Wet van 11 december 2002 tot wijziging van de Wet wederzijdse bijstand bij de invordering van enkele EEG-heffingen, de omzetbelasting en de accijnzen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2002

619

Wet van 11 december 2002 tot wijziging van de Wet wederzijdse bijstand bij de invordering van enkele EEG-heffingen, de omzetbelasting en de accijnzen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de Wet wederzijdse bijstand bij de invordering van enkele EEG-heffingen, de omzetbelasting en de accijnzen dient te worden aangepast aan richtlijn nr. 2001/44/EG van de Raad van de Europese Unie van 15 juni 2001 tot wijziging van Richtlijn 76/308/EEG betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit verrichtingen die deel uitmaken van het financieringsstelsel van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, alsmede van landbouwheffingen en douanerechten, evenals van schuldvorderingen uit hoofde van de belasting over de toegevoegde waarde en van bepaalde accijnzen (PbEG L 175);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet wederzijdse bijstand bij de invordering van enkele EEG-heffingen, de omzetbelasting en de accijnzen1 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1
  1. Deze wet is van toepassing op verzoeken om bijstand bij de invordering van schuldvorderingen, ontstaan in een lidstaat, die verband houden met: a. restituties, interventies en andere maatregelen die deel uitmaken van het stelsel van algehele of gedeeltelijke financiering door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), met inbegrip van de in het kader van deze acties te innen bedragen; b. heffingen en andere rechten uit hoofde van de gemeenschappelijke marktordening voor suiker; c. rechten bij invoer;

Staatsblad 2002 619 1

  1. rechten bij uitvoer; e. omzetbelasting; f. accijnzen op tabaksfabrikaten, alcohol en alcoholhoudende dranken en minerale oliën; g. belastingen op inkomen en vermogen; h. belastingen op verzekeringspremies, en i. interesten, bestuursrechtelijke sancties en boetes, en kosten in verband met de schuldvorderingen, bedoeld in de onderdelen a tot en met h, met uitsluiting van de strafrechtelijke maatregelen als gedefinieerd in de geldende wetgeving van de lidstaat waar de aangezochte autoriteit gevestigd is. 2. Als verzoeken om bijstand bij de invordering als bedoeld in het eerste lid, worden aangemerkt verzoeken om inlichtingen die van nut zijn voor de invordering van een schuldvordering, tot betekening of uitreiking van akten of beslissingen met betrekking tot een schuldvordering of de invordering daarvan, tot invordering van een schuldvordering dan wel tot het nemen van conservatoire maatregelen ter waarborging van de invordering.

  1. Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. lidstaat: lidstaat van de Europese Unie; b. verzoekende autoriteit: de bevoegde autoriteit van een lidstaat die een verzoek om bijstand als bedoeld in artikel 1, tweede lid, indient; c. aangezochte autoriteit: de bevoegde autoriteit van een lidstaat aan wie een verzoek om bijstand als bedoeld in artikel 1, tweede lid, is gedaan; d. Onze Minister: Onze Minister van Financiën; e. executoriale titel: elke administratieve of rechterlijke beslissing, ongeacht de daaraan gegeven benaming, die in een lidstaat is gegeven met betrekking tot een schuldvordering als bedoeld in artikel 1, eerste lid, en die aldaar voor gedwongen tenuitvoerlegging in aanmerking komt; f. rechten bij invoer: douanerechten en heffingen van gelijke werking bij invoer, alsmede invoerheffingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid of in het kader van specifieke regelingen voor bepaalde goederen die door de verwerking van landbouwproducten worden verkregen; g. rechten bij uitvoer: douanerechten en heffingen van gelijke werking bij uitvoer, alsmede uitvoerheffingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid of in het kader van specifieke regelingen voor bepaalde goederen die door de verwerking van landbouwproducten worden verkregen; h. belastingen op inkomen en vermogen: belastingen, bedoeld in artikel 1, derde lid, in verbinding met artikel 1, vierde lid, van richtlijn nr. 77/799/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe en de indirecte belastingen (PbEG L 336); i. heffingen op verzekeringspremies: heffingen op verzekeringspremies, bedoeld in artikel 3 van richtlijn nr. 76/308/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 maart 1976 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten en belastingen, alsmede uit andere maatregelen (PbEG L 73).

  1. In artikel 3 wordt «een schuldvordering als is bedoeld in artikel 1, eerste lid» vervangen door: een schuldvordering als bedoeld in artikel 1, eerste lid.

    Staatsblad 2002 619 2

  2. Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

Het verzoek om inlichtingen vermeldt zowel de naam en het adres van de persoon waarop de te verstrekken gegevens betrekking hebben, als enige andere relevante informatie waartoe de verzoekende autoriteit met betrekking tot diens identiteit normaliter toegang heeft, alsmede de aard en het bedrag van de schuldvordering uit hoofde waarvan het verzoek wordt ingediend.

  1. In artikel 6, eerste lid, wordt «de vereisten» vervangen door: de vereisten,.

  2. In artikel 7, tweede lid, wordt «Onze Ministers van Landbouw en Visserij en van Economische Zaken» vervangen door: Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en Onze Minister van Economische Zaken.

  3. In artikel 8 wordt «schuldvorderingen als zijn bedoeld in artikel 1, eerste lid» vervangen door: schuldvorderingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid. Voorts wordt «welke uitgaan van de lid-staat» vervangen door: die uitgaan van de lidstaat.

  4. Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9

Het verzoek tot betekening of uitreiking vermeldt: a. ten aanzien van de geadresseerde: zowel diens naam en adres als enige andere relevante informatie waartoe de verzoekende autoriteit met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT