Wet van 29 december 2008 tot wijziging van de Wet op de rechtsbijstand houdende herijking van de verlening van rechtsbijstand door de raden voor rechtsbijstand en de invoering van een lichte adviestoevoeging, alsmede de regeling van de vergoeding van mediation

Wet van 29 december 2008 tot wijziging van de Wet op de rechtsbijstand houdende herijking van de verlening van rechtsbijstand door de raden voor rechtsbijstand en de invoering van een lichte adviestoevoeging, alsmede de regeling van de vergoeding van mediation

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een duidelijke scheiding aan te brengen tussen de publieke en de private functie van de gesubsidieerde rechtsbijstand door herijking van de verlening van rechtsbijstand door de raden voor rechtsbijstand door invoering van de verlening van rechtshulp door de raden en overdracht van de taken die verband houden met de verdergaande verlening van rechtsbijstand aan de advocatuur, alsmede de regeling van de vergoeding van mediation; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de rechtsbijstand wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:1. Onderdeel d komt te luiden: d. voorziening: een door de raad ingerichte voorziening als bedoeld in artikel 7, tweede lid, of 8, tweede lid; 2. Onderdeel f komt te luiden: f. rechtzoekende: degene die op grond van onvoldoende financiële draagkracht aanspraak kan maken op rechtsbijstand of mediation, voorzover in deze wet en de daarop berustende bepalingen geregeld, alsmede degene die zijn schade wil vorderen als slachtoffer van een misdrijf tegen de zeden of een geweldsmisdrijf; 2a. In onderdeel g wordt «artikel 7, tweede lid» vervangen door: artikel 7a, derde lid. 3. Onderdeel h komt te luiden: h. rechtsbijstandverlener: de advocaat, de medewerker van de voorziening voorzover belast met de verlening van rechtsbijstand en de personen, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder c; 3a. Onderdeel i komt te luiden: i. toevoeging: de toevoeging ten behoeve van rechtsbijstand als bedoeld in artikel 24, eerste lid, of mediation als bedoeld in artikel 33a. 4. Na onderdeel q worden onder vervanging van de punt aan het slot van dat onderdeel door een puntkomma, drie nieuwe onderdelen toegevoegd, luidende: r. rechtshulp: het verlenen van rechtsbijstand bestaande uit het geven van eenvoudige juridische adviezen waarbij geen sprake is van vertegenwoordiging van de rechtzoekende, alsmede het met het oog op het verlenen van deze rechtsbijstand verstrekken van informatie, analyseren en verduidelijken van een probleem en het verwijzen naar terzake doende instanties en rechtsbijstandverleners; s. mediation: het bemiddelen in een geschil waarbij een neutrale bemiddelingsdeskundige de onderhandelingen tussen de rechtzoekende en zijn wederpartij begeleidt teneinde vanuit hun werkelijke belangen tot gezamenlijk gedragen en voor ieder van hen optimale resultaten te komen; t. mediator: de mediator als bedoeld in artikel 33a. BIn artikel 2 vervallen het vierde en vijfde lid.CArtikel 7 komt te luiden:

Artikel 7
  1. De raad heeft tot taak om: a. zorg te dragen voor de organisatie van alsmede de verlening van rechtsbijstand; b. zorg te dragen voor de organisatie van alsmede de uitvoering van de mediation alsmede het gebruik van mediation te bevorderen. 2. De raden treffen in ieder geval gezamenlijk één afzonderlijke voorziening die belast is met de verlening van rechtshulp, het bevorderen van het gebruik van mediation, het verwijzen naar een mediator alsmede met het benaderen van de wederpartij van de rechtzoekende met het oog op mediation. 3. Met het oog op de uitvoering van de taken, bedoeld in het eerste lid, heeft de raad voorts tot taak: a. het nemen van besluiten op aanvragen om verlening van toevoegingen; b. de vaststelling en uitbetaling van vergoedingen aan rechtsbijstandverleners en mediators; c. de controle op werkzaamheden van rechtsbijstandverleners en mediators, voorzover deze niet elders in deze wet aan anderen is opgedragen; d. het sluiten van overeenkomsten met ingeschreven advocaten of met personen, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder c, alsmede met mediators; e. de vaststelling van de draagkracht overeenkomstig de bepalingen van deze wet, voorzover dat bij wettelijk voorschrift is bepaald; f. het vergoeden van de in deze wet bedoelde, door de rechtzoekende met een grensoverschrijdend geschil als bedoeld in hoofdstuk IIIa gemaakte kosten. DNa artikel 7 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende

Artikel 7

a.

  1. De raden stellen gezamenlijk regels met het oog op de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT