Beschikking van de Minister van Justitie van 31 augustus 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Mijnwet BES, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Aanpassingsregeling BES-wetten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang

2010

0

432

Beschikking van de Minister van Justitie van 31 augustus 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Mijnwet BES, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Aanpassingsregeling BES-wetten

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 24, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

de tekst van de Mijnwet BES, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Aanpassingsregeling BES-wetten in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

's-Gravenhage, 31 augustus 2010

De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de eerste oktober 2010

De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

STB13230

ISSN 0920 - 2064 's-Gravenhage 2010 Staatsblad 2010 432 1

TEKST VAN DE MIJNWET BES, ZOALS GEWIJZIGD BIJ DE AANPASSINGSWET OPENBARE LICHAMEN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA EN DE AANPASSINGSREGELING BES-WETTEN

Artikel 1

In de artikelen van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder Rijk: Nederland en Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 1

a.

  1. Onder delfstoffen worden voor de toepassing dezer wettelijke regeling verstaan alle uit de bodem gedolven of op andere wijze uit de bodem gewonnen natuurlijke zelfstandigheden, met uitzondering van die zelfstandigheden die algemeen in Bonaire, Sint Eustatius en Saba voorkomen en uitsluitend dienen voor de aanleg van wegen, voor toeslag voor beton, en voor huizenbouw en kunstwerken in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 2. Voor zover uit deze wettelijke regeling niet anders voortvloeit, zijn alle delfstoffen eigendom van het Rijk. 3. Het recht om delfstoffen op te sporen of te ontginnen wordt verkregen, het eerste krachtens een vergunning, het tweede krachtens een concessie, beide te verlenen door Onze Minister van Economische Zaken. 4. Vergunning tot opsporing wordt verleend voor een bepaalde tijd, drie achtereenvolgende jaren niet te boven gaande. Zij kan vóór het verstrijken van de vergunningstermijn tot tweemaal telkens voor de tijd van een jaar worden verlengd. De vroeger ingediende aanvrage om een vergunning tot opsporing heeft de voorkeur boven de later ingediende. 5. Concessie tot ontginning wordt verleend voor een bepaalde tijd, vijfenzeventig jaren niet te boven gaande. 6. De wijze waarop, de uitgestrektheid waarvoor, en de voorwaarden waaronder de genoemde vergunningen en concessies zullen kunnen worden verkregen, alsook de rechten en verplichtingen, uit die vergunningen en concessies voortvloeiende en de rechten en verplichtingen van de rechthebbende, voor het geval ten behoeve van opsporingen of ontginningen over de grond moet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT