Uitspraak Nº 02-128868-19. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2019-09-20

ECLIECLI:NL:RBZWB:2019:4092
Date20 Septiembre 2019
Docket Number02-128868-19
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht

Zittingsplaats: Breda

parketnummer: 02-128868-19 (+01-077467-14 TUL) + 02-210660-19

vonnis van de meervoudige kamer van 20 september 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats]

gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Grave

raadsman mr. R.J.M. Oerlemans, advocaat te Den Bosch

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 6 september 2019.

Verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsman. De officier van justitie, mr. Peters, en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

Ter zitting is ook de vordering tot tenuitvoerlegging behandeld met bovenvermeld parketnummer en zijn overeenkomstig artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering de zaken onder bovenvermelde parketnummers gevoegd.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is ten aanzien van de zaak met parketnummer 02-128868-19 gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat

Parketnummer 02-128868-19:

1

hij op of omstreeks in de periode van 02 november 2018 tot en met 06 november 2018 te Tilburg tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen een kluis en/of 2000 euro contant geld, althans enig geldbedrag, en/of een pinpas en/of een pincode, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , hebben/heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben/heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik hebben/heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;

2

hij op of omstreeks 5 november 2018 te 's-Hertogenbosch tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een gedbedrag(en), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door onrechtmatig gebruik te maken van een betaalpas die niet aan verdachte en/of zijn mededader toebehoorde(n);

Oorspronkelijk parketnummer 02-210660-19; feit 3;

hij op een of meer tijdstip(pen) in omstreeks de periode 3 december 2018 tot en met 4 december 2018 te Best tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een groot geldbedrag (ongeveer 10.000 euro) en/of een autosleutel en/of een kentekenbewijs (deel II), in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen geld en/of autosleutel en/of kentekenbewijs deel II onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten de (eerder gestolen en/of aan [naam 1] toebehorende) sleutel van de kluis;

3 De voorvragen

De dagvaarding is geldig.

De rechtbank is bevoegd.

De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.

Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

Parketnummer 02-128868-19;

De officier van justitie acht voor feit 1 wettig en overtuigend bewezen dat door inklimming een kluis, toebehorende aan de heer [slachtoffer] , is weggenomen. De pinpas die in de kluis lag is vervolgens kort daarop gebruikt om te pinnen bij een pinautomaat en bij twee kledingzaken in Den Bosch. Dat verdachte hierbij betrokken is, baseert de officier van justitie allereerst op de aangifte van de heer [slachtoffer] . Bovendien wordt verdachte herkend op camerabeelden die zijn gemaakt in een kledingzaak waar kort na het de diefstal gepind is met de pinpas van de heer [slachtoffer] . Daar komt bij dat uit onderzoek gebleken is dat het telefoonnummer dat in gebruik was bij verdachte aangestraald is op telecommasten die staan in de buurt van de woning van de heer [slachtoffer] . Ook acht de officier van justitie van belang dat getuige [naam 2] de bedrijfsnaam [naam 3] noemt, dat het telefoonnummer dat in gebruik was bij verdachte contact heeft gehad met deze getuige en dat op camerabeelden te zien is dat verdachte een T-shirt met de bedrijfsnaam [naam 3] aan heeft in eerdergenoemde kledingzaak.

De officier van justitie acht gelet op vorenstaande voor feit 2 wettig en overtuigend bewezen dat door middel van een valse sleutel, te weten de pinpas die in de weggenomen kluis lag, geldbedragen zijn weggenomen. Beide feiten zijn naar de mening van de officier van justitie door verdachte tezamen en in vereniging met een ander gepleegd.

Oorspronkelijk parketnummer 02-210660-19; feit 3;

De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat door middel van een valse sleutel, te weten een weggenomen kluissleutel die op een tafel lag, onder andere een geldbedrag is weggenomen. Zij baseert zich daarbij op de aangifte van mevrouw [naam 1] .

Er is door getuige [naam 4] een kenteken genoteerd van een bedrijfsauto, die op naam bleek te staan van [naam 5] . In januari 2019 werd verdachte als bestuurder van deze bedrijfsauto gecontroleerd door de politie. Ook bij dit feit straalt de telefoon van verdachte aan in de buurt van de plaats delict en worden er met die telefoon meerdere personen, woonachtig in de buurt van mevrouw [naam 1] , benaderd voor het schoonmaken van dakgoten. Gelet op de modus operandi, waarbij de officier van justitie heeft aangegeven mede op basis van de door haar bij de feiten 1 en 2 naar voren gebracht bewijsconstructie overtuigd te zijn geraakt van het daderschap van verdachte bij feit 3, is de officier van justitie van mening dat verdachte dit tezamen en in vereniging met een ander heeft gepleegd.

4.2

Het standpunt van de verdediging

Parketnummer 02-128868-19:

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte weliswaar met de pinpas van de heer [slachtoffer] bij de kledingzaak [naam 6] te Den Bosch heeft gepind, maar dat dit niet inhoudt dat verdachte aan de plaats delict te linken is. Er is ook gepind door een persoon bij de pinautomaat van de Rabobank, kort na het wegnemen van de kluis. Omdat deze persoon echter onherkenbaar was en ook andere kleding aan had dan de kleding die verdachte aan had op beelden die later van hem gemaakt zijn, is zeker niet uit te sluiten dat het iemand anders dan verdachte is geweest die daar gepind heeft.

Het enkele feit dat de telefoon van verdachte op telecommasten in de buurt van de plaats delict is aangestraald en er met zijn telefoonnummer contact is geweest met het nummer van getuige [naam 2] , betekent nog niet dat verdachte ook daadwerkelijk daar geweest is en betrokken is geweest bij de diefstal van de kluis. Bovendien kan niet worden vastgesteld wat de handelingen zijn die verdachte dan bij het weghalen van de kluis verricht zou hebben. Gelet hierop is de verdediging van mening dat verdachte vrijgesproken moet worden van het wegnemen van de kluis, zoals onder feit 1 ten laste is gelegd.

Feit 2 kan wel wettig en overtuigend bewezen worden verklaard, maar dan alleen ten aanzien van de pintransactie in de kledingzaak [naam 6] en niet in de medeplegenvariant.

Oorspronkelijk parketnummer 02-210660-19; feit 3

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat op grond van het dossier niet zomaar gezegd kan worden dat de twee mannen die in huis waren om werkzaamheden te verrichten ook de mannen waren die de inhoud van de kluis hebben weggenomen. Het bedrijf [naam 3] is daar bezig geweest. Wellicht is het [naam 5] die justitie moet hebben?

De telefoon van verdachte is aangestraald op telecommasten in de buurt en met dat telefoonnummer is contact geweest met buurtbewoners van mevrouw [naam 1] . Dat daarmee gesteld kan worden dat verdachte op de plaats delict was, wordt door de verdediging bestreden. Er is geen herkenning en er is geen technisch bewijs in het dossier voorhanden. Dit geldt ook voor het medeplegen. Op grond van het dossier kan niet vastgesteld worden dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT