Besluit van 7 mei 2004, houdende wijziging van enkele algemene maatregelen van bestuur in verband met aanpassingen aan de Telecommunicatiewet

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2004

206

Besluit van 7 mei 2004, houdende wijziging van enkele algemene maatregelen van bestuur in verband met aanpassingen aan de Telecommunicatiewet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 10 juli 2003, nr. WJZ 3025192;

Gelet op richtlijn nr. 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (PbEG L 108), richtlijn nr. 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (PbEG L 108), richtlijn nr. 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (PbEG L 108), en de artikelen 3.3, negende lid, 3.5, derde en vierde lid, 4.2, tiende lid, 4.10, eerste lid, 4.11, tweede lid, 10.1b en 16.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet;

De Raad van State gehoord (advies van 14 augustus 2003, nr. W 10.03.0306/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 3 mei 2004, nr. WJZ 4028469;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Wijzigingen in enkele algemene maatregelen van bestuur ARTIKEL I

Het Besluit alternatieve verdeling nummers1 wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 1 tot en met 4 komen te luiden:

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Staatsblad 2004 206 1

  1. wet: Telecommunicatiewet; b. nummers waarop de procedure van veiling van toepassing is: nummers waarvan Onze Minister in een nummerplan heeft vastgesteld dat ze van uitzonderlijke economische waarde zijn en dat de procedure van veiling van toepassing is; c. nummers waarop de procedure van loten van toepassing is: nummers, niet zijnde nummers waarop de procedure van veiling van toepassing is.

Artikel 2
  1. Indien er meerdere aanvragen om toekenning van een nummer waarop de procedure van veiling van toepassing is, bij het college zijn ingediend, stelt het college de aanvragers in kennis van het feit dat meerdere aanvragen zijn ingediend en dat de procedure van veiling wordt toegepast. 2. Indien er op dezelfde dag meerdere aanvragen om toekenning van een nummer waarop de procedure van loting van toepassing is, bij het college zijn ingediend, stelt het college de aanvragers in kennis van het feit dat meerdere aanvragen zijn ingediend en dat de procedure van loting wordt toegepast. 3. Bij toepassing van de procedure van veiling of van loting stelt het college het tijdstip vast waarop de veiling of de loting aanvangt alsmede de periode waarbinnen de veiling of de loting moet zijn beëindigd. 4. In de in het eerste en tweede lid bedoelde kennisgevingen wordt door het college mededeling gedaan van: a. het tijdstip van aanvang van de veiling onderscheidenlijk de loting; b. de periode waarbinnen de veiling onderscheidenlijk de loting plaatsvindt; c. de beperkingen waaronder de toekenning wordt verleend; d. de aan de toekenning te verbinden voorschriften.

Artikel 3
  1. Tot de veiling worden slechts toegelaten aanvragers die: a. een aanvraag bij het college hebben ingediend voor toekenning van een nummer waarop de procedure van veiling van toepassing is en aan wie het college overeenkomstig artikel 2 mededeling heeft gedaan, en b. op grond van bij of krachtens de wet gestelde regels in aanmerking komen voor toekenning van het aangevraagde nummer. 2. Tot de loting worden slechts toegelaten aanvragers die: a. een aanvraag bij het college hebben ingediend voor toekenning van een nummer waarop de procedure van loting van toepassing is en aan wie het college overeenkomstig artikel 2 mededeling heeft gedaan, en b. op grond van bij of krachtens de wet gestelde regels in aanmerking komen voor toekenning van het aangevraagde nummer.

Artikel 4
  1. Indien uit artikel 3, eerste lid, onderdeel b, voorvloeit dat slechts één aanvrager in aanmerking komt voor toekenning van het aangevraagde nummer waarop de procedure van veiling van toepassing is, kent het college dat nummer aan deze aanvrager toe zonder toepassing van een veiling. 2. Indien uit artikel 3, tweede lid, onderdeel b, voortvloeit dat slechts één aanvrager in aanmerking komt voor toekenning van het aangevraagde nummer waarop de procedure van loting van toepassing is, kent het college dat nummer aan deze aanvrager toe zonder toepassing van een loting.

Staatsblad 2004 206 2

B

Artikel 5

wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Bij ministeriële regeling kunnen in het kader van de behandeling van een aanvraag om toekenning van nummers waarop de procedure van veiling van toepassing is, regels worden gesteld omtrent de aanvraagprocedure en de wijze waarop de veiling geschiedt.

  2. Het tweede lid, onderdeel h, vervalt.

  3. Na het tweede lid wordt een nieuw lid toegevoegd luidende: 3. Bij ministeriële regeling kunnen in het kader van de behandeling van een aanvraag om toekenning van nummers waarop de procedure van loting van toepassing is regels worden gesteld omtrent de wijze waarop de loting geschiedt. Deze regels hebben in elk geval betrekking op maatregelen ten behoeve van een ongestoord verloop van de loting.

C

Artikel 6

vervalt.

ARTIKEL II
Artikel 1

van het Besluit medegebruik omroepzendernetwerken2 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In onderdeel b wordt «zijn omroepzendernetwerk» vervangen door: zijn openbaar elektronisch communicatienetwerk dat bestaat uit radio-zendapparaten die geschikt zijn voor het verspreiden van programma's.

  2. In onderdeel c wordt «artikel 3.11, vijfde lid» vervangen door: artikel 3.11, vierde lid.

ARTIKEL III

Het Besluit nummerportabiliteit3 wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 1 tot en met 3 komen te luiden:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder: a. wet: Telecommunicatiewet; b. geografisch nummer: nummer uit een door Onze Minister krachtens artikel 4.1, eerste lid, van de wet vastgesteld nummerplan dat krachtens zijn bestemming gebruikt mag worden voor de ontvangst van gesprekken en waarvan een deel van de cijferstructuur een geografische betekenis heeft; c. niet-geografisch nummer: nummer uit een door Onze Minister krachtens artikel 4.1, eerste lid, van de wet vastgesteld nummerplan dat krachtens zijn bestemming gebruikt mag worden voor de ontvangst van gesprekken, anders dan een nummer waarvan een deel van de cijferstructuur een geografische betekenis heeft; d. geografisch gebonden dienst: een vaste openbare elektronische

Staatsblad 2004 206 3

communicatiedienst waarbij gebruik wordt gemaakt van een geografisch nummer; e. niet-geografisch gebonden dienst: een openbare elektronische communicatiedienst waarbij gebruik wordt gemaakt van een niet-geografisch nummer.

Artikel 2

Een aanbieder van een geografisch gebonden dienst is verplicht degene die zijn dienst afneemt, de mogelijkheid te bieden het bij hem in gebruik zijnde geografische nummer te blijven gebruiken, indien diegene ervoor kiest om binnen hetzelfde netnummergebied: a. de geografisch gebonden dienst af te nemen van een andere aanbieder, of b. van hem de geografisch gebonden dienst af te nemen vanaf een andere locatie of tegen andere contractuele voorwaarden.

Artikel 3

Een aanbieder van een niet-geografisch gebonden dienst is verplicht degene die zijn dienst afneemt, de mogelijkheid te bieden het bij hem in gebruik zijnde niet-geografische nummer te blijven gebruiken, indien diegene ervoor kiest om: a. de niet-geografisch gebonden dienst af te nemen van een andere aanbieder, of b. van hem de niet-geografisch gebonden dienst af te nemen tegen andere contractuele voorwaarden.

B

De artikelen 4 tot en met 6 vervallen.

C

Artikel 7

komt te luiden:

Artikel 7
  1. Een aanbieder van een geografisch gebonden dienst als bedoeld in artikel 2, of van een niet-geografisch gebonden dienst als bedoeld in artikel 3, mag ter zake van de naleving van de in die artikelen bedoelde verplichtingen van degene die zijn nummer wil blijven gebruiken geen vergoeding verlangen. 2. Van degene die, met een beroep op artikel 2, onderdeel a, of op artikel 3, onderdeel a, met behoud van het gebruik van het reeds bij hem in gebruik zijnde nummer de in die artikelen bedoelde diensten voortaan van een andere aanbieder afneemt, mag door die aanbieder ter dekking van de administratieve kosten van de realisatie van het nummerbehoud een eenmalige vergoeding van ten hoogste € 10,00 worden verlangd. 3. Het in het tweede lid genoemde bedrag kan bij ministeriële regeling worden gewijzigd voor zover het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie daartoe aanleiding geeft.

ARTIKEL IV

Het vijfde lid van artikel 15 van het Besluit randapparaten en radio-apparaten4 vervalt.

Staatsblad 2004 206 4

ARTIKEL V

Het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet5 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4

wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het tweede lid worden de onderdelen a tot en met i vervangen door: a. openbare elektronische communicatienetwerken; b. openbare elektronische communicatiediensten; c. systemen voor voorwaardelijke toegang; d. toegang tot het programma-aanbod; e. vergunningen als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, en 20.2, eerste lid, van de wet; f. vergunningen als bedoeld in artikel 20.7, eerste lid, van de wet; g. nummers; h. diensten van certificatiedienstverleners.

  2. In het derde lid wordt «bedoeld in het tweede lid, onder a tot en met e» vervangen door: bedoeld in het tweede lid, onder a tot en met c.

B

Artikel 10

komt te luiden:

Artikel 10
  1. Degene die het college verzoekt een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT