Uitspraak Nº 001321-20. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2021-03-31

ECLIECLI:NL:GHARL:2021:3437
Docket Number001321-20
Date31 Marzo 2021
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)

Afdeling strafrecht

AV-nummer: 1321-20

Parketnummer eerste aanleg: 18-055220-19

Uitspraak d.d.: 31 maart 2021

Beschikking van de meervoudige raadkamer op het hoger beroep tegen de niet gedateerde beschikking van de rechtbank Noord Nederland, zittingsplaats Assen, verzonden op 2 oktober 2020, op het verzoek ex artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,

wonende te [woonplaats] ,

voor deze zaak woonplaats kiezende ten kantore van zijn advocaat mr. S.T. van Berge Henegouwen, [vestigingsplaats] ,

hierna te noemen appellant.

Procesgang

Bij een op 30 december 2019 door de rechtbank ontvangen verzoekschrift heeft appellant gevraagd om vergoeding uit 's Rijks kas voor gemaakte kosten van rechtsbijstand van

€ 11.792,66 in een strafzaak tegen verzoeker, zoals nader in het verzoekschrift aangegeven en om een vergoeding voor de gemaakte kosten voor de indiening van het verzoekschrift.

De rechtbank heeft bij voormelde beschikking verzoeker een vergoeding toegekend van

€ 9181,17, waarvan € 8.901,17 betrekking heeft op de kosten van rechtsbijstand.

Door of namens appellant is hoger beroep tegen die beschikking ingesteld.

Het hoger beroep is door het hof in raadkamer op 17 maart 2021 in het openbaar behandeld, waarbij zijn gehoord de advocaat-generaal en namens appellant mr. Van Berge Henegouwen, voornoemd.

De beschikking van de rechtbank

Het op 30 december 2020 bij de rechtbank ingekomen verzoekschrift diende op grond van de artikelen 530, vierde lid, Sv juncto artikel 529, derde lid Sv te worden behandeld in openbare raadkamer. Uit de bestreden beschikking van de rechtbank blijkt niet dat het verzoek behandeld is in openbare raadkamer. Ook anderszins blijkt niet uit het dossier dat het verzoek in openbare raadkamer is behandeld. Gelet hierop stelt het hof vast dat de rechtbank op het verzoek heeft beslist zonder de voorgeschreven behandeling in openbare raadkamer. Dat brengt mee dat de artikelen 530, vierde lid, Sv juncto artikel 529, derde lid Sv zijn geschonden. Het hof zal de beschikking van de rechtbank reeds daarom vernietigen.

Beoordeling van het verzoek

Uit het onderzoek in openbare raadkamer is -voor zover hier van belang- het navolgende gebleken:

- Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord Nederland, zittingsplaats Assen, van 13 december 2019...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT