Besluit van 12 juli 2012 tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht en het Besluit ruimtelijke ordening (aanvullingen en verduidelijkingen inzake digitale eisen ruimtelijke besluiten alsmede het herstel van enkele gebreken)

Besluit van 12 juli 2012 tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht en het Besluit ruimtelijke ordening (aanvullingen en verduidelijkingen inzake digitale eisen ruimtelijke besluiten alsmede het herstel van enkele gebreken)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 2 april 2012, nr. IenM/BSK-16845, Hoofddirectie Juridische Zaken; Gelet op artikel 3.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de artikelen 2.4, 3.7, 3.37, 3.38, 4.1, 4.2, 4.3, 6.13 en 10.3 van de Wet ruimtelijke ordening; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord advies van 7 juni 2012, Nr. W14.12.0112/IV; Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 9 juli 2012, nr. IenM/BSK-2012/122594, Hoofddirectie Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Aan artikel 6.14, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht wordt een volzin toegevoegd, luidende: De mededeling, bedoeld in de eerste volzin, wordt tevens langs elektronische weg gedaan en aan eenieder beschikbaar gesteld op de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening.

ARTIKEL II

Het Besluit ruimtelijke ordening wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1.1.1 vervalt het vierde lid. B In artikel 1.1.2 wordt «rijkbestemmingsplan» vervangen door: rijksbestemmingsplan. C Artikel 1.2.1 komt te luiden:

Artikel 1.2.1
  1. Onverminderd het bepaalde bij of krachtens de wet stellen burgemeester en wethouders, gedeputeerde staten en Onze Minister of Onze Minister wie het aangaat de volgende visies, plannen, besluiten en verordeningen, in voorkomend geval met de daarbij behorende toelichting of onderbouwing, aan eenieder elektronisch beschikbaar: a. structuurvisie; b. bestemmingsplan; c. wijzigings- of uitwerkingsplan; d. voorbereidingsbesluit; e. beheersverordening; f. provinciale verordening als bedoeld in artikel 4.1 van de wet; g. aanwijzing als bedoeld in artikel 4.2 of 4.4 van de wet; h. exploitatieplan; i. rijksbestemmingsplan. 2. Er is een landelijke voorziening waar de visies, plannen, besluiten en verordeningen, bedoeld in het eerste lid, raadpleegbaar zijn. 3. Voor zover een bestemmingsplan, wijzigings- of uitwerkingsplan, exploitatieplan of rijksbestemmingsplan dan wel een onderdeel daarvan: a. niet in werking is getreden, of b. onherroepelijk is,

dragen burgemeester en wethouders, gedeputeerde staten en Onze Minister of Onze Minister wie het aangaat er zorg voor dat dit bij de raadpleging van dat plan langs elektronische weg kenbaar is. 4. Burgemeester en wethouders, gedeputeerde staten en Onze Minister of Onze Minister wie het aangaat stellen eenieder in de gelegenheid een visie, plan, besluit of verordening als bedoeld in het eerste lid, in voorkomend geval met de daarbij behorende toelichting of onderbouwing, in te zien op onderscheidenlijk het gemeentehuis, provinciehuis, of op de hoofdzetel van het ministerie van Onze Minister of Onze Minister wie het aangaat, dan wel op een andere door dat bestuursorgaan te bepalen locatie. Op verzoek wordt tegen kostprijs een afschrift daarvan verstrekt. D Na artikel 1.2.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.2.1

a.

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan, wijzigings- of uitwerkingsplan, exploitatieplan, rijksbestemmingsplan of een aanwijzing als bedoeld in artikel 4.2 of 4.4 van de wet waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is: a. wordt het ontwerpbesluit met overeenkomstige toepassing van artikel 1.2.1, eerste en tweede lid, beschikbaar gesteld; b. vermelden een kennisgeving als bedoeld in artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht en een mededeling als bedoeld in artikel 3:44, eerste lid, van die wet tevens de plaats waar eenieder in de gelegenheid wordt gesteld de plannen en aanwijzingen, bedoeld onder a, langs elektronische weg te raadplegen, alsmede het identificatienummer van die stukken. E In artikel 1.2.2 vervallen het eerste en tweede lid alsmede de aanduiding «3.» voor het derde lid. F Artikel 1.2.3 komt te luiden:

Artikel 1.2.3
  1. Een visie, plan, besluit en verordening als bedoeld in artikel 1.2.1, eerste lid, in voorkomend geval met de daarbij behorende toelichting of onderbouwing, worden elektronisch vastgesteld. Van een zodanig elektronisch document wordt tevens een papieren versie gemaakt. 2. Indien de inhoud van een elektronisch document als bedoeld in het eerste lid tot een andere uitleg aanleiding geeft dan de papieren versie, is het eerstgenoemde document beslissend. G Artikel 1.2.4 komt te luiden:

Artikel 1.2.4
  1. Een visie, plan, besluit en verordening als bedoeld in artikel 1.2.1, eerste lid, worden vastgesteld met gebruikmaking van een of meer ondergronden. Bij het besluit tot vaststelling van de visie of het plan, dan wel bij het besluit of de verordening, wordt aangegeven welke ondergrond is gebruikt. Het betrokken bestuursorgaan stelt de ondergrond samen met een visie, plan, besluit of verordening op verzoek beschikbaar. 2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de vormgeving en inrichting van de te gebruiken ondergrond. H Artikel 1.2.5 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid vervalt: en de eventueel daarin aangebrachte onderscheidingen. 2. Het tweede lid komt te luiden: 2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de te hanteren standaard voor de geometrische plaatsbepaling. I Artikel 1.2.6 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid komt te luiden: 2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de elektronische beschikbaarstelling van een visie, plan, besluit of verordening als bedoeld in artikel 1.2.1, eerste lid, en het verstrekken van de informatie, bedoeld in artikel 1.2.1, derde lid, waarbij tevens regels kunnen worden gesteld omtrent de methoden en technieken voor het elektronisch berichtenverkeer. 2. Het derde en vierde lid vervallen. J In artikel 3.2.4 wordt «anti-dubbeltelbepaling» vervangen door «anti-dubbeltelregel» en wordt «Anti-dubbeltelbepaling» vervangen door: Anti-dubbeltelregel. K Artikel 8.1.2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef wordt «1.2.2» vervangen door: 1.2.1a. 2. In onderdeel b wordt na «bestemming» ingevoegd: , dan wel de herziening het gevolg is van een gedeeltelijke vernietiging van dat plan. L Na artikel 8.1.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8.1.3

a.

Voor de periode tot 1 juli 2013: a. is artikel 1.2.1, eerste en tweede lid, niet van toepassing op een exploitatieplan; b. is de verplichting, bedoeld in artikel 1.2.1, derde lid, niet van toepassing.

ARTIKEL III
Artikel I

onderdeel B, van het Besluit van 21 januari 2009, houdende wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening (herstel oneffenheden) vervalt.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 2012.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot ’s-Gravenhage, 12 juli 2012 Beatrix De Minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de negentiende juli 2012 De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

  1. Inleiding

    Dit besluit bevat enkele wijzigingen van het Besluit ruimtelijke Ordening (hierna: Bro) en het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor). De wijzigingen kunnen worden gerangschikt in twee categorieën.

    In de eerste plaats bevat dit besluit enkele wijzigingen van het Bro die verband houden met de digitale eisen die worden gesteld aan ruimtelijke plannen. De wijzigingen moeten leiden tot een betere informatievoorziening over bestemmingsplannen. Die informatievoorziening wordt verbeterd door – naast het bestemmingsplan zelf – ook het ontwerpbesluit van dat plan centraal te ontsluiten op de landelijke website voor ruimtelijke plannen. Op de landelijke website zal daarnaast kenbaar worden gemaakt of en in hoeverre een bestemmingsplan daadwerkelijk in werking is getreden en of een plan onherroepelijk is.

    In de tweede plaats neemt dit besluit enkele onduidelijkheden weg over digitale verplichtingen met betrekking tot ruimtelijke besluiten. In de praktijk is gebleken dat de bepalingen in het Bro over de elektronische vaststelling, de vormgeving en elektronische beschikbaarstelling van ruimtelijke besluiten op onderdelen onduidelijk zijn. Daarom is paragraaf 1.2 van het Bro, die in algemene zin handelt over de vormgeving, inrichting, beschikbaarstelling, bekendmaking en terinzagelegging van ruimtelijke besluiten, op enkele punten herzien. In dat verband zijn tevens enkele gebreken hersteld. Daarnaast is met dit besluit een omissie in het Bor hersteld ten aanzien van de elektronische mededeling van een besluit tot verlening van een omgevingsvergunning waarbij van het bestemmingsplan wordt afgeweken.

  2. Digitale ruimtelijke besluiten

    Met de invoering van de Wro is de communicatie over ruimtelijke plannen en andere ruimtelijke besluiten vergaand gemoderniseerd en verbeterd door niet de papieren versie maar juist de digitale versie als de juridisch bindende versie aan te wijzen. Dat heeft als positief gevolg gehad dat het meest voorkomende ruimtelijke plan, het bestemmingsplan, vergaand gestandaardiseerd is en voor een ieder via internet raadpleegbaar is via de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl. Op deze website staan per 1 januari 2012 ongeveer 21.000 bestemmingsplannen, zodat gesproken kan worden van een succesvolle invoering van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT