Besluit van 24 februari 2003, houdende wijziging van het Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten 1997 en het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2003

109

Besluit van 24 februari 2003, houdende wijziging van het Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten 1997 en het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mr. drs. C. H. J. van Leeuwen, van 4 september 2002, WJZ/2002/32895 (8119), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 34 van de Monumentenwet 1988;

De Raad van State gehoord (advies van 25 oktober 2002, no. W05.02.0394/111);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mr. drs. C. H. J. van Leeuwen, van 18 februari 2003, WJZ/2003/2384 (8119), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten 19971 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1

eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. De onderdelen f en g vervallen. 2. Onderdeel h wordt geletterd f en komt te luiden: f. budget: het budget, bedoeld in artikel 5.

B

Artikel 2

wordt als volgt gewijzigd: 1. In het derde lid, onderdeel a, wordt « de som van de budgetten» vervangen door: het budget. 2. Het derde lid, onderdeel b, komt te luiden: b. de som van vier opeenvolgende budgetten toereikend is. 3. In het vierde lid wordt «een periode van vier jaren als bedoeld in artikel 7» vervangen door: elke periode van vier jaren, te rekenen vanaf het jaar 2002. 4. In het vijfde lid wordt in het eerste zinsdeel «budgetten zijn».

Staatsblad 2003 109 1

vervangen door: budget is, en vervalt de zinsnede «voor de categorieën van monumenten, genoemd in artikel 4, tweede lid,».

C

Artikel 4

wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid vervalt de zinsnede «, onderverdeeld in de categorie woonhuizen en boerderijen, en de categorie overige monumenten». 2. In het derde lid wordt de zinsnede «waarbij soorten van restauratie worden onderscheiden, zonodig per categorie van monumenten, genoemd in het tweede lid» vervangen door: waarbij categorieën van monumenten en soorten van restauratie kunnen worden onderscheiden.

D

Artikel 5

wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste en tweede lid vervalt telkens de zinsnede «, voor elke categorie van monumenten, genoemd in artikel 4, tweede lid,», en wordt telkens «een budget» vervangen door: het budget. 2. Het derde lid komt te luiden: 3. Het budget, bedoeld in het eerste lid, wordt berekend door de verhouding van het aantal restauratie-eenheden in een gemeente tot het landelijk gemeten aantal restauratie-eenheden te vermenigvuldigen met het bedrag dat Onze minister voor de toepassing van dit besluit ten laste van de begroting van het zesde jaar, bedoeld in artikel 6, wil brengen. 3. Het vierde lid komt te luiden: 4. Het budget, bedoeld in het tweede lid, wordt berekend door de verhouding van de som van het aantal restauratie-eenheden van de gemeenten, bedoeld in het tweede lid, tot het landelijk gemeten aantal restauratie-eenheden te vermenigvuldigen met het bedrag dat Onze minister voor de toepassing van dit besluit ten laste van de begroting van het zesde jaar, bedoeld in artikel 6, wil brengen.

E

Artikel 7

vervalt.

F

Artikel 8

wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt het woord «worden» vervangen door: wordt, en wordt «budgetten» vervangen door: budget. 2. In het derde lid wordt «de budgetten» vervangen door: het budget. 3. In het vierde lid wordt «budgetten» vervangen door: het budget.

G

In artikel 13, tweede lid, wordt «artikel 7» vervangen door: artikel 2, vierde lid.

H

Artikel 17

derde lid, onderdelen b en c, worden vervangen door vier nieuwe onderdelen, luidende: b. een lichaam is als bedoeld in artikel 5, onderdeel a, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 waarop artikel 10.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001 niet van toepassing is; c. een lichaam is als bedoeld in artikel 5, onderdeel d, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

Staatsblad 2003 109 2

d. een lichaam is dat op grond van artikel 6 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is vrijgesteld van belasting; e. een natuurlijke persoon is, die de kosten van restauratie niet kan aanmerken als uitgaven waarvoor hij persoonsgebonden aftrek in de zin van artikel 6.1, tweede lid, onderdeel g, van de Wet inkomstenbelasting 2001 kan genieten, zulks blijkens een daartoe strekkende beslissing van de belastingdienst, en voorzover het monument door hem niet wordt gebruikt in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf.

I

In artikel 21, eerste lid, vervalt de zinsnede «en dat is vastgesteld voor de categorie van monumenten, genoemd in artikel 4, tweede lid, waartoe dat beschermd monument behoort,».

ARTIKEL II

Het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten2 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, vijfde lid, wordt «onderdelen g en h» vervangen door: onderdeel h.

B

Artikel 3

eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel g vervalt. 2. Onderdeel h komt te luiden: h. windmolens en watermolens, waarvan het gaande werk volledig of in overwegende mate in tact is, dan wel in die staat kan worden teruggebracht;

C

Artikel 4

wordt als volgt gewijzigd: 1. Het derde en vierde lid worden vervangen door een lid, luidende: 3. Voor monumenten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel h, bedraagt de subsidie ten hoogste € 3 404 per jaar en geldt een drempelbedrag van € 136. 2. Het vijfde lid wordt vernummerd tot vierde lid. 3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. Voor monumenten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel p, bedraagt de subsidie ten hoogste € 1 702 per jaar en geldt een drempelbedrag van € 136.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en werkt voor wat betreft artikel II terug tot en met 1 januari 2002.

Staatsblad 2003 109 3

1 Stb. 1997, 145, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 september 2000, Stb. 390.

2 Stb. 1989, 529, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 415.

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Minis-terie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 8 april 2003, nr. 69.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 24 februari 2003

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, C. H. J. van Leeuwen

Uitgegeven de twintigste maart 2003

De Minister van Justitie, J. P. H. Donner

STB7703 ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 2003

Staatsblad 2003 109 4

NOTA VAN TOELICHTING

  1. Inleiding

    Dit besluit strekt ertoe enkele wijzigingen aan te brengen in het Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten 1997 (Brrm 1997) en het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten (Brom).

    De wijzigingen in het Brrm 1997 hebben ten doel - de indeling in categorieën monumenten ten behoeve van de vaststelling van de gemeentelijke en provinciale budgetten te...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT