Besluit van 18 december 2002, houdende wijziging van het Besluit in- en doorstroombanen en het Besluit uitvoering en financiering Wet inschakeling werkzoekenden met het oog op de invoering van een vrij besteedbaar reïntegratiebudget en een technische wijziging van het Besluit gelijkstelling vreemdelingen Abw, Ioaw, Ioaz en Wvg

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2002

648

Besluit van 18 december 2002, houdende wijziging van het Besluit in- en doorstroombanen en het Besluit uitvoering en financiering Wet inschakeling werkzoekenden met het oog op de invoering van een vrij besteedbaar reïntegratiebudget en een technische wijziging van het Besluit gelijkstelling vreemdelingen Abw, Ioaw, Ioaz en Wvg

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte, van 6 november 2002, Directie Arbeidsmarkt Bijzondere Groepen, ABG/GA/02/79323;

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies, de artikelen 5, derde lid, 16, tweede lid, 17, derde lid, en 18, vierde lid, van de Wet inschakeling werkzoekenden en 5, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars;

De Raad van State gehoord (advies van 29 november 2002, No. W12.02.0490/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte, van 17 december 2002;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit in- en doorstroombanen1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, onderdeel b, vervalt de zinsnede «die 23 jaar of ouder is, en».

B

Artikel 3

wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad 2002 648 1

  1. Het opschrift komt te luiden: Subsidie arbeidsplaatsen en voorzieningen arbeidsinschakeling. 2. Het eerste lid komt te luiden: 1. Onze Minister verstrekt subsidie aan de gemeente voor arbeidsplaatsen voor langdurig werklozen die in de vorm van dienstbetrekkingen bij werkgevers worden vervuld en, voorzover de subsidie daarvoor toereikend is, andere voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling voor werkzoekenden. 3. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid, vervallen het tweede, vijfde, zesde en zevende lid.

C

Artikel 4

vervalt.

D

Artikel 5

wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het eerste lid wordt «verklaart het gemeentebestuur» vervangen door: verklaren burgemeester en wethouders. 2. Het derde lid komt als volgt te luiden: 3. Burgemeester en wethouders kunnen voor de toepassing van dit besluit personen, die in vergelijkbare omstandigheden verkeren als die bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, gelijkstellen met een langdurig werkloze.

E

Artikel 6

tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. Onder verlettering van de onderdelen c en f tot b en c, vervallen de onderdelen b, d en e. 2. Het tot onderdeel b verletterde onderdeel komt te luiden: b. indien de werkgever voor de loonkosten voortvloeiend uit het aangaan van die dienstbetrekking geen andere subsidie ontvangt of die kosten niet op andere wijze kan verminderen dan op grond van de hoofdstukken III en IV van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, artikel 79b van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de artikelen 82, 82a of 97c van de Werkloosheidswet, tenzij een subsidie voor meerkosten als bedoeld in artikel 16 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten wordt ontvangen.

F

Artikel 9

wordt als volgt gewijzigd:

  1. Onder vernummering van het derde, vierde en vijfde lid tot eerste, tweede en derde lid, vervallen het eerste en tweede lid. 2. In het tot tweede lid vernummerde lid en in de aanhef van het tot derde lid vernummerde lid wordt telkens «het eerste en derde lid» vervangen door: het eerste lid.

G

Artikel 10

wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het eerste lid wordt «artikel 9, derde lid» vervangen door: artikel 9, eerste lid.

    Staatsblad 2002 648 2

  2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid. 3. In het tot tweede lid vernummerde lid wordt «artikel 9, derde, vierde en vijfde lid» vervangen door: artikel 9. 4. Het tot derde lid vernummerde lid komt als volgt te luiden: 3. Burgemeester en wethouders kunnen de toestemming, bedoeld in het eerste lid, slechts geven indien voor het tot stand komen van de functie is voldaan aan artikel 7, eerste lid.

    H

Artikel 12

vervalt.

I

Artikel 13

komt te luiden:

Artikel 13

Verlening, betaling, vaststelling subsidie 2003 en informatieverplichting.

  1. Onze Minister verleent op of omstreeks 15 mei 2003 aan de gemeente voor het jaar 2003 een subsidie voor de uitvoering van artikel 3, eerste lid, op basis van een door burgemeester en wethouders bij wijze van aanvraag uiterlijk op 1 februari 2003 gedane opgave van het aantal feitelijk bezette arbeidsplaatsen op 30 juni 2002. 2. Bij toepassing van het eerste lid wordt in aanvulling op dat lid aan de gemeenten door Onze Minister in totaal € 45 000 000,- extra subsidie verleend. Deze subsidie wordt over de gemeenten verdeeld op basis van de verdeelmaatstaf, opgenomen in artikel 14, eerste lid, van het Besluit uitvoering en financiering Wet inschakeling werkzoekenden. 3. Gemeenten die op 30 juni 2002 geen feitelijk bezette arbeidsplaatsen als bedoeld in het eerste lid hebben gerealiseerd, ontvangen op of omstreeks 15 mei 2003 de subsidie, bedoeld in het tweede lid. De subsidie wordt, in afwijking van het tweede lid, vastgesteld volgens de bijlage bij dit besluit. 4. De subsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt bij wijze van voorschot op of omstreeks de vijftiende dag van iedere maand als volgt betaalbaar gesteld: a. in de maanden januari tot en met april van het jaar 2003, in vier gelijke delen en in de maand mei in een deel ter grootte van tweemaal het daaraan voorafgaande maandelijkse bedrag, op basis van de verdeling van de voor het jaar 2002 toegekende arbeidsplaatsen; b. in de maanden juni tot en met december van het jaar 2003, in zeven gelijke delen van de verleende subsidie, verminderd met de eerder betaalde voorschotten.

Het voorschot voor de maand januari wordt betaalbaar gesteld, ongeacht of door burgemeester en wethouders een aanvraag is ingediend. 5. De subsidie, bedoeld in het tweede lid, wordt per maand bij wijze van voorschot op of omstreeks de vijftiende dag van iedere maand betaalbaar gesteld. De laatste volzin van het derde lid is van toepassing. 6. Indien burgemeester en wethouders de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, niet of niet binnen de gestelde termijn indienen, worden de reeds betaalde voorschotten teruggevorderd. 7. Indien de betaalde voorschotten meer bedragen dan de verleende subsidie, wordt het teveel betaalde teruggevorderd. 8. Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat Onze Minister ten behoeve van de vaststelling van de subsidie uiterlijk op 1 juli 2004 een jaaropgave heeft ontvangen. De jaaropgave wordt voorzien van een verklaring van een accountant, belast met de in artikel 213 van de

Staatsblad 2002 648 3

Gemeentewet voorgeschreven controle omtrent de juistheid van de verstrekte gegevens. Na ontvangst van de jaaropgave stelt Onze Minister de subsidie binnen 12 maanden vast. Indien de jaaropgave niet is ontvangen binnen 12 maanden na het kalenderjaar waarop deze betrekking heeft dan wel niet is voorzien van de verklaring, bedoeld in de tweede volzin, wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld. 9. Burgemeester en wethouders verstrekken desgevraagd aan Onze Minister kosteloos alle inlichtingen die hij voor de informatievoorziening, de beleidsvorming en voor het betalen en vaststellen van de subsidie nodig heeft en werken mee aan door of namens Onze Minister ingesteld onderzoek, dat erop gericht is Onze Minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van beleidsontwikkeling. 10. Indien de inlichtingen, bedoeld in het negende lid, niet of niet volledig binnen de daarvoor gestelde termijnen zijn ontvangen, kan Onze Minister de betaling van de voorschotten, bedoeld in het vierde en vijfde lid, opschorten. Hervatting van de betaling en nabetaling van de niet betaalde voorschotten vindt zo spoedig mogelijk plaats na ontvangst van de in het negende lid bedoelde gegevens. 11. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld voor de vorm en inhoud van: a. de opgave, bedoeld in het eerste lid; b. de jaaropgave en de verklaring, bedoeld in het achtste lid; c. de inlichtingen die op grond van het negende lid worden verstrekt en

de wijze en het tijdstip van verstrekking. 12. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht.

J

De artikelen 14, 15, 16, 17, 18, 19a en 20 vervallen.

K

Het vierde lid van artikel 19 vervalt.

L

Artikel 19

b wordt als volgt gewijzigd:

  1. Voor de bestaande tekst wordt het cijfer «1» geplaatst ter aanduiding van het eerste lid. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Het Besluit in- en doorstroombanen, zoals dit luidde vóór 1 januari 2003, blijft van toepassing op vóór 1 januari 2003 aan de gemeente verleende subsidie.

ARTIKEL II

Het Besluit uitvoering en financiering Wet inschakeling werkzoekenden2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 10

derde lid, onderdeel a, komt te luiden: a. indien voor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT