Besluit van 21 juli 2007 tot wijziging van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen in verband met de implementatie van de Wet OM-afdoening alsmede in verband met enkele gemeentelijke herindelingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2007

282

Besluit van 21 juli 2007 tot wijziging van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen in verband met de implementatie van de Wet OM-afdoening alsmede in verband met enkele gemeentelijke herindelingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 29 mei 2007, nr. 5485760/07/6,

Gelet op artikel 41, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie; De Raad van State gehoord (advies van 21 juni 2007, nr. W03.07.0147/II); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 11 juli 2007, nr. 5494091/07/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9

a.

  1. Bij gebrek aan een volledig operationeel geïntegreerd bedrijfsprocessysteem binnen een arrondissement kan het bestuur van een rechtbank de Raad voor de rechtspraak verzoeken tijdelijk een of meer nevenzittingsplaatsen buiten het arrondissement aan te wijzen voor de behandeling van strafzaken die met een eerder uitgevaardigde strafbeschikking in verband staan. 2. De tijdelijke aanwijzing van een of meer nevenzittingsplaatsen buiten het arrondissement als bedoeld in het eerste lid geldt voor ten hoogste drie jaren en kan eenmaal worden verlengd met ten hoogste twee jaren. 3. De artikelen 8, vierde, zesde tot en met negende lid, en 11 zijn van overeenkomstige toepassing.

Staatsblad 2007 282 1

B

Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12

a.

  1. In afwijking van artikel 12 kan, bij gebrek aan een volledig opera-tioneel geïntegreerd bedrijfsprocessensysteem binnen een arrondissement, het bestuur van een rechtbank de Raad voor de rechtspraak verzoeken tijdelijk een of meer nevenzittingsplaatsen buiten het arrondissement aan te wijzen voor de behandeling van een kantonzaak die met een eerder uitgevaardigde strafbeschikking in verband staat. 2. De tijdelijke aanwijzing van een of meer nevenzittingsplaatsen buiten het arrondissement als bedoeld in het eerste lid geldt voor ten hoogste drie jaren en kan eenmaal worden verlengd met ten hoogste twee jaren. 3. De artikelen 8, vierde, zesde tot en met negende lid, en 11 zijn van overeenkomstige toepassing.

    C

    De bijlage, bedoeld in artikel 12, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

  2. In het gestelde onder Rechtbank Alkmaar vervallen NoorderKoggenland, Obdam, Wester-Koggenland en Wognum en wordt na «Hoorn» ingevoegd: Koggenland.

  3. In het gestelde onder Rechtbank Dordrecht vervalt 's-Gravendeel.

  4. In het gestelde onder Rechtbank 's-Gravenhage vervallen Liemeer en Ter Aar.

  5. In het gestelde onder Rechtbank Roermond vervallen Ambt Montfort, Haelen, Heel, Heythuysen, Hunsel, Maasbracht, Roggel en Neer, Swalmen en Thorn en worden na «Kessel» achtereenvolgens ingevoegd: Leudal en Maasgouw.

  6. In het gestelde onder Rechtbank Rotterdam vervallen Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk en wordt na «Krimpen aan den IJssel» ingevoegd: Lansingerland.

  7. In het gestelde onder Rechtbank Zutphen wordt «Groenlo» telkens vervangen door: Oost Gelre.

ARTIKEL II

De artikelen 9a en 12a van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen vervallen.

ARTIKEL III
  1. Artikel I, onderdelen A en B, treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT