Besluit van 15 december 2005, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 in verband met een herziening van de vrijstelling voor sociale en culturele prestaties alsmede met een aanpassing op enkele onderdelen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2005

687

Besluit van 15 december 2005, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 in verband met een herziening van de vrijstelling voor sociale en culturele prestaties alsmede met een aanpassing op enkele onderdelen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 17 november 2005, DV 2005-00137M;

Gelet op de artikelen 9, tweede lid, onderdeel b, 11, eerste lid, aanhef en onderdeel f, 29, derde lid, 29a, tweede lid, en 39 van de Wet op de omzetbelasting 1968;

De Raad van State gehoord (advies van 1 december 2005, nr. W06.05.0510/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 14 december 2005, DV 2005-00219U;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 3 wordt, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een nieuw lid toegevoegd, luidende: 2. In de in artikel 29, derde lid, en 29a, tweede lid, van de wet bedoelde gevallen waarin niet wordt gehandeld als zelfstandige partijen, is artikel 29, eerste lid, respectievelijk 29a, eerste lid, van de wet niet van toepassing op bedragen die door de ondernemer niet zijn ontvangen of door hem worden terugbetaald, alsmede op bedragen aan belasting die zijn nageheven ingevolge de toepassing van artikel 8, vierde lid, van de wet.

B

Artikel 7

derde lid, vervalt.

Staatsblad 2005 687 1

C

Artikel 12

tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. Voor de bestaande tekst van onderdeel a wordt de aanduiding «1°.» geplaatst.

  2. Na de met «1°.» aangeduide bestaande tekst van onderdeel a wordt ingevoegd:

    1. voor wat betreft de leveringen van goederen als bedoeld in de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 6, indien de ondernemer beschikt over het btw-identificatienummer van degene die de goederen afneemt;.

  3. In onderdeel e wordt de zinsnede «indien de ondernemer een schriftelijke verklaring van de inspecteur kan overleggen waaruit blijkt, dat dat bewijs bij hem is ingeleverd» vervangen door: indien de ondernemer een terzake door de Rijksdienst voor het Wegverkeer opgemaakte verklaring kan overleggen.

    D

Artikel 22

vervalt.

E

Bijlage B wordt als volgt gewijzigd:

  1. Onderdeel a vervalt.

  2. In de aanhef van onderdeel b vervalt de zinsnede «, indien zij geen winst beogen».

  3. Onderdeel b, post 20, vervalt.

  4. Onderdeel b, post 24, vervalt.

  5. Onderdeel b, post 28, vervalt.

  6. Onderdeel b, post 29, wordt vervangen door: 29. instellingen voor algemeen maatschappelijk en bedrijfsmaatschappelijk werk;.

  7. Na onderdeel b, post 31, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van die post door een puntkomma, twee nieuwe posten en een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende: 32. instellingen ter bestrijding van hart- en vaatziekten voorzover het reanimatieonderwijs betreft, die daarvoor via convenanten nauw samenwerken met de Nederlandse Hartstichting; 33. instellingen die werkzaam zijn op het gebied van schuldhulpverlening, met uitzondering van bewindvoering in het kader van de wettelijke schuldregeling, voorzover de diensten niet reeds kunnen worden gerangschikt onder artikel 11, ereste lid, onderdeel j, van de wet. c. Voorzover niet vallend onder onderdeel b worden voorts als leveringen en diensten als bedoeld in artikel 7 van het besluit aangewezen: 1. leveringen en diensten die nauw samenhangen met maatschappelijk werk, met de sociale zekerheid en met de bescherming van kinderen en jongeren; en

    Staatsblad 2005 687 2

  8. diensten van culturele aard andere dan die genoemd in de bij de wet behorende tabel I, onderdeel b, alsmede nauw daarmee samenhangende leveringen; welke worden verricht door een publiekrechtelijk lichaam of door een andere organisatie die, na een daartoe gedaan schriftelijk verzoek, door de inspecteur terzake bij voor bezwaar vatbare beschikking is erkend als instelling van sociale of culturele aard.

  9. In de Algemene aantekening aan het slot van bijlage B, wordt in de eerste volzin «door de in de onderdelen a en b genoemde ondernemers» gewijzigd in «door de in de onderdelen b en c bedoelde instellingen» en wordt «door die ondernemers» vervangen door «door die instellingen».

    Voorts wordt in de tweede volzin van die aantekening «diensten bestaande in thuiszorg» vervangen door: diensten als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, onder 2°, van de wet, die worden verleend aan personen die niet beschikken over een indicatiebesluit als bedoeld in dat onderdeel g, onder 2°.

    Ten slotte wordt aan die aantekening een derde volzin toegevoegd, luidende: De in de onderdelen b en c bedoelde instellingen, behoudens die bedoeld in de posten 9, 13, 23, 29 en 33 van onderdeel b, mogen niet systematisch het maken van winst beogen en, zo er wel winst wordt gemaakt, mogen zij deze niet uitkeren, maar moet die winst worden aangewend voor de instandhouding of verbetering van de leveringen en diensten die worden verleend.

ARTIKEL II

Voor de toepassing van bijlage B, onderdeel c, bij het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968, wordt: a. een ondernemer die was genoemd in bijlage B, onderdeel a, zoals dat onderdeel luidde onmiddellijk voor 1 januari 2006; b. een ondernemer aan wie schriftelijk te kennen is gegeven dat het voornemen bestaat om te bevorderen dat de ondernemer zal worden opgenomen in bijlage B, onderdeel a, zoals dat onderdeel luidde onmiddellijk voor 1 januari 2006; aangemerkt als een instelling die door de inspecteur is erkend als een instelling van sociale of culturele aard. Hierbij blijven de voorwaarden en beperkingen van kracht die met betrekking tot het verlenen van de vrijstelling zijn gesteld.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2006, met uitzondering van: a. artikel I, onderdeel A; b. artikel I, onderdeel E.8 voorzover betrekking hebbend op de tweede volzin van de Algemene aantekening aan het slot van bijlage B; en c. artikel I, onderdeel E.8 voorzover betrekking hebbend op de uitzondering die in de nieuwe derde volzin van de Algemene aantekening aan het slot van bijlage B is opgenomen met betrekking tot de posten 9, 13 en 23 van onderdeel b; die in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Staatsblad 2005 687 3

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Minis-terie van Financiën. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 10 januari 2006, nr. 7.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 15 december 2005

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën, J. G. Wijn

Uitgegeven de zevenentwintigste december 2005

De Minister van Justitie, J. P. H. Donner

STB9898 ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 2005

Staatsblad 2005 687 4

NOTA VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

  1. Algemeen

    1. Inleiding 2. Herziening/vereenvoudiging van de sociaal/culturele BTW-vrijstelling 2.1. Bezwaren tegen de oude regeling 2.2. Nieuwe regeling 3. Overige aanpassingen 3.1. Aanscherping voorwaarden BTW-nultarief bij intracommunautaire leveringen

    3.2. Voorkomen van niet bedoeld gebruik van de correctieregeling voor afdracht en aftrek van BTW bij oninbare vorderingen

    3.3. Diversen 4. Budgettaire aspecten, handhavings- en uitvoeringsaspecten en administratieve lasten

  2. Artikelsgewijze toelichting

  3. Algemeen

    1. Inleiding

      Met het onderhavige wijzigingsbesluit wordt een aantal wijzigingen aangebracht in het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 (hierna: het uitvoeringsbesluit).

      Het gaat daarbij onder meer om een wijziging van de bepalingen met betrekking tot de BTW-vrijstelling voor sociale en culturele prestaties als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de omzetbe-lasting 1968 (hierna: de wet). In de begrotingstoelichting van het Ministerie van Financiën voor het jaar 2005 is als onderdeel van de activiteit «vereenvoudiging van diverse onderdelen van de fiscale wet- en regelgeving en vermindering van administratieve lasten» genoemd een herziening/vereenvoudiging van de sociaal/culturele BTW-vrijstelling, met als doelgroep «ondernemers die verzoeken om toepassing van de BTW-vrijstelling voor zogenoemde sociaal-culturele prestaties» (Kamerstukken II 2004/05, 29 800 IXB, nr. 2, blz. 18). Die vereenvoudiging is in dit wijzigingsbesluit vormgegeven (zie nader hoofdstuk 2).

      In het kader van het beleid ter bestrijding van fraude voorziet het wijzigingsbesluit voorts in een aanscherping van de voorwaarden voor toepassing van het BTW-nultarief voor intracommunautaire leveringen. Een mogelijkheid tot fraude ten gevolge van een in 2004 gewezen arrest van de Hoge Raad wordt daarmee tegengegaan (zie nader hoofdstuk 3.1).

      Daarnaast kent dit wijzigingsbesluit een aanpassing die een niet bedoeld gebruik voorkomt dat zou kunnen worden gemaakt van de correctieregeling voor afgedragen/afgetrokken BTW in situaties van oninbare vorderingen (artikel 29, eerste lid, en 29a, eerste lid, van de wet). Op dit punt wordt duidelijkheid geboden om niet bedoeld gebruik te voorkomen (zie nader hoofdstuk 3.2).

      Ten slotte voorziet het wijzigingsbesluit nog in enkele wijzigingen van verschillende aard (zie nader hoofdstuk 3.3).

      Staatsblad 2005 687 5

    2. Herziening/vereenvoudiging van de sociaal/culturele BTW-vrijstelling

      2.1. Bezwaren tegen de oude regeling

      De sociaal/culturele BTW-vrijstelling is een vrijstelling voor prestaties van sociale of culturele aard. Het betreft een samenstel van bepalingen, namelijk artikel 11, eerste lid, onderdeel f, van de wet, het daarop gebaseerde artikel 7 van het uitvoeringsbesluit en de bij dat besluit behorende bijlage B. In bijlage B staan zowel individueel aangewezen ondernemers/instellingen vermeld (onderdeel a)...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT