Wet van 21 april 2011 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2007/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 92/49/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2002/83/EG, 2004/39/EG, 2005/68/EG en 2006/48/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector (PbEU L 247) (Wet implementatie richtlijn deelnemingen in de financiële sector)

Wet van 21 april 2011 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2007/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 92/49/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2002/83/EG, 2004/39/EG, 2005/68/EG en 2006/48/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector (PbEU L 247) (Wet implementatie richtlijn deelnemingen in de financiële sector)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is dat richtlijn nr. 2007/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 92/49/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2002/83/EG, 2004/39/EG, 2005/68/EG en 2006/48/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector (PbEU L 247) in de Nederlandse wetgeving wordt omgezet; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:ANa artikel 1:47a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1

47b.

De Nederlandsche Bank stelt de Autoriteit Financiële Markten in de gelegenheid advies uit te brengen alvorens zij een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 3:95 verleent, indien de aanvrager: a. een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten of een beleggingsonderneming is waaraan door de Autoriteit Financiële Markten een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:65, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 2:96; b. de moedermaatschappij is van een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten of een beleggingsonderneming als bedoeld onder a; c. een persoon is die zeggenschap heeft over een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten of een beleggingsonderneming als bedoeld onder a. BArtikel 1:62 komt te luiden:

Artikel 1

62.

De Nederlandsche Bank stelt de toezichthoudende instantie van de desbetreffende lidstaat in de gelegenheid advies uit te brengen alvorens zij een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 3:95 verleent, indien de aanvrager: a. een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten, beleggingsonderneming, herverzekeraar, kredietinstelling, levensverzekeraar of schadeverzekeraar is waaraan in een andere lidstaat een vergunning is verleend; b. de moedermaatschappij is van een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten, beleggingsonderneming, herverzekeraar, kredietinstelling, levensverzekeraar of schadeverzekeraar als bedoeld onder a; of c. een persoon is die anderszins zeggenschap heeft over een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten, beleggingsonderneming, herverzekeraar, kredietinstelling, levensverzekeraar of schadeverzekeraar als bedoeld onder a. CArtikel 1:70 wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel a wordt «bank» telkens vervangen door: kredietinstelling. 2. Onderdeel b vervalt en onderdeel c wordt geletterd b. DNa artikel 1:93b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1

93c.

  1. De Nederlandsche Bank verstrekt eigener beweging aan Onze Minister relevante informatie met betrekking tot een aanvraag of tot een voornemen tot verlening of intrekking van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 3:95, eerste lid, indien de desbetreffende deelneming belangrijke gevolgen heeft of kan hebben voor de inrichting of goede werking van het financiële stelsel. 2. Artikel 1:42, zevende lid, is van overeenkomstige toepassing op de in het eerste lid bedoelde informatie. EArtikel 1:105, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: b. een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 5:32d; FArtikel 1:106 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid vervalt onderdeel c, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel b door een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT