn nr. 67/548/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PbEG L 196); e. richtlijn 76/768/EEG: richtlijn nr. 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 van de Europese Gemeenschappen betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake kosmetische producten (PbEG L 262); f. alternatieve methode: een methode waarbij op wetenschappelijk verantwoorde wijze, geen gebruik wordt gemaakt van proefdieren, of, als een dergelijke methode niet beschikbaar is, waarbij dierproeven worden verricht en waarbij gebruik wordt gemaakt van een zo gering mogelijk aantal dieren, waarbij dieren betrokken zijn met de laagste graad van neurofysiologische gevoeligheid, en zo min mogelijk pijn, lijden, ongemak of blijvend letsel wordt berokkend, en die de grootste kans bieden op bevredigende resultaten; g. dierproef: een proef als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van richtlijn nr. 86/609/EEG van de Raad van 24 november 1986 inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten betreffende de bescherming van dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (PbEG L 358).

C

Artikel 2

wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het derde lid wordt «onder a tot en met f» vervangen door: onder a tot en met g.

    Staatsblad 2004 549 2

  2. Het vijfde lid wordt vervangen door twee leden, luidende: 5. Het is verboden cosmetische producten te verhandelen ten behoeve waarvan ingrediënten, combinaties van ingrediënten of de eindsamenstelling van deze producten, om aan de voorschriften van dit besluit te voldoen, zijn beproefd volgens een andere methode dan een door Onze Minister voor die beproeving aangewezen alternatieve methode, voor zover deze beproeving heeft plaatsgevonden na het tijdstip met ingang waarvan de alternatieve methode is aangewezen. 6. Onze Minister stelt nadere regels over welke methode als alternatieve methode wordt aangemerkt.

    D

Artikel 4

wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: a. een vermelding van de naam of de handelsnaam en het adres of de vestigingsplaats van de fabrikant, zijn gevolmachtigde, degene voor wiens rekening een cosmetisch product gefabriceerd is of degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van het cosmetisch product in Nederland, voor zover dit niet geschiedt vanuit een lidstaat van de Europese Unie dan wel de Europese Economische Ruimte, met dien verstande dat de vermelding mag worden afgekort voor zover de afkorting de identificatie van de onderneming mogelijk maakt;

  2. Het eerste lid, onderdeel d, wordt vervangen door: d. een vermelding van de datum van minimale houdbaarheid in de volgorde maand, jaar of in de volgorde dag, maand, jaar en voorafgegaan door de woorden «bij voorkeur te gebruiken vóór eind ...» ofwel door een aanwijzing waar deze datum op de verpakking te vinden is;

  3. Aan het eerste lid, onderdeel i, wordt na de zinsnede «dat de woorden «kan ... bevatten» de zinsnede «of het symbool «+/-» ingevoegd en wordt de volgende zin toegevoegd: De aanwezigheid van stoffen waarvan de vermelding in de kolom «Andere beperkingen en eisen» in bijlage III van richtlijn 76/768/EEG is voorgeschreven, wordt in de lijst vermeld, ongeacht de functie van die stoffen in het product.

  4. Het vierde lid komt te luiden: 4. In afwijking van het eerste lid, onderdeel d, wordt bij cosmetische producten die langer dan dertig maanden na verpakking nog houdbaar zijn, door middel van de bij dit besluit behorende bijlage 1 opgenomen symbool gevolgd door de aanduiding van de periode in maand of jaar, aangegeven hoe lang het product na opening zonder enig risico door de consument kan worden gebruikt.

  5. In het achtste lid wordt «uitsluitend» vervangen door: ten minste.

  6. In het negende lid wordt «de bijlage» vervangen door: bijlage 2.

E

Artikel 5

wordt vervangen door:

Artikel 5

De fabrikant, zijn gevolmachtigde, degene voor wiens rekening een cosmetisch product gefabriceerd is of degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van het cosmetisch product in Nederland, voor zover dit niet geschiedt vanuit een lidstaat van de Europese Unie dan wel

Staatsblad 2004 549 3

de Europese Economische Ruimte, vermeldt alleen dan dat het product niet op dieren is getest, indien de fabrikant en zijn leveranciers geen dierproeven hebben uitgevoerd of laten uitvoeren met het cosmetisch product in de eindsamenstelling waarin het wordt verhandeld en ter beschikking van de consument wordt gesteld, het prototype daarvan of enig ingrediënt daarvan, en evenmin ingrediënten hebben aangewend die door anderen op dieren zijn getest met het doel nieuwe cosmetische producten te ontwikkelen.

F

Artikel 6

wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het eerste lid wordt de zinsnede «degene die voor het in de handel brengen van ingevoerde kosmetische produkten binnen het grondgebied waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie dan wel de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is, verantwoordelijk is,» vervangen door: degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van het cosmetisch product in Nederland, voor zover dit niet geschiedt vanuit een lidstaat van de Europese Unie dan wel de Europese Economische Ruimte.

  2. In het eerste lid wordt onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt, de volgende zin toegevoegd:

    Hij houdt hierbij rekening met de specifieke blootstellingskenmerken van de plaatsen waarop het product zal worden aangebracht of met die van de doelgroep. Hij verricht ten minste een specifieke beoordeling van cosmetische producten die bestemd zijn voor kinderen beneden de leeftijd van drie jaar, en cosmetische producten die uitsluitend bestemd zijn voor uitwendige intieme hygiëne;

  3. In het eerste lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende: g. gegevens over eventuele dierproeven die door de fabrikant, zijn gevolmachtigde, degene voor wiens rekening een cosmetisch product gefabriceerd is of degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van het cosmetisch product in Nederland, voor zover dit niet geschiedt vanuit een lidstaat van de Europese Unie dan wel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT