Besluit van 14 mei 2007 tot aanwijzing van instanties met een rechtmatig belang in het kader van Verordening 2006/2004 (Besluit aanwijzing instanties met een rechtmatig belang)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2007

186

Besluit van 14 mei 2007 tot aanwijzing van instanties met een rechtmatig belang in het kader van Verordening 2006/2004 (Besluit aanwijzing instanties met een rechtmatig belang)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 22 november 2006, nr. WJZ 6098296;

Gelet op verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (PbEU L 364) en artikel 6.2 van de Wet handhaving consumentenbescherming;

De Raad van State gehoord (advies van 4 januari 2007 nr. W10.06.0515/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 mei 2007, nr. WJZ 7054568;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Als instantie met een rechtmatig belang bij de beëindiging van of het verbieden van intracommunautaire inbreuken als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van verordening 2006/2004 wordt de Stichting Reclame Code aangewezen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing instanties met een rechtmatig belang.

Staatsblad 2007 186 1

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Minis-terie van Economische Zaken. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 10 juli 2007, nr. 130.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 14 mei 2007

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken, F. Heemskerk

Uitgegeven de vijfde juni 2007

De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

STB10998 ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 2007

Staatsblad 2007 186 2

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit strekt tot uitvoering van artikel 6.2 van de Wet handhaving consumentenbescherming. Dit artikel vormt de basis voor het aanwijzen van instanties die een rechtmatig belang hebben bij de beëindiging van of het verbieden van intracommunautaire inbreuken in de zin van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (PbEU L 364) (hierna: verordening 2006/2004).

Doel van verordening 2006/2004 is het bevorderen van de samenwerking tussen nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van wetgeving ter bescherming van consumentenbelangen, het waarborgen van de werking van de interne markt en de verbetering van de bescherming van de economische belangen van de consument (overweging 18; artikel 1). De verordening bevat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT