Besluit van 10 november 2005, houdende wijziging van het Postbesluit in verband met de wijziging van de grenzen van het voorbehouden postvervoer
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Jaargang 2005
614
Besluit van 10 november 2005, houdende wijziging van het Postbesluit in verband met de wijziging van de grenzen van het voorbehouden postvervoer
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 11 april 2005, nr. WJZ 5018322;
Gelet op artikel 7, eerste lid, van Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst (PbEG 1998, L15), alsmede op artikel 2a, eerste lid, van de Postwet;
De Raad van State gehoord (advies van 12 mei 2005, nr. W10.050132/II); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 2 november 2005, nr. WJZ 5707465;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In artikel 6 van het Postbesluit wordt «drie maal» gewijzigd in: tweeënhalf maal.
De wet van 8 september 2005, houdende wijziging van de Postwet (wijziging van de grenzen van het voorbehouden postvervoer) (Stb. 469) en dit besluit treden in werking met ingang van 1 januari 2006.
Staatsblad 2005 614 1
Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Minis-terie van Economische Zaken. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 10 januari 2006, nr. 7.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting en de bijlage in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 10 november 2005
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, L. J. Brinkhorst
Uitgegeven de dertiende december 2005
De Minister van Justitie, J. P. H. Donner
STB9901 ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 2005
Staatsblad 2005 614 2
NOTA VAN TOELICHTING1
Algemeen
van Richtlijn nr. 2002/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 10 juni 2002 (PbEG L 176) tot wijziging van Richtlijn 97/67/EG met betrekking tot de verdere openstelling van de postmarkt in de Gemeenschap voor mededinging (verder: richtlijn 2002/39/EG), wijzigt artikel 7 van Richtlijn nr. 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst (PbEG L15) (verder: de Postrichtlijn) zodanig, dat het maximumgewicht van de brieven, waarvan het vervoer kan worden voorbehouden aan de uitvoerder van de universele dienst, met ingang van 1 januari 2006 wordt gesteld op 50 gram, welk exclusief voorbehoud niet van toepassing is indien het tarief voor het vervoer van die brieven gelijk is aan of meer bedraagt dan tweeënhalf maal het enkelstukstarief voor brievenpost in de laagste gewichtsklasse van de uitvoerder van de universele dienst. Voor Nederland is dit de gewichtsklasse tot 20 gram.
-
De Nederlandse regelgeving
Overeenkomstig de Postrichtlijn maakt de Nederlandse Postwet2 een onderscheid tussen de opgedragen diensten, die de houder van de concessie, TPG N.V., moet verrichten, en het daarbinnen bestaande voorbehouden gedeelte van het postvervoer, dat TPG N.V. met uitsluiting van anderen mag vervoeren. De opgedragen diensten omvatten de universele dienstverlening voor postvervoer, zoals die in de Postrichtlijn is gedefinieerd. Binnen de opgedragen diensten is een deel van het...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT