Wet van 18 april 2002, houdende vaststelling van de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, vierde gedeelte (aanpassing van de wetgeving aan het nieuwe erfrecht en schenkingsrecht)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2002

230

Wet van 18 april 2002, houdende vaststelling van de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, vierde gedeelte (aanpassing van de wetgeving aan het nieuwe erfrecht en schenkingsrecht)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de wetgeving aan te passen aan Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK I WIJZIGING VAN WETTEN OP HET TERREIN VAN HET MINISTERIE VAN JUSTITIE Artículos 1 a 9
ARTIKEL I

Het Burgerlijk Wetboek1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Boek 1 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In artikel 94, eerste lid, wordt na de woorden «buiten de gemeenschap vallen» een zinsnede toegevoegd, luidende: , en met uitzondering van het vruchtgebruik, bedoeld in afdeling 4.2A.2 van Boek 4.

  2. Artikel 108 wordt als volgt gewijzigd:

    a. De tweede zin van het eerste lid komt te luiden: Afdeling 3 van titel 5 van Boek 4 betreffende de vereffening van nalatenschappen is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

    b. Het derde lid vervalt.

  3. Artikel 145 wordt als volgt gewijzigd:

    Staatsblad 2002 230 1

    a. In de eerste zin van het tweede lid wordt de zinsnede «benevens de wettelijke rente» vervangen door: al dan niet vermeerderd met een in de beschikking te bepalen rente.

    b. De derde zin van het tweede lid komt te luiden: Aan een inwilliging van het verzoek kan de voorwaarde worden verbonden dat binnen een bepaalde tijd een door de rechtbank goedgekeurde zakelijke of persoonlijke zekerheid voor de voldoening van hoofdsom en rente wordt gesteld.

    c. Aan het artikel wordt, onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid, na het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende: 3. De rechtbank die een beschikking als bedoeld in het tweede lid heeft gegeven, kan deze op verzoek van een der partijen wijzigen op grond van ten tijde van de beschikking niet voorziene omstandigheden.

  4. Afdeling 3 van titel 8 vervalt.

  5. Artikel 203, eerste lid, onder b, komt te luiden: b. bij notariële akte.

  6. In artikel 292, eerste lid, vervalt de zinsnede «of bij uitsluitend hiertoe verleden notariële akte».

  7. Artikel 353 komt te luiden:

Artikel 353

De voogd kan niet zonder machtiging van de kantonrechter van een de minderjarige toekomend aandeel in een ontbonden huwelijksgemeenschap afstand doen.

  1. Artikel 406b vervalt.

  2. In het vijfde lid van artikel 441 wordt het woord «erfenis» vervangen door: nalatenschap.

    B

    Boek 2 wordt als volgt gewijzigd:

  3. Aan artikel 88 lid 3 wordt toegevoegd: Bij een vruchtgebruik als bedoeld in de artikelen 4.2A.1.7 en 4.2A.1.9 komt het stemrecht eveneens aan de vruchtgebruiker toe, tenzij bij de vestiging van het vruchtgebruik door partijen of door de kantonrechter op de voet van artikel 4.2A.1.11 lid 4 anders wordt bepaald.

  4. Aan artikel 197 lid 3 wordt toegevoegd: Bij een vruchtgebruik als bedoeld in de artikelen 4.2A.1.7 en 4.2A.1.9 komt het stemrecht eveneens aan de vruchtgebruiker toe, tenzij bij de vestiging van het vruchtgebruik door partijen of door de kantonrechter op de voet van artikel 4.2A.1.11 lid 4 anders wordt bepaald.

  5. In artikel 286 lid 2 worden in de derde zin de woorden «bij openbaar testament dat in een vreemde taal is verleden» vervangen door: door een uiterste wilsbeschikking, gemaakt bij een notariële akte die in een vreemde taal is verleden.

  6. Artikel 288 vervalt.

    Staatsblad 2002 230 2

    C

    Boek 3 wordt als volgt gewijzigd:

  7. Artikel 17 lid 1 onder b komt te luiden: b. erfopvolgingen die registergoederen betreffen, daaronder begrepen de opvolging door de Staat krachtens de artikelen 4.5.1.5b en 4.5.3.16a lid 4, en de afgifte van registergoederen aan de Staat krachtens artikel 4.5.3.16a leden 1 en 2.

  8. Artikel 168 lid 5, eerste zin, komt te luiden: Op een overeenkomstig lid 2 ingesteld bewind zijn, voor zover de kantonrechter niet anders heeft bepaald, de artikelen 4.4.7.1a, 4.4.7.1c tot en met 4.4.7.1l, 4.4.7.1n, 4.4.7.1r, 4.4.7.1s en 4.4.7.1t van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de kantonrechter de in artikel 4.4.7.1e bedoelde beloning ook op grond van bijzondere omstandigheden anders kan regelen, alsmede dat hij de in artikel 4.4.7.1f bedoelde zekerheidstelling te allen tijde kan bevelen.

  9. Artikel 193 komt te luiden:

Artikel 193
  1. Een schuldeiser wiens vordering op de goederen der gemeenschap kan worden verhaald, kan de rechter verzoeken een vereffenaar te benoemen wanneer tot verdeling van de gemeenschap wordt overgegaan voordat de opeisbare schulden daarvan zijn voldaan of wanneer voor hem het gevaar bestaat dat hij niet ten volle of niet binnen een redelijke tijd zal worden voldaan, hetzij omdat de gemeenschap niet toereikend is of niet behoorlijk beheerd of afgewikkeld wordt, hetzij omdat een schuldeiser zich op de goederen van de gemeenschap gaat verhalen. Afdeling 3 van titel 5 van Boek 4 betreffende de vereffening van een nalatenschap is van toepassing of overeenkomstige toepassing. 2. Ook een schuldeiser van een deelgenoot kan de rechter verzoeken een vereffenaar te benoemen, wanneer zijn belangen door een gedraging van de deelgenoten ernstig worden geschaad. 3. Voor de ontbonden gemeenschap van een maatschap of vennootschap zijn de leden 1 en 2 niet van toepassing en gelden de volgende zinnen. Een schuldeiser wiens vordering op de goederen van de gemeenschap kan worden verhaald, is bevoegd zich tegen verdeling van de gemeenschap te verzetten. Een verdeling die na dit verzet is tot stand gekomen, is vernietigbaar met dien verstande dat de vernietigingsgrond slechts kan worden ingeroepen door de schuldeiser die zich verzette en dat hij de verdeling slechts te zijnen behoeve kan vernietigen en niet verder dan nodig is tot opheffing van de door hem ondervonden benadeling.

  2. Artikel 204 vervalt.

  3. Artikel 215 wordt als volgt gewijzigd:

    a. In lid 1 worden de woorden «Komt de vruchtgebruiker de bevoegdheid tot gehele of gedeeltelijke vervreemding of vertering van aan het vruchtgebruik onderworpen goederen toe» vervangen door: Is bij de vestiging van een vruchtgebruik of daarna aan de vruchtgebruiker de bevoegdheid gegeven tot gehele of gedeeltelijke vervreemding en vertering van aan het vruchtgebruik onderworpen goederen.

    b. Lid 2, eerste zin, komt te luiden: Bij verlening van de bevoegdheid tot vervreemding en vertering kunnen een of meer personen worden

    Staatsblad 2002 230 3

    aangewezen, wier toestemming voor de vervreemding en voor de vertering nodig is.

    c. In lid 3 worden de woorden «Komt de vruchtgebruiker de bevoegdheid tot vervreemding of vertering toe» vervangen door: Is aan de vruchtgebruiker de bevoegdheid tot vervreemding en vertering verleend.

  4. Artikel 219 wordt als volgt gewijzigd:

    a. Na «Boek 2» wordt ingevoegd: en artikel 123 van Boek 5.

    b. Aan het slot wordt een zin toegevoegd, luidende: Bij een vruchtgebruik als bedoeld in de artikelen 4.2A.1.7 en 4.2A.1.9 komt het stemrecht eveneens aan de vruchtgebruiker toe, tenzij bij de vestiging van het vruchtgebruik door partijen of door de kantonrechter op de voet van artikel 4.2A.1.11 lid 4 anders wordt bepaald.

  5. Artikel 221 lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

  6. De tweede zin komt te luiden: Op het bewind zijn voor het overige de artikelen 4.4.7.1a, 4.4.7.1c tot en met 4.4.7.1l, 4.4.7.1n, 4.4.7.1p, 4.4.7.1r, 4.4.7.1s, 4.4.7.1t en 4.4.7.1w lid 1 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de kantonrechter de in artikel 4.4.7.1e bedoelde beloning ook op grond van bijzondere omstandigheden anders kan regelen, alsmede dat hij de in artikel 4.4.7.1f bedoelde zekerheidstelling te allen tijde kan bevelen.

  7. Na de tweede zin wordt een zin toegevoegd, luidende: Het bewind kan door een gezamenlijk besluit van de vruchtgebruiker en de hoofdgerechtigde of op verzoek van een hunner door de rechtbank worden opgeheven.

  8. In artikel 288 wordt onder b «de stand en het fortuin van de overledene» vervangen door: de omstandigheden van de overledene.

    D

    Boek 4 wordt vervangen door Boek 4 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, zoals dat is vastgesteld bij de Wet van 11 september 1969 tot vaststelling van Boek 4 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, Stb. 392, en nadien is gewijzigd bij de Wet van 21 april 1987, houdende regeling van de fusie van verenigingen en van stichtingen, Stb. 209, de Wet van 24 december 1997 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de regeling van de splitsing van rechtspersonen, Stb. 776, de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, eerste gedeelte, de Wet tot vaststelling van titel 7.3 (Schenking) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek en de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, tweede gedeelte.

    E

    Boek 6 wordt als volgt gewijzigd:

    Aan artikel 249 wordt een zin toegevoegd, luidende: In het geval van verdeling van een nalatenschap ingevolge artikel 4.2A.1.1 gelden de rechtsgevolgen van de overeenkomst niet mede voor de kinderen van de erflater, tenzij uit de overeenkomst anders voortvloeit.

    Staatsblad 2002 230 4

    F

    Boek 7 wordt als volgt gewijzigd:

  9. Na titel 7.1 wordt ingevoegd titel 7.3, zoals vastgesteld wanneer het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT