Tijdelijke wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs

Wet van 4 oktober 2023 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en Wet voortgezet onderwijs 2020 in verband met de tijdelijke inrichting van tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen voor leerplichtige nieuwkomers en het versterken van de regierol van gemeentebesturen bij het aanbod van nieuwkomersonderwijs (Tijdelijke wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de toestroom nieuwkomers scholen en gemeenten voor de grote uitdaging plaatst om alle leerplichtige nieuwkomers tijdig van onderwijs te voorzien en dat scholen en gemeenten daarin ondersteund moeten worden door tijdelijk en onder voorwaarden tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen mogelijk te maken; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS.

De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:AVoor artikel 193 wordt ingevoegd:

AFDELING 1 SCHOLEN VOOR KINDEREN TREKKENDE BEVOLKING

BNa artikel 193 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:

AFDELING 2 NIEUWKOMERSONDERWIJS Artículos 2 a 5

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 193

a. Begripsbepalingen.

In deze afdeling wordt verstaan onder:doorstroom:

de overgang van leerlingen van een tijdelijke nieuwkomersvoorziening naar een school voor basisonderwijs, speciale school voor basisonderwijs, school voor speciaal onderwijs, school voor voortgezet speciaal onderwijs, school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet onderwijs. nieuwkomer:

een jongere als bedoeld in de Leerplichtwet 1969 die een vreemdeling is in de zin van artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000; tijdelijke nieuwkomersvoorziening:

een tijdelijke uitbreiding van een basisschool als bedoeld in artikel 193g.

§ 2. Garantiefunctie gemeenten nieuwkomersonderwijs

Artikel 193

b. Reikwijdte.

Voor de toepassing van deze afdeling wordt onder nieuwkomer tevens verstaan een jongere in de zin van de Leerplichtwet 1969 die vier jaren of korter in Nederland is en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheerst om in het basisonderwijs in te stromen.

Artikel 193

c. Overlegplicht voldoende onderwijs voor nieuwkomers.

  1. Het college van burgemeester en wethouders voert ten minste jaarlijks overleg met de bevoegde gezagen van alle basisscholen in de gemeente en draagt zorg voor het maken van afspraken over de wijze waarop: a. wordt voorzien in voldoende onderwijsplaatsen voor nieuwkomers; b. wordt verzekerd dat nieuwkomers op een school worden ingeschreven; c. een doorlopende leerlijn voor nieuwkomers wordt georganiseerd. 2. Alle partijen werken mee aan de totstandkoming van de afspraken en de uitvoering hiervan.

§ 3. Besluit minister en taak gemeente bij onvoldoende onderwijsplaatsen

Artikel 193

d. Verzoek inrichting tijdelijke nieuwkomersvoorziening.

  1. Onze Minister kan op verzoek van het college van burgemeester en wethouders toestemming verlenen voor de inrichting van een tijdelijke nieuwkomersvoorziening door de bevoegde gezagen van de scholen in de gemeente. 2. De toestemming wordt alleen verleend indien aannemelijk is dat: a. in de gemeente niet voor iedere nieuwkomer in basisonderwijs kan worden voorzien; of b. door de inrichting van een tijdelijke nieuwkomersvoorziening op doelmatigere wijze kan worden voorzien in het onderwijs aan nieuwkomers in een aangrenzende gemeente. 3. De toestemming vervalt indien niet binnen acht weken melding is gemaakt van de inrichting van een tijdelijke nieuwkomersvoorziening. 4. Onze Minister verbindt een termijn aan het bestaan van de tijdelijke nieuwkomersvoorziening. Onze Minister kan deze termijn verlengen. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op het besluit tot verlenging.

Artikel 193

e. Ambtshalve besluit minister inrichting tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen.

  1. Onze Minister kan besluiten dat de bevoegde gezagen van de scholen in een gemeente binnen vier weken voorzien in voldoende onderwijsplaatsen voor nieuwkomers door de inrichting van een tijdelijke nieuwkomersvoorziening. 2. Het besluit tot inrichting van een tijdelijke nieuwkomersvoorziening wordt uitsluitend genomen, indien: a. vaststaat dat in de gemeente niet voor iedere nieuwkomer in basisonderwijs kan worden voorzien; en b. alleen nadat Onze Minister over het voornemen tot het nemen van het besluit overleg heeft gevoerd met het college van burgemeester en wethouders van de gemeente, bedoeld in het eerste lid. 3. Het besluit tot inrichting van een tijdelijke nieuwkomersvoorziening kan ook betrekking hebben op het bevoegd gezag van een school in een aangrenzende gemeente: a. indien door de inrichting van een tijdelijke nieuwkomersvoorziening in de aangrenzende gemeente op een meer doelmatige wijze kan worden voorzien in de vraag naar onderwijs van nieuwkomers in de gemeente bedoeld in het eerste lid; en b. Onze Minister over het voornemen tot het nemen van het besluit overleg heeft gevoerd met het college van burgemeester en wethouders van de aangrenzende gemeente. 4. Artikel 193d, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. 5. Het besluit tot inrichting van tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Artikel 193

f. Regierol en taak college burgemeester en wethouders.

  1. Het college van burgemeester en wethouders maakt ter uitvoering van het besluit, bedoeld artikel 193e, eerste lid, onverwijld afspraken met de bevoegde gezagen van alle basisscholen in de gemeente over de inrichting van een tijdelijke nieuwkomersvoorziening. 2. Indien op grond van artikel 193e, derde lid, het bevoegd gezag van een basisschool in een aangrenzende gemeente is aangewezen, maakt: a. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente, bedoeld in artikel 193e, eerste lid, onverwijld afspraken met het college van burgemeester en wethouders van de aangrenzende gemeente en met alle betrokken bevoegde gezagen over de verdeling van de leerlingen tussen de gemeenten en tussen de scholen; b. het college van burgemeester en wethouders van de aangrenzende gemeente onverwijld afspraken met het bevoegd gezag van de aangewezen school in die gemeente over de inrichting van een tijdelijke nieuwkomersvoorziening indien dat noodzakelijk is ter uitvoering van de afspraken, bedoeld in onderdeel a. 3. In het geval de afspraken bedoeld in het eerste lid en tweede lid, onderdeel b, niet tot stand komen, wijst het college van burgemeester en wethouders een bevoegd gezag aan, niet zijnde het college van burgermeester en wethouders, dat onverwijld een tijdelijke nieuwkomersvoorziening inricht voor een school die het bevoegd gezag in de gemeente in stand houdt. 4. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de toestemming, bedoeld in artikel 193d, eerste lid. 5. Een tijdelijke nieuwkomersvoorziening kan niet worden verbonden aan een school waarvan de kwaliteit van het onderwijs zeer zwak is als bedoeld in artikel 10a, eerste en vierde lid. 6. Alle partijen werken mee aan de totstandkoming van de afspraken, bedoeld in het eerste en tweede lid, en de uitvoering van de afspraken.

§ 4. Tijdelijke...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT