Uitspraak Nº 02/266901-19. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2022-10-31

ECLIECLI:NL:RBZWB:2022:6318
Docket Number02/266901-19
Date31 Octubre 2022
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht

Zittingsplaats: Breda

parketnummer: 02/266901-19

vonnis van de meervoudige kamer van 31 oktober 2022

in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats]

wonende aan de [adres]

thans gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad

raadsman mr. C. Crince Le Roy, advocaat te Amsterdam

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 17 oktober 2022. Verdachte is niet verschenen; hij heeft schriftelijk afstand gedaan van zijn recht ter zitting te verschijnen.

Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsman. De officier van justitie,

mr. C. de Pagter, en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat

Feit 1
verdachte samen met een ander een hoeveelheid van 514 gram hennep heeft vervoerd.

Feit 2
verdachte samen met een ander een pistool en 12 kogelpatronen voorhanden heeft gehad.

3 De voorvragen

De dagvaarding is geldig.

De rechtbank is bevoegd.

De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.

Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de aan hem tenlastegelegde feiten heeft begaan en baseert zich daarbij op het volgende. Voor feit 1 wijst de officier van justitie op de bekennende verklaring van verdachte. Voor feit 2 wijst de officier van justitie op het feit dat het wapen is aangetroffen in een verborgen ruimte in de auto waarin verdachte en zijn medeverdachte zijn aangehouden. Verdachte wist ervan en had het wapen zo kunnen pakken. De officier van justitie acht hierdoor wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de feitelijke beschikkingsmacht over het wapen heeft gehad en het daarmee in juridische zin voorhanden heeft gehad. Dat het wapen alleen door de medeverdachte zou zijn vastgehouden doet hier niks aan af.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging refereert zich ten aanzien van feit 1 aan het oordeel van de rechtbank nu verdachte hierover een bekennende verklaring heeft afgelegd. Ten aanzien van feit 2 verzoekt de verdediging verdachte vrij te spreken. Volgens de verdediging komen er meer aanknopingspunten voor het verhaal van verdachte naar voren dan voor het verhaal van aangevers. Het wapen is door de medeverdachte van aangevers afgepakt en door de medeverdachte in een vakje boven in de auto weggestopt. Verdachte heeft niet de beschikkingsmacht over het wapen gehad.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

4.3.1

De bewijsmiddelen

De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.

4.3.2

De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs

Feit 1

Op grond van de in de bewijsbijlage opgenomen bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van verdachte, acht de rechtbank het onderhavige aan verdachte tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.

Feit 2

Voor een bewezenverklaring van het voorhanden hebben van een vuurwapen en/of munitie moet vast komen te staan dat verdachte het wapen en/of de munitie bewust aanwezig had en dat hij daarover de feitelijke macht kon uitoefenen, in de zin dat hij daarover kon beschikken (ECLI:NL:HR:2020:504).

Verdachte was zich bewust van de aanwezigheid van het wapen. Hij heeft immers verklaard dat een van de aangevers een vuurwapen trok, dat zijn vriend naar de tas van de betreffende aangever greep en de tas vervolgens los kwam. Het vuurwapen zat nog in die tas toen ze wegrenden en hij heeft het wapen gezien toen ze in de auto wegreden. De medeverdachte verklaart dat hij tijdens het rijden het magazijn uit het wapen heeft gehaald en zag dat er kogels in zaten. Verdachte zat op dat moment naast de medeverdachte in de auto en moet dit dan ook hebben meegekregen. Verdachte was zich dus ook bewust van de aanwezigheid van de munitie. De medeverdachte heeft het wapen vervolgens volgens zijn zeggen weggestopt in een verborgen ruimte in het dak van de auto, ter hoogte van de voorstoelen, waar het wapen, met daarin...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT