Besluit van 15 december 2005 tot nadere bepaling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 78, onderdeel D, van de Wet op de jeugdzorg

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2005

699

Besluit van 15 december 2005 tot nadere bepaling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 78, onderdeel D, van de Wet op de jeugdzorg

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 9 december 2005, directie Wetgeving, nr. 5391525/05/6;

Gelet op artikel 112, tweede lid, van de Wet op de jeugdzorg;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel 78

onderdeel D, van de Wet op de jeugdzorg treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 15 december 2005

Beatrix

De Minister van Justitie, J. P. H. Donner

Uitgegeven de achtentwintigste december 2005

De Minister van Justitie, J. P. H. Donner

STB9976

ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 2005 Staatsblad 2005 699 1

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel 112

tweede lid, van de Wet op de jeugdzorg (Wjz), zoals die wet op 1 januari 2004 in werking is getreden, bepaalt dat geen aanspraak bestaat op plaatsing in een justitiële jeugdinrichting tot 1 januari 2006. Deze latere inwerkingtreding werd ingegeven doordat de prognoses voor de middellange termijn een tekort aan plaatsen aangaven en met de realisatie van capaciteit gemiddeld ruim vier jaar gemoeid is. Een complicerende factor daarbij is dat de capaciteitsbehoefte aan plaatsen in een justitiële jeugdinrichting fluctueert. Ook voor jongeren met ernstige gedragsproblematiek moeten zo snel mogelijk geschikte en voldoende behandelingsmogelijkheden beschikbaar zijn. De realisatie van intramurale gesloten voorzieningen vergt echter meer tijd dan bij andere voorzieningen het geval is.

Genoemde bepaling geeft aan dat bij koninklijk besluit kan worden bepaald dat het tijdstip van inwerkingtreding van de aanspraak op jeugdzorg die door een justitiële jeugdinrichting wordt gegeven, later kan komen te liggen, indien de beschikbare plaatsruimte in de justitiële jeugdinrichtingen dit noodzakelijk maakt. Van deze mogelijkheid wordt thans gebruik gemaakt.

Sinds de inwerkingtreding van het convenant crisisplaatsingen (2001) is sprake van een sterke stijging van het aantal crisisplaatsingen in de justitiële jeugdinrichtingen. Een substantieel deel van deze jongeren is vervolgens aangewezen op een gesloten behandelplaats. Daar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT