Besluit van 1 oktober 2007, houdende uitvoering van titel 7.5 (Pacht) van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet grondkamers en de Wet op de rechterlijke organisatie (Uitvoeringsbesluit pacht)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2007

394

Besluit van 1 oktober 2007, houdende uitvoering van titel 7.5 (Pacht) van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet grondkamers en de Wet op de rechterlijke organisatie (Uitvoeringsbesluit pacht)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 juli 2007, nr. TRCJZ/2007/2246, Directie Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie;

Gelet op de artikelen 327, eerste lid, en 393, derde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, op artikel 60, derde lid, van de Luchtvaartwet, op de artikelen 1, 9, 15, 16, 42 en 44, eerste lid, van de Uitvoeringswet grondkamers, op artikel 15, tweede lid, van de Vorderingswet, op artikel 57, eerste lid, van de Wet agrarisch grondverkeer, op artikel 63 van de Wet inrichting landelijk gebied, alsmede op de artikelen 48b, tweede en derde lid, en 69a van de Wet op de rechterlijke organisatie;

De Raad van State gehoord (advies van 9 augustus 2007, no. W11.07.0259/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 25 september 2007 nr. TRCJZ/2007/2930, Directie Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 UITVOERING VAN ARTIKEL 393, DERDE LID, VAN BOEK 7 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK Artículos 1 a 7
Artikel 1

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. verplichting: verplichting als bedoeld in artikel 389, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; b. hoogst toelaatbare vergoeding: hoogst toelaatbare vergoeding als bedoeld in artikel 393, derde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 2

De hoogst toelaatbare vergoeding is die welke de grondkamer voor elk geval afzonderlijk vaststelt met inachtneming van dit hoofdstuk.

Staatsblad 2007 394 1

Artikel 3

De hoogst toelaatbare vergoeding voor een verplichting als bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6 is de uitkomst van de vermenigvuldiging van de in de onderscheiden artikelen bij die verplichting aangegeven factor, met de voor elk geval afzonderlijk van toepassing zijnde hoogst toelaatbare pachtprijs van het land zonder woningen of andere opstallen, vastgesteld volgens het Pachtprijzenbesluit 2007.

Artikel 4

De factor, bedoeld in artikel 3, bedraagt voor de navolgende in een pachtovereenkomst op te nemen verplichtingen ter zake van een beperking van de mestgift:

(Mestgift) Bemestingsniveau (per ha/jaar) Factor

maximaal 200 kg N (stikstof) 0,26 maximaal 100 kg N (stikstof) 0,42 maximaal 50 kg N (stikstof) 0,51 0 kg N (stikstof) 0,62 0 kg NPK (stikstof, fosfor, kalium) 0,73

Artikel 5

De factor, bedoeld in artikel 3, bedraagt voor de navolgende in een pachtovereenkomst op te nemen verplichtingen ter zake van het uitstellen van de eerste maai- en weidedatum:

Eerste maai- en weidedatum Factor

Niet eerder dan 15 juni 0,23 Niet eerder dan 30 juni 0,30 Niet eerder dan 15 juli 0,40

Artikel 6

Voor één of meer overige in een pachtovereenkomst op te nemen verplichtingen waarin niet is voorzien in artikel 4 of 5 bedraagt de factor, bedoeld in artikel 3, in totaal 0,23.

Artikel 7

In geval van opname in een pachtovereenkomst van meerdere verplichtingen als bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6, geldt de hoogste van de in die artikelen bij deze verplichtingen aangegeven factoren als de factor, bedoeld in artikel 3.

HOOFDSTUK 2 UITVOERING VAN DE ARTIKELEN 1, 9, 15, 16, 42 EN 44, EERSTE LID, VAN DE UITVOERINGSWET GRONDKAMERS Artículos 8 a 49

Paragraaf 1. Rechtsgebied grondkamers

Artikel 8

Er is een grondkamer Noord, een grondkamer Oost, een grondkamer Zuid, een grondkamer Zuidwest en een grondkamer Noordwest.

Staatsblad 2007 394 2

Artikel 9
  1. Het rechtsgebied van de grondkamer Noord strekt zich uit over het grondgebied van de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. 2. Het rechtsgebied van de grondkamer Oost strekt zich uit over het grondgebied van de provincies Overijssel en Gelderland. 3. Het rechtsgebied van de grondkamer Zuid strekt zich uit over het grondgebied van de provincies Noord-Brabant en Limburg. 4. Het rechtsgebied van de grondkamer Zuidwest strekt zich uit over het grondgebied van de provincies Zuid-Holland en Zeeland. 5. Het rechtsgebied van de grondkamer Noordwest strekt zich uit over het grondgebied van de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland.

Artikel 10

De grondkamers hebben als standplaats Deventer.

Artikel 11
  1. Voor de benoeming van een lid of plaatsvervangend lid van de grondkamers maken gedeputeerde staten van de binnen het rechtsgebied van de grondkamer gelegen provincies gezamenlijk de aanbeveling, bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Uitvoeringswet grondkamers, op. 2. Indien gedeputeerde staten van de binnen het rechtsgebied van de grondkamer gelegen provincies niet tot een gezamenlijke aanbeveling kunnen komen, maken zij elk een afzonderlijke aanbeveling op.

Paragraaf 2. Tarieven grondkamers en Centrale Grondkamer

Artikel 12
  1. Voor de behandeling van een verzoek tot: a. goedkeuring van een pachtovereenkomst of ontwerp-pachtovereenkomst, b. goedkeuring van een overeenkomst tot wijziging van een pachtovereenkomst, waarbij de tegenprestatie wordt gewijzigd, of een ontwerp van zodanige overeenkomst, of c. herziening van de tegenprestatie, wordt een recht geheven van 5% van de jaarlijkse door de grondkamer goedgekeurde, gewijzigde of herziene tegenprestatie, met een minimum van € 45,38 en een maximum van € 408,40. 2. Onder «tegenprestatie» wordt in het eerste lid verstaan de tegenprestatie, bedoeld in artikel 333 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 13

Indien binnen twee maanden nadat een ontwerp-pachtovereenkomst of een ontwerp-overeenkomst tot wijziging van een pachtovereenkomst is goedgekeurd een overeenkomst wordt ingezonden, die gelijk is aan de reeds goedgekeurde ontwerp-overeenkomst, wordt voor de behandeling van een verzoek tot goedkeuring daarvan een recht geheven van € 45,38.

Artikel 14

In geval van toetsing van een pachtovereenkomst of van een overeenkomst tot wijziging van een pachtovereenkomst op grond van artikel 317, vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, is artikel 12 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat het recht verschuldigd is door degene, die de schriftelijke vastlegging, bedoeld in

Staatsblad 2007 394 3

artikel 317

tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, heeft gevorderd.

Artikel 15

Voor de behandeling van een verzoek als bedoeld in artikel 379, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt een recht geheven van 0,5% van de getaxeerde waarde met een minimum van € 113,45.

Artikel 16

Voor de behandeling van een aanvraag voor een machtiging als bedoeld in de artikelen 348, tweede lid, en 354, derde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van verzoeken als bedoeld in de artikelen 380, tweede lid, en 381, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede van een verzoek tot goedkeuring als bedoeld in artikel 404 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt een recht geheven van € 68,07.

Artikel 17

Voor de behandeling van een verzoek tot goedkeuring van een overeenkomst tot beëindiging van een pachtovereenkomst als bedoeld in artikel 323 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt een recht geheven van € 45,38.

Artikel 18

Voor de behandeling van niet in deze paragraaf genoemde verzoeken wordt een recht geheven van € 45,38.

Artikel 19

Worden met betrekking tot dezelfde pachtovereenkomst verscheidene verzoeken gelijktijdig bij de grondkamer ingediend, dan wordt van de rechten, die bij afzonderlijke behandeling voor elk van deze verzoeken zouden worden geheven, slechts het hoogste geheven.

Artikel 20
  1. Voor het instellen van beroep bij de Centrale Grondkamer wordt een recht geheven van € 56,72. 2. Voor het instellen van beroep bij de Centrale Grondkamer op grond van artikel 40 van de Uitvoeringswet grondkamers wordt geen recht geheven.

Artikel 21

Afschriften van ter goedkeuring ingediende overeenkomsten en van beschikkingen die niet reeds ambtshalve aan partijen zijn toegezonden, worden door de grondkamer of de Centrale Grondkamer verstrekt tegen betaling van € 0,91 per bladzijde en van portokosten.

Paragraaf 3. Reglement voor de grondkamers en de Centrale Grondkamer

Artikel 22

De voorzitters, de plaatsvervangende voorzitters, de leden, de plaatsvervangende leden, de secretarissen en de plaatsvervangende secretarissen van de grondkamers alsmede de griffier en de plaatsvervangende griffiers

Staatsblad 2007 394 4

van de Centrale Grondkamer zullen, elk naar de wijze van zijn godsdienstige gezindheid, alvorens in dienst te treden de eed of belofte afleggen:

Ik zweer/beloof dat ik trouw zal zijn aan de Koning en dat ik de Grondwet en alle overige wetten van ons land zal eerbiedigen;

Ik zweer/verklaar dat ik noch direct, noch indirect in welke vorm dan ook valse informatie heb verstrekt in verband met het verkrijgen van mijn aanstelling;

Ik zweer/verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling aan niemand iets heb geschonken of beloofd en dat ik dit ook niet zal gaan doen;

Ik zweer/verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling van niemand giften heb aanvaard en aan niemand beloften heb gedaan en dat ik dit ook niet zal gaan doen;

Ik zweer/beloof dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen en zaken die mij uit hoofde van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT