Wet van 12 mei 2005, houdende het van rechtswege verlenen van erkenningen voor landelijke publieke omroep en verkorting van de duur van erkenningen en voorlopige erkenningen voor landelijke publieke omroep (Tijdelijke wet verkorting erkenningenduur publieke omroepen)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2005

277

Wet van 12 mei 2005, houdende het van rechtswege verlenen van erkenningen voor landelijke publieke omroep en verkorting van de duur van erkenningen en voorlopige erkenningen voor landelijke publieke omroep (Tijdelijke wet verkorting erkenningenduur publieke omroepen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in verband met de door de regering aangekondigde visie op de taak en organisatie van de publieke omroep op lange termijn en de wettelijke uitwerking daarvan, de met ingang van 1 september 2005 te verlenen erkenningen voor landelijke publieke omroep van rechtswege te verlenen en de duur van erkenningen en voorlopige erkenningen voor landelijke publieke omroep te beperken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

In afwijking van artikel 39f, eerste lid, van de Mediawet, wordt de door het Commissariaat voor de Media met ingang van 1 september 2005 aan kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag, dan wel aan rechtspersonen waarin twee of meer van deze genootschappen samenwerken, te verlenen zendtijd verleend voor een periode van drie jaren.

Artikel 2
  1. Indien Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aan omroepverenigingen en een educatieve omroepinstelling erkenningen als bedoeld in artikel 31 van de Mediawet heeft verleend voor een periode van vijf jaren, worden deze erkenningen met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van rechtswege omgezet in erkenningen voor een periode van drie jaren.

    Staatsblad 2005 277 1

  2. Indien Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aan omroepverenigingen voorlopige erkenningen als bedoeld in artikel 37 van de Mediawet heeft verleend voor een periode van vijf jaren, worden deze voorlopige erkenningen met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van rechtswege omgezet in voorlopige erkenningen voor een periode van drie jaren.

Artikel 3

Indien het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT