Besluit van 24 december 1997, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 60 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Besluit voorwaarden erkenning uitvoeringsinstelling)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1997

803

Besluit van 24 december 1997, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 60 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Besluit voorwaarden erkenning uitvoeringsinstelling)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 december 1996, nr. SV/UB/96/4993;

Gelet op artikel 60 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997; De Raad van State gehoord (advies van 20 januari 1997, nr.

W12.96.0608);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 december 1997, nr. SV/UB/97/5255;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemene bepalingen Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder: a. Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; b. uitvoeringsinstelling: een uitvoeringsinstelling als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997; c. vennootschap-uitvoeringsinstelling: een rechtspersoon als bedoeld in artikel 59, eerste lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997; d. sectorraad: een sectorraad als bedoeld in artikel 56 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997.

Artikel 2

Een rechtspersoon die de rechtsvorm heeft van een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid kan slechts worden erkend op grond van artikel 59 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, indien: a. de statuten van die rechtspersoon ten minste bepalingen bevatten overeenkomstig de artikelen 3 tot en met 9 van dit besluit, zonder dat een bepaling in die statuten daaraan in enig opzicht afbreuk kan doen; b. de in § 3 bedoelde stichting en de in § 4 bedoelde houdstermaatschappij die aandelen in de vennootschap-uitvoeringsinstelling houden,

Staatsblad 1997 803 1

met de Staat der Nederlanden schriftelijk een overeenkomst hebben gesloten overeenkomstig het bij deze regeling gevoegde model; en c. de in § 3 bedoelde stichting en de in § 4 bedoelde houdstermaatschappij ter verzekering van de leveringsplicht vanwege de hiervoor bedoelde overeenkomst, ten behoeve van de Staat der Nederlanden bij authentieke akte een pandrecht hebben gevestigd op alle aandelen in de uitvoeringsinstelling die bij die stichting of houdstermaatschappij zijn geplaatst, zonder dat het stemrecht toekomt aan de pandhouder.

§ 2. Statuten van de vennootschap-uitvoeringsinstelling Artikel 3

1. De vennootschap-uitvoeringsinstelling heeft uitsluitend als doel: het verrichten van werkzaamheden als bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, alsmede het vervullen van taken waarvoor door Onze Minister schriftelijk toestemming is verleend. 2. De vennootschap-uitvoeringsinstelling heeft uitdrukkelijk niet als doel: a. het deelnemen of investeren in andere vennootschappen; b. het deelnemen aan joint-ventures; c. het garant staan of zekerheid stellen ten behoeve van derden, waaronder begrepen groepsmaatschappijen van de vennootschapuitvoeringsinstelling.

Artikel 4

De vennootschap-uitvoeringsinstelling verricht uitsluitend werkzaamheden die rechtstreeks voortvloeien uit haar doelstelling.

Artikel 5

1. Aandelen in de vennootschap-uitvoeringsinstelling kunnen slechts worden gehouden door een stichting waarvan de statuten voldoen aan de in § 3 genoemde bepalingen of door een houdstermaatschappij waarvan de statuten voldoen aan de in § 4 genoemde bepalingen. 2. De algemene vergadering van aandeelhouders kan geen algemene richtlijnen geven die afbreuk kunnen doen aan de behoorlijke uitvoering van taken door de vennootschap-uitvoeringsinstelling zoals die voortvloeit uit de wet. 3. De vennootschap-uitvoeringsinstelling kent geen winstgerechtigden anders dan houders van aandelen in de vennootschap.

Artikel 6

Indien blijkens de statuten van de vennootschap-uitvoeringsinstelling een Raad van commissarissen is ingesteld, dan wel de mogelijkheid daartoe wordt opengelaten, bepalen deze statuten dat geen lid van deze raad kunnen zijn: a. bestuurders en werknemers van het Landelijk instituut sociale verzekeringen dan wel van een sectorraad; b. bestuurders en werknemers van centrale of sectorale werkgevers- of werknemersorganisaties die invloed kunnen uitoefenen op de benoeming of het functioneren van de onder a bedoelde personen.

Artikel 7

Leden van het bestuur van de vennootschap-uitvoeringsinstelling kunnen niet zijn: a. rechtspersonen;

Staatsblad 1997 803 2

  1. bestuurders en werknemers van het Landelijk instituut sociale verzekeringen dan wel van een sectorraad; c. bestuurders en werknemers van centrale of sectorale werkgevers- of werknemersorganisaties die invloed kunnen uitoefenen op de benoeming of het functioneren van de onder b bedoelde personen; d. leden van het bestuur van een andere rechtspersoon die direct of indirect aandelen houdt in de vennootschap-uitvoeringsinstelling, tenzij ten minste een gelijk aantal personen die geen lid zijn van het bestuur van een zodanige andere rechtspersoon, deel uitmaakt van het bestuur van de vennootschap-uitvoeringsinstelling.

Artikel 8

Zonder voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders kan geen besluit tot vervreemding of bezwaring van activa van de vennootschap-uitvoeringsinstelling worden genomen.

Artikel 9

In geval van liquidatie van de vennootschap-uitvoeringsinstelling wordt het batig saldo uitgekeerd aan de houders van aandelen in deze vennootschap.

§ 3. Stichting die aandelen in de uitvoeringsinstelling houdt Artikel 10

De stichting heeft uitsluitend als doel: op een wijze die strookt met de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 houden en beheren van aandelen in één of meer van de volgende rechtspersonen: a. één of meer uitvoeringsinstellingen als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997; b. een rechtspersoon die op zijn beurt aandelen houdt in een uitvoeringsinstelling als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997.

Artikel 11

1. Het bestuur van de stichting heeft een oneven aantal en ten hoogste elf leden, onder wie de voorzitter. 2. De leden van het bestuur van de stichting zijn uitsluitend natuurlijke personen. 3. De eerste voorzitter van het bestuur van de stichting wordt benoemd door Onze Minister. Elke volgende voorzitter wordt benoemd door Onze Minister nadat hij de overige leden van het bestuur in de gelegenheid heeft gesteld hierover advies uit te brengen. 4. De leden van het bestuur van de stichting worden benoemd door de voorzitter. 5. Indien leden van het bestuur van de stichting worden benoemd op voordracht van de bij de uitvoeringsinstelling betrokken organisaties van werkgevers en van werknemers (leden P), wordt ten minste eenzelfde aantal leden zonder voordracht van deze organisaties benoemd (leden Q). 6. De leden P van het bestuur, bedoeld in het vijfde lid, zijn niet tevens houder van B-aandelen als bedoeld in artikel 16 van dit besluit of bestuurder of werknemer van een rechtspersoon die deze aandelen houdt. De leden P zijn evenmin bestuurder of werknemer van het Landelijk instituut sociale verzekeringen of van een sectorraad. 7. De leden Q van het bestuur, bedoeld in het vijfde lid, kunnen niet zijn: a. bestuurders en werknemers van het Landelijk instituut sociale verzekeringen of van een sectorraad;

Staatsblad 1997 803 3

  1. bestuurders en werknemers van centrale of sectorale werkgevers- of werknemersorganisaties die invloed kunnen uitoefenen op de benoeming of het functioneren van de onder a bedoelde personen; c. bestuurders en werknemers van de uitvoeringsinstelling; d. indien de stichting aandelen in een houdstermaatschappij als bedoeld in artikel 5 houdt:

  1. houders van in artikel 16 bedoelde B-aandelen in die houdstermaatschappij en, indien deze rechtspersoon zijn, bestuurders van die rechtspersoon;

  2. bestuurders en werknemers van die houdstermaatschappij en, indien die houdstermaatschappij een Raad van Commissarissen heeft, leden van die raad. 8. Alle besluiten van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT