Wet van 15 juli 2008, houdende enige wijzigingen in de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere wetten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2008

314

Wet van 15 juli 2008, houdende enige wijzigingen in de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere wetten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enige technische onvolkomenheden te repareren en enige andere wijzigingen door te voeren in de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere wetten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Pensioenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1

wordt als volgt gewijzigd:

  1. De definitie van scheiding komt te luiden: - scheiding: echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van een geregistreerd partnerschap anders dan door dood, vermissing of omzetting van een geregistreerd partner-schap in een huwelijk of beëindiging van een partnerrelatie in de zin van de pensioenovereenkomst;.

  2. De definitie van toeslag wordt gewijzigd door: a. aan het einde van onderdeel b het woord «of» te laten vervallen; b. aan het einde van onderdeel c het woord «of» toe te voegen na de puntkomma; c. een onderdeel toe te voegen, luidende: d. een pensioenaanspraak van een gepensioneerde ten behoeve van zijn partner;.

  3. In de definitie van uitvoeringsreglement vervalt in onderdeel a het woord «verplichtgesteld».

    Staatsblad 2008 314 1

  4. De definitie van verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds komt te luiden:

    - verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds: een bedrijfstakpensioenfonds waarin de deelneming verplicht is gesteld als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en artikel 21, eerste lid, van de Wet privatisering ABP;.

    Aa

    Aan artikel 2 worden twee leden toegevoegd, luidende: 7. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld op grond waarvan aanvullingen op een loonaanvullingsuitkering of een vervolguitkering als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen die geen arbeidsongeschiktheidspensioen zijn als bedoeld in artikel 1 worden aangemerkt als arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in dat artikel. 8. De voordracht voor een krachtens het zevende lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

    B

    In artikel 6 wordt «een aanspraak- of pensioengerechtigde» vervangen door: een aanspraak- of pensioengerechtigde, tenzij in deze wet anders is bepaald.

    C

Artikel 14

tweede lid, komt te luiden: 2. Het in het eerste lid genoemde tijdstip waarop de verwerving begint kan, indien in de pensioenovereenkomst is voorzien in een wachttijd of drempelperiode, met betrekking tot ouderdompensioen worden uitgesteld met ten hoogste twee maanden of, indien sprake is van een uitzendovereenkomst als bedoeld in artikel 690 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, tot de werknemer in meer dan 26 weken arbeid heeft verricht. Voor de berekening van de termijn van 26 weken is artikel 691, vierde en vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing. Wachttijden of drempelperioden zijn niet toegestaan voor het nabestaandenpensioen en het arbeidsongeschiktheidspensioen.

Ca

Aan artikel 25, eerste lid, onderdeel h, wordt een zin toegevoegd, luidende:

De regeling kan geen uitsluiting van collectieve waardeoverdracht inhouden.

Cb

In artikel 38 wordt na het tweede lid, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende: 3. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van het bepaalde in artikel 49 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien de verworven pensioenaanspraak minder bedraagt dan het op basis van artikel 66 bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.

Staatsblad 2008 314 2

D

Artikel 39

wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden: d. informatie over omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van de pensioenuitvoerder.

  2. Na het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende: 2. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van het bepaalde in artikel 49 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien de verworven pensioenopbouw minder bedraagt dan het op basis van artikel 66 bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.

Da

In artikel 40 wordt na het tweede lid, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende: 3. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van het bepaalde in artikel 49 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien de verworven pensioenopbouw minder bedraagt dan het op basis van artikel 66 bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.

E

Artikel 48

eerste lid, komt te luiden: 1. De pensioenuitvoerder verstrekt de informatie, bedoeld in de artikelen 21 en 38 tot en met 47, tijdig. De informatie, bedoeld in de artikelen 21, 38 tot en met 45, 46, eerste lid, onderdeel d, tweede tot en met vierde lid, en 47 verstrekt de pensioenuitvoerder in duidelijke en begrijpelijke bewoordingen.

Ea

Artikel 50

vierde lid, komt te luiden: 4. Indien het bij de pensioenuitvoerder bekende adres voor de elektronische verstrekking van informatie onjuist blijkt, verstrekt de pensioenuitvoerder de informatie schriftelijk.

F

In artikel 55, vijfde lid, wordt na «overeengekomen» toegevoegd: , waarbij rekening wordt gehouden met het partnerpensioen verkregen op grond van artikel 61. Dit lid is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer, die na beëindiging van de deelneming recht heeft op werkloosheidsuitkering van zijn woonland.

Fa

Artikel 57

wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het eerste lid wordt «een aanspraak op partnerpensioen» vervangen door: een zodanige aanspraak op partnerpensioen.

  2. Het tweede lid komt te luiden: 2. Indien de partnerrelatie van een gewezen deelnemer eindigt door scheiding, en de gewezen deelnemer ten behoeve van die partner een aanspraak op partnerpensioen heeft behouden bij beëindigen van de

    Staatsblad 2008 314 3

    deelneming, gaat de aanspraak over op de gewezen partner van de gewezen deelnemer.

  3. Het derde lid komt te luiden: 3. Indien de partnerrelatie van een gepensioneerde eindigt door scheiding, en de gepensioneerde ten behoeve van die partner een aanspraak op partnerpensioen heeft behouden bij het ingaan van het ouderdomspensioen, gaat die aanspraak over op de gewezen partner van de gepensioneerde.

    G

Artikel 58

vierde lid, onderdeel c, komt te luiden: c. van de gewezen partner van de gewezen deelnemer met een bijzonder partnerpensioen;.

H

In artikel 60, zevende en achtste lid, artikel 62, derde en vierde lid, en artikel 84, vijfde lid, vervalt telkens het woord «slechts».

I

Artikel 64

eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. In onderdeel a vervalt het woord «of».

  2. In onderdeel b wordt de punt vervangen door een puntkomma.

  3. Na onderdeel b worden drie onderdelen toegevoegd, luidende: c. verevening plaatsvindt op basis van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding; d. in het kader van een verrekening van pensioenrechten bij scheiding in plaats van de aanspraakgerechtigde of de pensioengerechtigde diens gewezen partner respectievelijk diens partner wordt aangewezen als begunstigde voor het geheel of een deel van het ouderdomspensioen, mits de pensioenuitvoerder hiermee instemt; of e. in het kader van een verrekening van pensioenrechten bij scheiding de waarde van het geheel of een deel van het ouderdomspensioen van de aanspraakgerechtigde of de pensioengerechtigde bij dezelfde pensioenuitvoerder wordt aangewend voor een ouderdomspensioen op het leven van diens gewezen partner respectievelijk diens partner, mits de pensioenuitvoerder hiermee instemt.

J

Artikel 66

wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: b. de gewezen deelnemer binnen twee jaar na beëindiging van de deelneming een procedure tot waardeoverdracht is gestart.

  2. In het tweede lid wordt «de gewezen deelnemer» vervangen door: de gepensioneerde.

  3. Het zesde lid komt te luiden: 6. De pensioenuitvoerder betaalt de uitkering op de dag dat de aanspraken of rechten vervallen in verband met de afkoop.

    Staatsblad 2008 314 4

  4. In het zevende lid vervalt «op het in het tweede lid bedoelde tijdstip of».

  5. In het achtste lid wordt «in het eerste lid» vervangen door: in het eerste en tweede lid.

  6. In het elfde lid wordt «de rente en de afkoopwaarde» vervangen door: de afkoopwaarde.

    K

Artikel 67

komt te luiden.

Artikel 67 Afkoop klein partnerpensioen of wezenpensioen bij ingang
  1. De pensioenuitvoerder heeft jegens de nabestaanden het recht om een recht op partnerpensioen of wezenpensioen ten behoeve van de nabestaanden van dezelfde deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde af te kopen, indien de uitkering van het partnerpensioen of wezenpensioen op jaarbasis op de ingangsdatum minder bedraagt dan het op basis van artikel 66 bepaalde bedrag, tenzij dit recht op afkoop in de pensioen- en uitvoeringsovereenkomst is beperkt of uitgesloten. 2. De pensioenuitvoerder die gebruik maakt van het in het eerste lid bedoelde recht informeert de nabestaande hierover binnen zes...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT