Wet van 4 november 2010 tot uitvoering van het op 20 december 2006 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning (Trb. 2008, 173)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang

2010

0

773

Wet van 4 november 2010 tot uitvoering van het op 20 december 2006 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning (Trb. 2008, 173)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter uitvoering van het op 20 december 2006 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning (Trb. 2008, 173) de Wet internationale misdrijven en de Uitleveringswet te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet internationale misdrijven wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4

wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het eerste lid, onderdeel i, en in het tweede lid, onderdeel d, aanhef, wordt «personen» vervangen door: een persoon.

  2. In het tweede lid, onderdeel d, wordt «of afvoeren van personen» vervangen door: , afvoeren of elke andere vorm van vrijheidsontneming van een persoon.

  3. In het tweede lid, onderdeel d, wordt «die personen, met de opzet hen langdurig buiten de bescherming van de wet te plaatsen» vervangen door: die persoon of door verhulling van dat lot of die verblijfplaats, waardoor deze buiten de bescherming van de wet wordt geplaatst.

B

Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Staatsblad 2010 773 1

Artikel 8

a.

  1. Hij die zich schuldig maakt aan gedwongen verdwijning van een persoon, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel d, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie. 2. Indien een feit als bedoeld in het eerste lid: a. de dood of zwaar lichamelijk letsel van de persoon ten gevolge heeft dan wel verkrachting inhoudt; b. geweldpleging in vereniging tegen een persoon dan wel geweldpleging tegen een zieke of gewonde inhoudt; c. een zwangere vrouw, een minderjarige, een persoon met een handicap of een ander bijzonder kwetsbaar persoon betreft; d. een groep van personen betreft, wordt de schuldige gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke gevangenisstraf van ten hoogste dertig jaren of...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT