Wet van 29 oktober 2009, houdende wijziging van de Kieswet en enkele andere wetten houdende invoering van het stemmen met een stempas in een stembureau naar keuze binnen de eigen gemeente

Wet van 29 oktober 2009, houdende wijziging van de Kieswet en enkele andere wetten houdende invoering van het stemmen met een stempas in een stembureau naar keuze binnen de eigen gemeente

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het stemmen met een stempas in een stembureau naar keuze binnen de eigen gemeente in te voeren; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:AHet opschrift van Hoofdstuk E komt te luiden:

HOOFDSTUK E

Kieskringen en stembureaus

BOnder vernummering van de paragrafen 3 tot en met 5 tot 2 tot en met 4 vervalt paragraaf 2 van hoofdstuk E. CArtikel E 3 komt te luiden:

Artikel E 3

  1. Burgemeester en wethouders stellen één of meer stembureaus in de gemeente in. 2. Een stembureau bestaat uit een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen aantal leden, van wie er één voorzitter is. CaArtikel H 6, tweede lid, komt te luiden:2. Op dezelfde lijst mogen de namen van ten hoogste vijftig kandidaten worden geplaatst. Op dezelfde lijst van een politieke groepering wier aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende vertegenwoordigend orgaan meer dan vijftien zetels zijn toegekend, mag een aantal namen worden geplaatst dat ten hoogste tachtig zetels bedraagt. Het bepaalde in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen. DAan artikel J 1 worden drie leden toegevoegd, luidende:3. Burgemeester en wethouders kunnen voor stembureaus waar dat wenselijk is met het oog op de plaats waar de bureaus zitting houden bepalen dat de stemming in deze stembureaus aanvangt op een eerder of een later tijdstip dan zeven uur dertig en eindigt op een eerder tijdstip dan eenentwintig uur. De burgemeester brengt deze tijdstippen ten minste veertien dagen voor de stemming ter openbare kennis. 4. De stemopneming van stembureaus, bedoeld in het derde lid, vindt plaats om eenentwintig uur op een door burgemeester en wethouders vast te stellen en bekend te maken plaats. De plaats van stemopneming wordt bekend gemaakt in de openbare kennisgeving, bedoeld in het derde lid. 5. Een stemlokaal als bedoeld in het derde lid is, met uitzondering van een stemlokaal van een stembureau als bedoeld in artikel J 4a, op de dag van de stemming tenminste acht uur aaneengesloten geopend. EArtikel J 3 vervalt.FArtikel J 4 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «stemdistrict» vervangen door: stembureau. 2. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: De burgemeester brengt de adressen van de stemlokalen ter kennis van de kiezer op bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen wijze. 3. Het tweede lid komt als volgt te luiden: 2. Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat tenminste 25% van de in de gemeente aangewezen stemlokalen zodanig zijn gelegen en zo zijn ingericht dat kiezers met lichamelijke beperkingen zoveel mogelijk hun stem zelfstandig kunnen uitbrengen. GNa artikel J 4 wordt een nieuw artikel J 4a ingevoegd, luidende:

    Artikel J 4a

  2. Burgemeester en wethouders kunnen in hun gemeente mobiele stembureaus aanwijzen. De burgemeester brengt een dergelijke aanwijzing ten minste veertien dagen voor de stemming ter openbare kennis. 2. Burgemeester en wethouders stellen de zittingstijden vast en onderscheiden plaatsen waar de mobiele stembureaus gedurende de dag der stemming worden gestationeerd. De tijdstippen en plaatsen worden bekend gemaakt in de openbare kennisgeving, bedoeld in het eerste lid. 3. Alvorens een stembureau als bedoeld in het eerste lid naar een andere standplaats vertrekt, wordt de sleuf van de stembus door de voorzitter van het stembureau in tegenwoordigheid van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT