Besluit van 4 juli 2001, houdende nadere regels met betrekking tot het aantal toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarders en de duur van de goedkeuring (Besluit toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarders)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2001

324

Besluit van 4 juli 2001, houdende nadere regels met betrekking tot het aantal toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarders en de duur van de goedkeuring (Besluit toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarders)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 23 mei 2001, nr. 5099738/01/6;

Gelet op artikel 26, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet; De Raad van State gehoord (advies van 21 juni 2001, nr. W03.01.0253/I); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 2 juli 2001, nr. 5105382/01/6;

Hebben goedgevonden en verstaan;

Artikel 1

In dit besluit en de daarop gebaseerde bepalingen wordt verstaan: a. de wet: de Gerechtsdeurwaarderswet; b. goedkeuring: de goedkeuring, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de wet, door Onze Minister van de aanwijzing door de gerechtsdeurwaarder van een toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder; c. de eerste, tweede en derde toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder: de kandidaat-gerechtsdeurwaarder die door de gerechtsdeurwaarder overeenkomstig artikel 26, van de wet als zodanig is aangewezen; d. stagiair: de kandidaat-gerechtsdeurwaarder die door de gerechtsdeurwaarder overeenkomstig artikel 26, van de wet is aangewezen als toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder met het oog op het doorlopen van de stage, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de wet.

Artikel 2

Onder verantwoordelijkheid van een gerechtsdeurwaarder kunnen gelijktijdig ten hoogste twee stagiairs en ten hoogste drie toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarders werkzaam zijn.

Artikel 3
  1. De goedkeuring van de aanwijzing van de eerste toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder wordt verleend en op verzoek telkens verlengd voor de duur van de aanwijzing door de gerechtsdeurwaarder.

    Staatsblad 2001 324 1

  2. De goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, kan worden onthouden of in tijd worden beperkt indien: a. de kandidaat-gerechtsdeurwaarder de stage, bedoeld in artikel 27 van de wet, niet heeft doorlopen, of b. zulks naar het oordeel van Onze Minister redelijkerwijs noodzakelijk is in het belang van het aanzien of de vervulling van het gerechtsdeurwaardersambt, of het voorkomen van handelingen in strijd met het bepaalde bij of krachtens wet.

Artikel 4
  1. De goedkeuring van de aanwijzing van de tweede toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder wordt verleend voor de duur van ten hoogste een jaar en op verzoek telkens verlengd voor de duur van ten hoogste drie jaar, maar niet langer dan de duur van de aanwijzing. 2. De goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, kan worden onthouden, indien de tweede toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder de praktijk in associatief verband met de gerechtsdeurwaarder uitoefent. 3. De goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, kan worden onthouden of in tijd worden beperkt, indien: a. de kandidaat-gerechtsdeurwaarder de stage, bedoeld in artikel 27 van de wet, niet heeft doorlopen; b. de gerechtsdeurwaarder niet beschikt over zodanige financiële middelen en zodanige praktijkomvang dat redelijkerwijs gewaarborgd is dat hij met de toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder kantoor kan houden dat in overeenstemming is met de eisen van het ambt, of c. zulks naar het oordeel van Onze Minister redelijkerwijs noodzakelijk is in het belang van de marktwerking, het aanzien of de vervulling van het gerechtsdeurwaardersambt, of het voorkomen van handelingen in strijd met het bepaalde bij of krachtens wet.

Artikel 5
  1. De goedkeuring van de aanwijzing van de derde toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder wordt verleend en op verzoek telkens verlengd voor de duur van ten hoogste een jaar, maar niet langer dan de duur van de aanwijzing. 2. De goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, kan worden onthouden, indien: a. de derde toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder de praktijk in associatief verband met de gerechtsdeurwaarder uitoefent; b. de gerechtsdeurwaarder en de derde toegevoegd kandidaatgerechtsdeurwaarder de noodzaak van de aanwijzing onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt. 3. De goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, kan worden onthouden of in tijd worden beperkt, indien: a. de kandidaat-gerechtsdeurwaarder de stage, bedoeld in artikel 27 van de wet, niet heeft doorlopen; b. de gerechtsdeurwaarder niet beschikt over zodanige financiële middelen en een zodanige praktijkomvang dat redelijkerwijs gewaarborgd is dat hij met de toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder kantoor kan houden dat in overeenstemming is met de eisen van het ambt, of c. zulks naar het oordeel van Onze Minister redelijkerwijs noodzakelijk is in het belang van de marktwerking, het aanzien of de vervulling van het gerechtsdeurwaardersambt, of het voorkomen van handelingen in strijd met het bepaalde bij of krachtens wet.

Staatsblad 2001 324 2

Artikel 6
  1. De goedkeuring van de aanwijzing van de stagiair als toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder wordt verleend voor de duur van ten hoogste een jaar of, ingeval van werkzaamheid in deeltijd, naar evenredigheid langer, maar niet langer dan de duur van de aanwijzing, tenzij dat gelet op het belang van de stagiair bij de voortzetting van de stage zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. 2. De goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, kan worden onthouden of in tijd worden beperkt, indien hetgeen de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT