Wet van 18 juni 1998 tot wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met onder meer de invoering van het schoolplan, de schoolgids en het klachtrecht

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1998

398

Wet van 18 juni 1998 tot wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met onder meer de invoering van het schoolplan, de schoolgids en het klachtrecht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in het kader van gewijzigde bestuurlijke verhoudingen in het onderwijs nieuwe instrumenten voor kwaliteitsbeleid te introduceren, voorschriften te geven voor sponsoring en de wetgeving voor het voortgezet onderwijs aan te vullen en te verduidelijken met betrekking tot het Nederlands als voertaal, het overgangsrecht in het kader van de lump-sum-regeling en de onroerende-zaakbelasting op schoolgebouwen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het basisonderwijs1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 8 worden een vierde en een vijfde lid toegevoegd, luidende: 4. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat: a. de leerlingen in de eerste 4 schooljaren ten minste 3520 uren onderwijs en in de laatste 4 schooljaren ten minste 4000 uren onderwijs ontvangen, b. de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van 8 aaneensluitende jaren de school kunnen doorlopen en c. de leerlingen per dag ten hoogste 5,5 uren onderwijs ontvangen, waarbij een evenwichtige verdeling van de activiteiten in acht wordt genomen, tenzij afwijking van dit maximale aantal van belang is in verband met activiteiten in het kader van het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. 5. Onze Minister kan op verzoek van het bevoegd gezag ermee instemmen dat wordt afgeweken van het vierde lid, aanhef en onder b. Hij kan daarbij voorwaarden en beperkingen stellen.

Staatsblad 1998 398 1

B

Artikel 10

wordt gewijzigd als volgt:

  1. In het eerste lid wordt «in het schoolwerkplan opnemen» vervangen door: als onderwijsactiviteit aanbieden.

  2. In het vierde lid wordt «artikel 11, vijfde lid» vervangen door: artikel 8, vierde lid, aanhef en onder a.

C

Na artikel 10 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 10

a. Kwaliteit onderwijs.

Het bevoegd gezag draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op de school. Onder zorg dragen voor de kwaliteit van het onderwijs wordt in elk geval verstaan: het uitvoeren van het in het schoolplan, bedoeld in artikel 11, beschreven beleid op een zodanige wijze dat de wettelijke opdrachten voor het onderwijs en de door het bevoegd gezag in het schoolplan opgenomen eigen opdrachten voor het onderwijs, worden gerealiseerd.

Artikel 10

b. Rapportage vorderingen van leerlingen.

Het bevoegd gezag rapporteert over de vorderingen van de leerlingen aan hun ouders.

D

Artikel 11

wordt vervangen door een nieuw artikel, luidende:

Artikel 11 Schoolplan
  1. Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd, en omvat in elk geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het schoolplan omvat mede het beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen, niet zijnde ouderbijdragen of op de onderwijswetgeving gebaseerde bijdragen, indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd. Het schoolplan kan op een of meer scholen voor basisonderwijs en een of meer scholen voor ander onderwijs van hetzelfde bevoegd gezag betrekking hebben. 2. Het onderwijskundig beleid omvat in elk geval de uitwerking van de wettelijke opdrachten voor het onderwijs en van de door het bevoegd gezag in het schoolplan opgenomen eigen opdrachten voor het onderwijs in een onderwijsprogramma. Daarbij worden tevens betrokken de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 3. Het personeelsbeleid, voor zover dat in het schoolplan tot uitdrukking wordt gebracht, omvat in elk geval maatregelen met betrekking tot het personeel die bijdragen aan de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijskundig beleid alsmede het document inzake evenredige

Staatsblad 1998 398 2

vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding, bedoeld in artikel 15 van de wet. 4. Het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs omvat in elk geval op welke wijze het bevoegd gezag bewaakt dat die kwaliteit wordt gerealiseerd en vaststelt welke maatregelen ter verbetering van de kwaliteit nodig zijn.

E

Onder vernummering van artikel 11a tot artikel 11c, worden na artikel 11 twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 11

a. Schoolgids.

  1. De schoolgids bevat voor ouders, verzorgers en leerlingen informatie over de werkwijze van de school en bevat in elk geval informatie over: a. de doelen van het onderwijs, b. de wijze waarop aan de zorg voor het jonge kind wordt vormgegeven, c. de wijze waarop aan de zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften wordt vormgegeven, d. de wijze waarop de verplichte onderwijstijd wordt benut, e. de geldelijke bijdrage, bedoeld in artikel 24, eerste lid, waarbij een ontwerp van een overeenkomst voor een dergelijke bijdrage, die voldoet aan de eisen die in artikel 24, eerste lid, zijn geformuleerd, in de schoolgids wordt opgenomen, f. de rechten en plichten van de ouders, de verzorgers, de leerlingen en het bevoegd gezag, waaronder de informatie over de klachtenregeling, bedoeld in artikel 11b, en de gronden voor vrijstelling van het onderwijs, bedoeld in artikel 25, tweede lid, en g. de wijze waarop het bevoegd gezag omgaat met de in artikel 11, eerste lid, omschreven bijdragen. 2. Het bevoegd gezag reikt de schoolgids uit aan de ouders dan wel de verzorgers bij de inschrijving en jaarlijks na de vaststelling van de schoolgids.

Artikel 11

b. Klachtenregeling.

  1. Ouders dan wel verzorgers, en personeelsleden kunnen bij de klachtencommissie, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, een klacht indienen over gedragingen en beslissingen van het bevoegd gezag of personeel, waaronder discriminatie, dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen door het bevoegd gezag of het personeel. 2. Het bevoegd gezag treft een regeling voor de behandeling van klachten. Deze regeling vermeldt in ieder geval: a. de instelling van een klachtencommissie, die klachten behandelt, b. de wijze waarop de klachtencommissie haar werkzaamheden verricht, c. de termijn waarbinnen de klager een klacht kan indienen en d. de termijn waarbinnen mededeling plaatsvindt van het oordeel, bedoeld in het zesde lid, en hoe bij noodzakelijke afwijking van deze termijn wordt gehandeld. 3. Deze regeling strekt ter vervanging van klachtenregelingen op grond van andere voorschriften dan dit artikel en strekt niet ter vervanging van een andere voorziening die op grond van een wettelijke regeling, niet zijnde een klachtenregeling, voor de klager openstaat of heeft opengestaan. 4. Deze regeling a. voorziet erin dat de klachten worden behandeld door een klachten-

Staatsblad 1998 398 3

commissie die bestaat uit ten minste drie leden, waaronder een voorzitter die geen deel uitmaakt van het bevoegd gezag en niet werkzaam is voor of bij het bevoegd gezag en b. waarborgt dat aan de behandeling van een klacht niet wordt deelgenomen door een persoon op wiens gedraging de klacht rechtstreeks betrekking heeft. 5. De klager en degene over wie is geklaagd krijgen de gelegenheid: a. hun zienswijze mondeling of schriftelijk toe te lichten en b. zich bij de behandeling van de klacht te laten bijstaan. 6. De klachtencommissie vormt zich een oordeel over de gegrondheid van de klacht en deelt dit oordeel, al dan niet vergezeld van aanbevelingen, schriftelijk mede aan de klager, degene over wie is geklaagd en het bevoegd gezag. 7. Het bevoegd gezag deelt de klager en de klachtencommissie, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, binnen 4 weken na ontvangst van het in het zesde lid bedoelde oordeel van de klachtencommissie schriftelijk mede of hij het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja welke. Bij afwijking van de in de eerste volzin bedoelde termijn, doet het bevoegd gezag daarvan met redenen omkleed mededeling aan de klager en de klachtencommissie onder vermelding van de termijn waarbinnen het bevoegd gezag zijn standpunt bekend zal maken. 8. Degene die betrokken is bij de uitvoering van dit artikel en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijze moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit. 9. Gegevens die betrekking hebben op een klacht worden bewaard op een plaats die uitsluitend toegankelijk is voor de leden van de klachtencommissie en het bevoegd gezag.

F

Artikel 13

komt te luiden:

Artikel 13 Vaststelling schoolplan en schoolgids
  1. Het bevoegd gezag stelt ten minste eenmaal in de 4 jaar het schoolplan vast. 2. Het bevoegd gezag stelt jaarlijks de schoolgids vast ten behoeve van het eerstvolgende schooljaar. 3. Het bevoegd gezag zendt het schoolplan dan wel de wijzigingen daarvan en de schoolgids onmiddellijk na de vaststelling aan de inspecteur.

G

Artikel 21

a vervalt.

H

Artikel 25

wordt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT