Besluit van 22 mei 2006, houdende eisen aan instanties die een toetsende taak uitvoeren in het kader van een overeenstemmingsbeoordeling van meetinstrumenten (Besluit aangewezen instanties Metrologiewet)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2006

274

Besluit van 22 mei 2006, houdende eisen aan instanties die een toetsende taak uitvoeren in het kader van een overeenstemmingsbeoordeling van meetinstrumenten (Besluit aangewezen instanties Metrologiewet)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 20 maart 2006, nr. WJZ 6019848;

Gelet op richtlijn nr. 90/384/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 juni 1990 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake niet-automatische weegwerktuigen (PbEG L 189), richtlijn nr. 2004/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004, betreffende meetinstrumenten (PbEU L 135), en artikel 10 van de Metrologiewet;

De Raad van State gehoord (advies van 21 april 2006, nr. W10.06.0075/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 18 mei 2006, nr. WJZ 6036526;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Begripsbepalingen Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder: a. wet: Metrologiewet; b. instantie: instantie als bedoeld in artikel 10 van de wet.

§ 2. Criteria Artikel 2

De instantie heeft haar zetel in Nederland.

Artikel 3
  1. De instantie, haar directeur of bestuur en haar personeel handelen onpartijdig, onafhankelijk en met een maximale professionele integriteit.

    Staatsblad 2006 274 1

  2. De instantie, haar directeur of bestuur en het bij de overeenstemmingsbeoordeling betrokken personeel van de instantie zijn niet de ontwerper, fabrikant, leverancier, installateur of gebruiker van de meetinstrumenten die zij controleren of de gemachtigde van deze personen. 3. De instantie, haar directeur of bestuur en het bij de overeenstemmingsbeoordeling betrokken personeel van de instantie zijn niet rechtstreeks betrokken bij het ontwerp, de fabricage, het in de handel brengen of het onderhoud van de meetinstrumenten en vertegenwoordigen evenmin de bij deze activiteiten betrokken partijen. 4. De instantie, haar directeur of bestuur en het bij de overeenstemmingsbeoordeling betrokken personeel van de instantie zijn vrij van invloeden van buitenaf, met name van financiële aard, die van effect zouden kunnen zijn op de beoordeling of het resultaat van de overeenstemmingsbeoordeling, met name van personen of groepen die belang hebben bij het resultaat van de beoordeling. 5. De beloning van de directeur of bestuur en het personeel van de instantie mag niet afhangen van het aantal uitgevoerde taken of van de resultaten daarvan. 6. De beloning van de instantie mag niet afhangen van de resultaten van de uitgevoerde taken.

Artikel 4
  1. De instantie is in staat de taken te vervullen in het kader van de procedure van overeenstemmingsbeoordeling waarvoor zij wenst te worden aangewezen, ongeacht of deze taken door de instantie zelf dan wel namens haar enonder haar verantwoordelijkheid worden verricht. 2. De instantie heeft toegang tot alle benodigde faciliteiten om de technische en administratieve taken aangaande de overeenstemmingsbeoordeling naar behoren te kunnen uitvoeren.

Artikel 5

Het personeel van de instantie: a. heeft een voor de uitvoering van haar taak geschikte technische opleiding en beroepsopleiding genoten; b. heeft de benodigde kennis aangaande de voorschriften inzake de taken die zij uitvoert en heeft de benodigde ervaring met dergelijke taken en c. heeft de vereiste bekwaamheid om certificaten, dossiers en rapporten op te stellen om aan te tonen dat de taken werden uitgevoerd.

Artikel 6

De instantie beschikt over een passende verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid.

Artikel 7

Instanties die voldoen aan de criteria van normen die de toepasselijke geharmoniseerde normen omzetten, waarvan de referenties door Onze Minister in de Staatscourant zijn bekendgemaakt, worden geacht te voldoen aan de overeenkomstige criteria uit dit besluit.

Staatsblad 2006 274 2

§ 3. Uitbesteding Artikel 8

  1. Voordat de instantie bepaalde taken door een derde partij laat uitvoeren, gaat zij na of deze derde partij aan de eisen uit dit besluit voldoet. 2. De instantie houdt alle relevante documenten over de beoordeling van de in het eerste lid bedoelde eisen aan deze derde partij en de door de derde partij uitgevoerde werkzaamheden ter beschikking van Onze Minister. 3. De instantie houdt verantwoordelijkheid voor alle activiteiten waarop de aanwijzing betrekking heeft.

§ 4. Slotbepalingen Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 10 van de wet in werking treedt.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aangewezen instanties Metrologiewet.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 22 mei 2006 Beatrix

De Minister van Economische Zaken, L. J. Brinkhorst

Uitgegeven de twintigste juni 2006

De Minister van Justitie, J. P. H. Donner

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Minis-terie van Economische Zaken. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 11 juli 2006, nr. 132.

STB10282 ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 2006

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT