Besluit van 22 april 1997 tot uitvoering van artikel 8, tweede lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties (goedkeuring van de indicatoren zoals deze zijn vastgesteld bij ministeriële regeling van 5 november 1996)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1997

174

Besluit van 22 april 1997 tot uitvoering van artikel 8, tweede lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties (goedkeuring van de indicatoren zoals deze zijn vastgesteld bij ministeriële regeling van 5 november 1996)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, mede namens Onze Minister van Justitie, van 4 februari 1997, nr. WJB 97/116M;

Gelet op artikel 8, tweede lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties;

De Raad van State gehoord (advies van 28 februari 1997, No. W06.97.0087);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën, mede namens Onze Minister van Justitie, van 21 april 1997, WJB97/272U; BGW97/947M;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De indicator, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties, vastgesteld bij ministeriële regeling van 5 november 1996, wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Staatsblad 1997 174 1

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Lasten en beveling dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 22 april 1997

Beatrix

De Minister van Financiën, G. Zalm

De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Uitgegeven de negenentwintigste april 1997

De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

7S0177 ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 1997

Staatsblad 1997 174 2

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van artikel 8, eerste lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT) kunnen indicatoren voor de duur van zes maanden bij ministeriële regeling worden vastgesteld. Aan de hand van deze indicatoren wordt bepaald of een transactie als ongebruikelijk in de zin van de Wet MOT dient te worden aangemerkt.

Onderhavig besluit geeft uitvoering aan het bepaalde in artikel 8, tweede lid, van de Wet MOT. Ingevolge dat artikel moeten de indicatoren binnen zes maanden na de vaststelling bij ministeriële regeling bij algemene maatregel van bestuur worden goedgekeurd.

Deze goedkeuring vormt geen belemmering om de indicatorenlijsten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT