Wet van 9 maart 2006, houdende wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de toekenning van de bevoegdheid tot het verlenen van vrijstelling en ontheffing aan de minister van Verkeer en Waterstaat, intrekking van de Wet procedures vijfde baan Schiphol en herstel van enkele bepalingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2006

246

Wet van 9 maart 2006, houdende wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de toekenning van de bevoegdheid tot het verlenen van vrijstelling en ontheffing aan de minister van Verkeer en Waterstaat, intrekking van de Wet procedures vijfde baan Schiphol en herstel van enkele bepalingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet luchtvaart en de wet van 9 oktober 2003, houdende wijziging van de Wet luchtvaart betreffende het veroorzaken van hinder en de compensatie van tekorten voor de LVNL (Stb. 448) te wijzigen in verband met het toekennen van de bevoegdheid tot het verlenen van vrijstelling en ontheffing aan de minister van Verkeer en Waterstaat en herstel van enkele bepalingen en de wet van 24 december 1998, houdende regelen ter beheersing en versnelling van de procedures inzake de aanleg van de vijfde baan van de Luchthaven Schiphol (Wet procedures vijfde baan Schiphol) in te trekken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.8

komt te luiden:

Artikel 2.8

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat kan op grond van internationale overeenkomsten of besluiten van volkenrechtelijke organisaties bewijzen van bevoegdheid, bewijzen van gelijkstelling of medische verklaringen, die op grond van eisen, welke gelijkwaardig zijn aan de krachtens artikel 2.3, zesde lid, onderdeel c, of artikel 2.4, derde lid, gestelde eisen, zijn afgegeven door:

Staatsblad 2006 246 1

  1. de bevoegde autoriteit van een door hem bij ministeriële regeling aangewezen staat, of b. een door hem bij ministeriële regeling aangewezen internationale organisatie erkennen als geldig bewijs van bevoegdheid, geldig bewijs van gelijkstelling of geldige medische verklaring. Aan de erkenning kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.

B

In artikel 2.9, derde lid, wordt «kwalificatie en registratie» vervangen door: erkenning, kwalificatie of registratie.

C

Artikel 5.5

derde lid, komt te luiden: 3. Onze Minister van Verkeer en Waterstaat kan ontheffing of vrijstelling...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT