Wet van 28 april 2005 tot wijziging van de Politiewet 1993 in verband met het stellen van regels voor het treffen van samenwerkingsvoorzieningen op initiatief van politiekorpsen en voor de informatie- en communicatievoorzieningen van de politie
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Jaargang 2005
242
Wet van 28 april 2005 tot wijziging van de Politiewet 1993 in verband met het stellen van regels voor het treffen van samenwerkingsvoorzieningen op initiatief van politiekorpsen en voor de informatie- en communicatievoorzieningen van de politie
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de politiekorpsen publiekrechtelijke instrumenten te bieden om de mogelijkheden voor onderlinge samenwerking op het gebied van het beheer te verbeteren, alsmede Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de bevoegdheid te geven regels te stellen over de informatie- en communicatievoorzieningen van de politie teneinde de eenduidige toepassing van deze voorzieningen binnen de politie te bevorderen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Politiewet 1993 wordt als volgt gewijzigd:
A
wordt vervangen door:
-
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan regels geven over de samenwerking tussen regionale politiekorpsen of tussen regionale politiekorpsen en het Korps landelijke politiediensten. 2. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan in overeenstemming met Onze Minister van Defensie regels geven over de samenwerking van de regionale politiekorpsen of het Korps landelijke politiediensten met de Koninklijke marechaussee. 3. Indien de regels, bedoeld in het eerste en tweede lid, voorschriften bevatten die ten behoeve van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel de vervulling van taken ten dienste van de justitie
Staatsblad 2005 242 1
moeten worden gesteld, worden zij gegeven door Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie gezamenlijk, onderscheidenlijk door Onze voornoemde Ministers en Onze Minister van Defensie gezamenlijk. 4. Alvorens de regels, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden gegeven, kunnen de korpsbeheerders worden gehoord.
B
Na artikel 46 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
-
Regio's, dan wel regio's tezamen met het Rijk ten behoeve van het Korps landelijke politiediensten, kunnen een...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT