Loodsgeldtariefstructuur 2014

Besluit van 19 juni 2013, houdende wijziging van het Besluit markttoezicht registerloodsen in verband met het vaststellen van een nieuwe loodsgeldtariefstructuur (Loodsgeldtariefstructuur 2014)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 23 april 2013, nr. IenM/BSK-2013/70157, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op artikel 27d, eerste lid, van de Loodsenwet;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 7 juni 2013, nr. W14.13.0118/IV); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 17 juni 2013, nr. IenM/BSK-2013/119908, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit markttoezicht registerloodsen wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1.1 komt te luiden:

Artikel 1.1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:– A-tarief:

tarief voor de aanvullende diensten, bedoeld in artikel 4.5;– bevoegde autoriteit:

voor een scheepvaartweg of gedeelte daarvan krachtens artikel 1, onder a, van het Loodsplichtbesluit 1995 aangewezen autoriteit; – bijzonder transport:

hetgeen op grond van artikel 1, vijfde lid, van de Scheepvaartverkeerswet mede wordt verstaan onder schip of zeeschip en hetgeen bij of krachtens artikel 4 van die wet wordt verstaan onder een bijzonder transport; – call:

combinatie van een inkomende en uitgaande reis in hetzelfde zeehavengebied;– cluster van zusterschepen:

twee of meer zusterschepen die door dezelfde natuurlijke persoon of rechtspersoon worden geëxploiteerd; – consortium:

twee of meer zusterschepen die onderdeel vormen van een samenwerkingsverband tussen meerdere natuurlijke personen of rechtspersonen waarin schepen regelmatig volgens een vast lijndienstschema, dat op een voor de sector gebruikelijke wijze bekend is gemaakt, eenzelfde vooraf bepaald zeehavengebied aanlopen; – diepgang:

grootste diepgang van een schip of een bijzonder transport gedurende de loodsdienst, bepaald in decimeters, waarbij meer dan een halve decimeter naar boven wordt afgerond en waarbij geen rekening wordt gehouden met een toename van de diepgang als gevolg van onvoorziene schade of een ongeval danwel met een tijdelijke toename van de diepgang ten behoeve van het systeem van het aan boord nemen van lading of direct voorvloeiende uit het doel waarvoor het bijzonder transport wordt uitgevoerd; – frequentiekorting:

korting op de loodsgeldtarieven als bedoeld in artikel 4.9;– inkomende reis:

reis met een schip of een bijzonder transport ten behoeve waarvan loodsdiensten worden verricht: a. vanaf zee tot de ligplaats op zee in een ankergebied of andere locatie; of b. vanaf zee of vanaf de ligplaats op zee in een ankergebied of andere locatie tot de ligplaats in een zeehavengebied; – loodsdienst:

dienst van een registerloods, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Loodsenwet;– loodsvergoedingen:

vergoedingen ter dekking van de kosten verbonden aan de situaties genoemd in artikel 4.6, eerste lid; – organisatie:

krachtens artikel 15a, tweede lid, van de Scheepvaartverkeerswet aangewezen organisatie;– rendez-vousreis:

inkomende of uitgaande reis ten behoeve waarvan de loodsdienst begint of eindigt op een daarvoor door de bevoegde autoriteit op zee aanwezen locatie in of nabij de vaargeul die de aanloop vormt tot het betreffende zeehavengebied; – S-tarief:

starttarief als bedoeld in artikel 4.3, derde lid;– schip:

schip als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Scheepvaartverkeerswet of een zeeschip als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel c, van die wet dan wel hetgeen daarmee is gelijkgesteld of uitgezonderd op grond van artikel 1, derde lid, van die wet; – T-speciaaltarief:

T-tarief ten behoeve van de situaties, bedoeld in artikel 4.4;– T-tarief:

trajecttarief, bedoeld in artikel 4.3, vierde lid;– uitgaande reis:

reis met een schip of een bijzonder transport ten behoeve waarvan loodsdiensten worden verricht: a. vanaf de ligplaats op zee in een ankergebied of andere locatie, naar zee toe; b. vanaf de ligplaats in een zeehavengebied naar zee toe of naar een ligplaats op zee in een ankerplaats of andere locatie; – verhaalreis:

reis met een schip of een bijzonder transport ten behoeve waarvan loodsdiensten worden verricht anders dan een inkomende of uitgaande reis; – wet:

Loodsenwet;– zee:

Noordzee, de Waddenzee, inclusief de monding van de Eems, het Ranzelgat en het Dukegat en de monding van de Westerschelde inclusief de rede van Vlissingen; – zeehavengebied:

havengebied van Delfzijl-Eemshaven, Harlingen-Terschelling, Den Helder-Den Oever-Oudeschild, Amsterdam-IJmuiden, Rotterdam-Rijnmond inclusief Dordrecht, Moerdijk en Scheveningen of Scheldemonden; – zusterschepen:

schepen die ten opzichte van elkaar voldoen aan de volgende eisen:1°. gelijkheid van type, volgens Lloyd’s Register of Ships; 2°. een verschil in de lengte over alles, de maximale diepgang op de zomerlastlijn, alsmede de maximale breedte van, respectievelijk, niet meer dan 10%, 15% en 20%; 3°. overeenkomstige uitrusting en inrichting van de brug en de navigatie-instrumenten, en, 4°. overeenkomende manoeuvreereigenschappen, in het bijzonder ten aanzien van de aanwezigheid van boeg- en hekschroeven en het type en het aantal schroeven en roeren. BHet opschrift van hoofdstuk 4 komt te luiden:

Hoofdstuk 4 LoodsgeldtariefCDe paragrafen 2 tot en met 6 van Hoofdstuk 4 (de artikelen 4.3 tot en met 4.20), worden vervangen door:

§ 2- Loodsgeldtariefstructuur

Artikel 4.3
  1. De loodsgeldtarieven worden onderscheiden in een S-tarief, een T-tarief, een A-tarief en loodsvergoedingen. 2. Het S-tarief en het T-tarief worden onderscheiden in een afhankelijk van de diepgang te bepalen tarief voor in- of uitgaande reizen, rendez-vousreizen en verhaalreizen. 3. Het S-tarief strekt ter dekking van de kosten die samenhangen met het bestellen van een loods met uitzondering van de kosten die zijn verbonden aan het gebruik van een helikopter, bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onderdeel f. 4. Het T-tarief strekt ter dekking van de kosten die verbonden zijn aan het tijdens de loodsdienst af te leggen traject. Ter nadere bepaling van het T-tarief worden de zeehavengebieden bij ministeriële regeling, ingedeeld in tariefgebieden waaraan steeds een, afhankelijk van de tijd die een in- of uitgaande reis of rendez-vousreis naar dat tariefgebied gebruikelijk in beslag neemt, tariefkolom wordt verbonden. 5. In afwijking van het vierde lid wordt voor de situaties genoemd in artikel 4.4 een T-speciaaltarief vastgesteld.

Artikel 4.4

Voor de volgende situaties wordt een T-speciaaltarief vastgesteld:a. indien een schip of bijzonder transport bij een geplande inkomende reis of inkomende rendez-vousreis uiteindelijk op zee blijft, zonder dat personen of goederen van of aan boord werden genomen; b. indien een schip of een bijzonder transport een inkomende-, uitgaande- of rendez-vousreis maakt, tussen zee en een ligplaats op zee in een ankergebied of andere locatie; c. indien loodsdienst ten behoeve van een verhaalreis wordt verricht; en d. indien loodsdienst ten behoeve van een proefvaart van een schip wordt verricht.

Artikel 4.5

Voor de volgende aanvullende diensten wordt een A-tarief vastgesteld:a. indien loodsdienst verricht wordt ten behoeve van een naar het oordeel van de bevoegde autoriteit niet behoorlijk bestuurbaar schip; b. indien loodsdienst verricht wordt ten behoeve van een bijzonder transport; c. indien de loodsdienst naar het oordeel van de bevoegde autoriteit ernstig bemoeilijkt wordt als gevolg van ijsgang; d. indien tijdens de loodsdienst een kompas wordt gesteld; e. indien de loods aan boord blijft om ankerwacht te houden of om de wacht te houden in het geval dat stil wordt gelegen, zonder dat het anker is geworpen; f. indien door omstandigheden bij een inkomende, uitgaande, of rendez-vousreis een langere dan de kortst mogelijke route wordt gevaren; en g. indien door omstandigheden bij een verhaalreis een langere dan de kortst mogelijke route wordt gevaren.

Artikel 4.6
  1. Voor de volgende situaties worden ter dekking van de door een loods gemaakte kosten en van de tijd die niet met het verrichten van loodsdiensten is gemoeid, loodsvergoedingen vastgesteld: a. het afbestellen van een loods of het niet-gebruikmaken van de diensten van een bestelde loods waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen inkomende reizen en inkomende rendez-vousreizen enerzijds en uitgaande reizen, uitgaande rendez-vousreizen en verhaalreizen anderzijds; b. oponthoud tijdens de loodsdienst door een aan het schip of bijzonder transport toe te rekenen omstandigheid die niet van nautische of meteorologische aard is; c. het voor aanvang van en na beëindiging van een loodsdienst aan boord houden van de loods; d. het aan boord nemen of van boord gaan van een loods op een voor het desbetreffende zeehavengebied ongebruikelijke plaats; e. verblijf in quarantaine nadat loodsdienst is verricht op een besmet schip; f. gebruik van een helikopter voor het aan boord brengen of van boord halen van een of meer loodsen bij rendez-vousreizen of op verzoek van de kapitein; en g. reis- en verblijfkosten buiten het betreffende zeehavengebied. 2. Het tarief van een loodsvergoeding kan bestaan uit een forfaitair bedrag of een uurtarief of in het geval bedoeld in eerste lid, onderdeel g, uit werkelijke kosten. Een loodsvergoeding heeft, met uitzondering van de situatie in het eerste lid, onderdeel f, steeds betrekking op de vergoeding per loods.

Artikel 4.7
  1. De Autoriteit Consument en Markt stelt de S-, T-, T-speciaal en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT