Implementatiebesluit prudentieel toezicht beleggingsondernemingen

Besluit van 19 november 2021 tot wijziging van het Besluit prudentiële regels Wft, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft en enkele andere besluiten ter implementatie van de Richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen (Implementatiebesluit prudentieel toezicht beleggingsondernemingen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 8 september 2021, 2021-0000179037, directie Financiële Markten; Gelet op Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014 (PbEU 2019, L 314), Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU (PbEU 2019, L 314) en de artikelen 1:19, tweede lid, 1:81, 3:17, tweede lid, aanhef en onderdeel c, en derde lid, 3:53, derde lid, 3:57, tweede lid, 3:63, tweede lid, 3:72, vijfde lid, 3:74a, derde lid, 4:14, tweede lid, aanhef en onderdelen a en c en 4:86 van de Wet op het financieel toezicht; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 oktober 2021, nr. W06.21.0284/III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 17 november 2021, 2021-0000226576, directie Financiële Markten; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit prudentiële regels Wft wordt als volgt gewijzigd: AIn artikel 1 wordt aan de definitie van «toetsingsvermogen» toegevoegd «of, in het geval van beleggingsondernemingen in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen, artikel 9 van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen». BArtikel 3 vervalt.CArtikel 23 wordt als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid, vervalt de tweede zin. 2. In het zesde lid wordt na «de financiële onderneming» ingevoegd «, niet zijnde een beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen,». 3. Er worden drie leden toegevoegd, luidende: 8. Een bank, beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten of clearinginstelling als bedoeld in artikel 3:17, eerste of derde lid, 3:23 of 3:27 van de wet houdt in aanvulling op het tweede lid rekening met de risico’s die voortvloeien uit de macro-economische omgeving waarin de onderneming actief is en die verband houden met de stand van de conjunctuurcyclus. 9. Een beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen als bedoeld in artikel 3:17, derde lid, van de wet, niet zijnde een kleine en niet-verweven beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen, houdt in aanvulling op het tweede lid tevens rekening met de risico’s die voortvloeien uit de macro-economische omgeving waarin zij actief is en die verband houden met haar bedrijfscyclus en de risico’s die zij voor anderen inhoudt of kan inhouden. 10. Een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 3:22 van de wet waarop, zou zij haar zetel hebben in een lidstaat: a. de verordening kapitaalvereisten van toepassing zou zijn, voldoet aan de op een beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten van toepassing zijnde verplichting bedoeld in het achtste lid; of b. de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen van toepassing zou zijn, voldoet aan de op een beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen van toepassing zijnde verplichting bedoeld in het negende lid. DArtikel 23a komt te luiden:

Artikel 23

a.

Het beleid en de procedures en maatregelen, bedoeld in artikel 23, eerste en derde tot en met vijfde lid: a. van een bank, een beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten, een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 23, tiende lid, aanhef en onderdeel a, of een clearinginstelling voldoen aan de op de betrokken onderneming van toepassing zijnde technische criteria voor de organisatie en behandeling van risico’s in de artikelen 79 tot en met 87 van de richtlijn kapitaalvereisten; b. van een beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen en een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 23, tiende lid, aanhef en onderdeel b, voldoen aan de technische criteria voor de organisatie en behandeling van risico’s, bedoeld in de artikelen 26, eerste lid, onderdelen b en c, derde lid, en 29, eerste lid, van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen en indien de beleggingsonderneming kwalificeert als kleine en niet-verweven beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen aan die bedoeld in artikel 29, eerste lid, onderdelen a, c, en d, van die richtlijn. EIn artikel 23aa wordt «beleggingsondernemingen in de zin van de verordening kapitaalvereisten» vervangen door «beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten». FArtikel 23b wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd: a. In de aanhef vervalt «in de zin van de verordening kapitaalvereisten». b. In onderdeel a wordt na «de richtlijn kapitaalvereisten» ingevoegd «, dan wel, in het geval van een beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen, overeenkomstig artikel 28, eerste en tweede lid, van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen». c. In onderdeel b wordt na «de richtlijn kapitaalvereisten» ingevoegd «, dan wel, in het geval van een beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen, overeenkomstig artikel 28, vierde lid, van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen». d. In onderdeel c wordt na «de richtlijn kapitaalvereisten» ingevoegd «, dan wel, in het geval van een beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen, overeenkomstig artikel 28, derde en vijfde lid, van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen». 2. In het tweede lid wordt «beleggingsonderneming» vervangen door «beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten». 3. In het derde lid wordt «beleggingsonderneming» vervangen door «beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten» en wordt na «het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft» ingevoegd «dan wel indien de beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen niet voldoet aan de criteria bedoeld in artikel 32, vierde lid, onderdeel a, van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen». 4. Er worden twee leden toegevoegd, luidende: 4. Artikel 23, tiende lid, is van overeenkomstige toepassing. 5. Het eerste en derde lid zijn niet van toepassing op een beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen die kwalificeert als kleine en niet-verweven beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen. GArtikel 23i komt te luiden:

Artikel 23

i.

1. Een bank of beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 23, eerste lid, beschikt over passende procedures die haar werknemers in staat stellen om door hen geconstateerde mogelijke of feitelijke overtredingen van de verordening kapitaalvereisten, de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen of het bij of krachtens hoofdstuk 1.7 en het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen van de wet bepaalde intern te melden. 2. Deze procedures voldoen aan de vereisten in artikel 71, tweede lid, onderdelen b, c en d, en derde lid, van de richtlijn kapitaalvereisten, of, in het geval van beleggingsondernemingen in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen, aan de vereisten in artikel 22, eerste lid, onderdelen b, c en d, van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen. Artikel 23, tiende lid, is van overeenkomstige toepassing. HIn artikel 24a, eerste lid, wordt «bank of beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 23, tweede lid, tweede volzin» vervangen door «bank of beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 23, achtste lid en tiende lid, aanhef en onderdeel a». INa artikel 24a wordt twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 24

a1.

1. Een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 23, negende lid en tiende lid, aanhef en onderdeel b, beschikt over solide, doeltreffende en allesomvattende strategieën en procedures aan de hand waarvan zij doorlopend nagaat of en ervoor zorgt dat de hoogte, samenstelling en verdeling van haar toetsingsvermogen en haar liquide activa aansluiten op de omvang en de aard van de risico’s waaraan zij blootstaat, zou kunnen blootstaan en die zij voor anderen kan inhouden. 2. De Nederlandsche Bank kan categorieën beleggingsondernemingen in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen die kwalificeren als kleine en niet-verweven beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen, verplichten te voldoen aan het eerste lid, indien zij dit passend acht.

Artikel 24

a2.

1. Indien een beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT