Besluit van 1 juli 2011, houdende wijziging van het Kaderbesluit EZ-subsidies in verband met de toevoeging van duurzaamheidsaspecten
Besluit van 1 juli 2011, houdende wijziging van het Kaderbesluit EZ-subsidies in verband met de toevoeging van duurzaamheidsaspecten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 3 mei 2011, nr. WJZ / 11058305; Gelet op de artikelen 3, eerste en tweede lid, van de Kaderwet EZ-subsidies; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 8 juni 2011, nr. W15.11.0168/IV); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 27 juni 2011, nr. WJZ / 11091889; Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Kaderbesluit EZ-subsidies wordt gewijzigd als volgt: A In artikel 2 wordt onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot vierde tot en met zevende lid een lid ingevoegd, luidende: 3. Onze Minister stelt regels als bedoeld in het tweede lid uitsluitend over activiteiten die tevens een positieve bijdrage leveren aan de economische, ecologische of sociale dimensie van duurzaamheid. B Aan artikel 4 wordt, onder vervanging van de punt door een puntkomma in onderdeel h, een onderdeel toegevoegd, luidende: i. de wijze van uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend met het oog op de economische, ecologische of sociale dimensie van duurzaamheid. C In artikel 13, eerste lid, onderdeel b, wordt «de kosten van verbruikte materialen» vervangen door: de kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen. D In artikel 14, onderdeel a, wordt «de kosten van verbruikte materialen» vervangen door: de kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen. E Aan artikel 23 wordt, onder vervanging van de punt door een puntkomma in onderdeel i, een onderdeel toegevoegd, luidende: j. er een naar het oordeel van Onze Minister onaanvaardbaar risico bestaat dat de uitvoering van een voorgenomen activiteit een onevenredige inbreuk zal maken op de economische, ecologische of sociale dimensie van duurzaamheid.
onderdeel j, van het Kaderbesluit EZ-subsidies, vindt geen toepassing op aanvragen om subsidie die vóór 1 januari 2012 zijn ingediend.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot ’s-Gravenhage, 1 juli 2011 Beatrix De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen
Uitgegeven de twaalfde juli 2011 De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten
NOTA VAN TOELICHTING
-
Algemeen
-
Doel en aanleiding
Het bevorderen van duurzaamheid is een belangrijke doelstelling van het kabinetsbeleid. Onder meer door koppeling van innovatie en verduurzaming kan de kracht van de Nederlandse economie nationaal en internationaal worden versterkt. Het is dan ook wenselijk om explicieter dan tot nu toe het geval was te borgen dat er een koppeling is tussen het bevorderen van duurzaamheid en de meer algemene bevordering van activiteiten die zodanig van belang worden geacht dat zij worden gesubsidieerd. Met dit besluit worden daartoe duurzaamheidselementen in het Kaderbesluit EZ-subsidies opgenomen en wordt bereikt dat bevordering van een aspect van duurzaamheid voortaan een nevendoelstelling is van subsidieregelingen die nieuwe subsidiabele activiteiten in het leven roepen. Hierdoor is een duidelijker koppeling gelegd tussen bedrijfsgerichte subsidies en het bereiken van een duurzame economie en wordt eveneens invulling gegeven aan de recent door de Tweede Kamer aangenomen motie om tot een dergelijke verbinding te komen (Kamerstukken 2010/11, 32 500 XIII, nr. 95).
-
Strekking van de wijziging
De wijziging geeft op drie wijzen invulling aan de bevordering van duurzaamheid bij de subsidieregelingen die onder het Kaderbesluit vallen: a. het in zijn algemeenheid bevorderen van duurzaamheid door dit als nevendoelstelling van iedere regeling voor te schrijven. Dit wordt bereikt door te bepalen dat een subsidieregeling alleen wordt vastgesteld indien de subsidiabele activiteiten tevens op enigerlei wijze bijdragen aan een aspect van duurzaamheid; b. het in het concrete geval zonodig bevorderen van duurzaamheid bij de uitvoering van de subsidiabele activiteiten. Dit wordt bereikt door opneming van een...
-
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT