Besluit van 11 december 2002 tot wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit bezoldiging politie, het Besluit geneeskundige verzorging politie 1994 en het Besluit vergoeding verplaatsingskosten politie onder meer in verband met het verlofsparen

Besluit van 11 december 2002 tot wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit bezoldiging politie, het Besluit geneeskundige verzorging politie 1994 en het Besluit vergoeding verplaatsingskosten politie onder meer in verband met het verlofsparen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 14 oktober 2002, nr. EA2002/89749, directoraat-generaal Openbare Orde en Veiligheid;

Gelet op artikel 50, eerste lid, en 53d, eerste lid, van de Politiewet 1993 en artikel9, zesde lid, van de LSOP-wet;

De Raad van State gehoord (advies van 25 november 2002, nr. W04.02.0458/I);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 december 2002, nr. EA2002/98172, directoraat-generaal Openbare Orde en Veiligheid;Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit algemene rechtspositie politie1 wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 13b, elfde lid, wordt «derde lid» vervangen door: vierde lid.BArtikel 18 wordt als volgt gewijzigd:1. Het tweede lid komt als volgt te luiden:2. De ambtenaar wiens arbeidstijd met toepassing van artikel 13a is verminderd, heeft aanspraak op een verhoging als bedoeld in het eerste lid, naar de mate waarin zijn arbeidstijd met een lager percentage is verminderd dan het bij zijn leeftijd behorende percentage, genoemd in artikel 13a, eerste lid.2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. De ingevolge het tweede lid tot stand gekomen verhoging wordt rekenkundig afgerond op tienden van uren.CIn artikel 40b worden, onder vernummering van het zesde lid tot achtste lid, na het vijfde lid twee leden ingevoegd, luidende:6. Indien de ambtenaar aan wie verlof is verleend, gedurende dat verlof of gedurende een bepaalde periode van dat verlof tevens recht heeft op een financiële tegemoetkoming op basis van de Wet arbeid en zorg, wordt gedurende de periode waarin sprake is van samenloop, een inhouding op de bezoldiging, bedoeld in het eerste en tweede lid, toegepast die overeenkomt met het bedrag van deze financiële tegemoetkoming.7. Indien aan de gestelde voorwaarden voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming als bedoeld in het zesde lid is voldaan maar geen financiële tegemoetkoming is toegekend omdat de ambtenaar geen aanvraag heeft ingediend, kan het bevoegde gezag het zesde lid op overeenkomstige wijze toepassen, mits de ambtenaar schriftelijk is gewezen op de mogelijkheid van het indienen van een aanvraag. In dat geval wordt rekening gehouden met de financiële tegemoetkoming die aan de ambtenaar zou zijn toegekend indien hij wel een aanvraag zou hebben ingediend.DAan artikel 41a worden na het vierde lid twee leden toegevoegd, luidende:5. Indien de ambtenaar aan wie verlof is verleend, gedurende dat verlof of gedurende een bepaalde periode van dat verlof tevens recht heeft op een financiële tegemoetkoming op basis van de Wet arbeid en zorg, wordt gedurende de periode waarin sprake is van samenloop een inhouding op de bezoldiging, bedoeld in het eerste lid, toegepast die overeenkomt met het bedrag van deze financiële tegemoetkoming.6. Indien aan de gestelde voorwaarden voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming als bedoeld in het vijfde lid is voldaan maar geen financiële tegemoetkoming is toegekend omdat de ambtenaar geen aanvraag heeft ingediend, kan het bevoegde gezag het vijfde lid op overeenkomstige wijze toepassen, mits de ambtenaar schriftelijk is gewezen op de mogelijkheid van het indienen van een aanvraag. In dat geval wordt rekening gehouden met de financiële tegemoetkoming die aan de ambtenaar zou zijn toegekend indien hij wel een aanvraag zou hebben ingediend.EArtikel 87a wordt als volgt gewijzigd:1. Het tweede lid komt als volgt te luiden:2. Aan de ambtenaar die ontslag vraagt met het oog op een uitkering op grond van de Regeling flexibel pensioen en uittreden, bedoeld in artikel 3 van de Centrale vut-overeenkomst overheids- en onderwijspersoneel en artikel 1.5 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, wordt ontslag verleend indien:a. het bestuur van de Stichting fonds vrijwillig vervroegd uittreden overheidspersoneel alsmede het bestuur van de Stichting Pensioenfonds ABP op grond van een desbetreffende aanvraag hebben vastgesteld dat na dat te verlenen ontslag recht bestaat op een uitkering op grond van de Regeling flexibel pensioen en uittreden enb. in het jaar voorafgaande aan de beoogde ontslagdatum geen gespaard verlof als bedoeld in de Regeling verlofsparen politie is genoten. 2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vierde en vijfde lid wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:3. Het ontslag, bedoeld in het tweede lid, gaat niet eerder in dan met ingang van de dag waarop het recht ontstaat op een uitkering als bedoeld in het tweede lid.FIn artikel 88 wordt, onder vernummering van het achtste en negende lid tot het negende en tiende lid, na het zevende lid een lid ingevoegd, luidende:8. Het ontslag, bedoeld in het derde, vijfde en zevende lid, wordt niet verleend indien binnen een jaar voorafgaande aan de beoogde ontslagdatum gespaard verlof als bedoeld in de Regeling verlofsparen politie is genoten.GIn artikel 88b wordt de zinsnede «50 jaar of ouder was» vervangen door: jonger was dan 50 jaar.

ARTIKEL II

Het Besluit bezoldiging politie2 wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 23 wordt als volgt gewijzigd:1. Het vierde lid komt als...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT