Besluit van 1 november 2006 tot vernietiging van een gedeelte van het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Gorinchem tot vaststelling van de Verordening op de rekenkamercommissie Gorinchem

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2006

573

Besluit van 1 november 2006 tot vernietiging van een gedeelte van het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Gorinchem tot vaststelling van de Verordening op de rekenkamercommissie Gorinchem

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 oktober 2006, 2006-0000326057, directoraatgeneraal Koninkrijksrelaties en Bestuur, directie Bestuurlijke en Financiele Organisatie, afdeling Bestuurlijke Organisatie

Overwegingen

In de vergadering van 23 februari 2006 heeft de gemeenteraad van Gorinchem, de Verordening op de rekenkamercommissie Gorinchem vastgesteld. Artikel 8, eerste lid, van deze verordening luidt als volgt: «De rekenkamercommissie stelt het werkprogramma vast, dat eerst na goedkeuring van de raad kan worden uitgevoerd.»

Bij brief van 2 maart 2006, kenmerk 1059, heeft het college van burgemeester en wethouders van Gorinchem de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties de Verordening op de rekenkamercommissie Gorinchem toegezonden. Het college verzocht de minister in deze brief de een wetsvoorstel voor te bereiden om artikel 182, tweede lid, Gemeentewet aan te passen in de geest van artikel 8, tweede lid, van de Verordening op de rekenkamercommissie Gorinchem.

Bij brief van 13 april 2006, kenmerk 2006-0000116558, aan het college van burgemeester en wethouders van Gorinchem is namens de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties aangegeven dat artikel 8, eerste lid, van de Verordening op de rekenkamercommissie Gorinchem in aanmerking komt voor vernietiging op grond van strijd met het recht en strijd met het algemeen belang. Mede met verwijzing naar artikel 10:41 van de Algemene wet bestuursrecht zijn de burgemeester en de gemeenteraad in de gelegenheid gesteld tot een nader overleg. Dat overleg heeft plaatsgevonden op 6 juni 2006 te Den Haag.

Namens de gemeenteraad is onder meer aangegeven dat door de gemeenteraad belang wordt gehecht aan de onafhankelijkheid van de rekenkamercommissie voor zover het gaat om de uitvoering van de

Staatsblad 2006 573 1

onderzoeken. De raad wenst wel zeggenschap uit te oefenen over de keuze van de te onderzoeken thema's. Op die wijze kunnen de onderzoeksresultaten van de rekenkamercommissie optimaal worden ingebed in de gemeentelijke cyclus van beleid, planning en control. Het uitgangspunt dat de rekenkamercommissie het werkprogramma vaststelt is onomstreden. De door de gemeente gekozen systematiek past volgens de gemeenteraad formeel bezien in het stelsel van de wet.

Van de zijde van het ministerie is onder meer aan de orde gesteld in hoeverre in materieel opzicht sprake is van een andere situatie en is in het licht van artikel 259 van de Gemeentewet aandacht gevraagd voor de toelaatbaarheid van het goedkeuringsvereiste. Van de zijde van het gemeentebestuur is naar aanleiding daarvan in essentie gesteld dat dit artikel de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT