Uitspraak Nº 02-800351-18. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2019-01-29

ECLIECLI:NL:RBZWB:2019:364
Date29 Enero 2019
Docket Number02-800351-18
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht

Zittingsplaats: Breda

parketnummer: 02/800351-18

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 29 januari 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats]

wonende te [adres 1] , Goirle

raadsvrouw mr. A.H.J. Raaijmakers, advocaat te Oisterwijk.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 15 januari 2019, waarbij de officier van justitie, mr. Peters, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat:

1.

hij op of omstreeks 20 mei 2018 te Tilburg ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [naam 1] opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade van het leven te beroven,

- een foto van een mes en/of een aanzetstaal heeft gemaakt en/of (vervolgens) een what's appgroep heeft aangemaakt met als groepsnaam 'Hij is aan de beurt' en/of daarbij als groepsafbeelding die foto van het mes en/of het aanzetstaal heeft gebruikt en/of

- in die what's appgroep een bericht heeft gestuurd met als inhoud: 'Ik ben onderweg hij gaat kapot' en/of

- ( vervolgens) met een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, naar het verzorgingshuis ' [verzorgingstehuis] ' is gegaan, alwaar die [naam 1] op dat moment verbleef en/of

- ( vervolgens) het verzorgingshuis ' [verzorgingstehuis] ' is binnengedrongen door de forcering, danwel verbreking van een (openstaand) raam en/of (vervolgens) is ingeklommen en/of

- ( vervolgens) op de afdeling [afdeling 1] van [verzorgingstehuis] terecht is gekomen en/of heeft getracht deuren en/of ramen te forceren / te verbreken / in te slaan, teneinde zich te kunnen begeven naar de afdeling waar die Jansen zich op dat moment bevond terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 20 mei 2018 te Tilburg ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenis van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord (art. 289 Wetboek van Strafrecht) en/of doodslag (art. 287 Wetboek van Strafrecht) gericht tegen [naam 1] opzettelijk een mes, althans een scherp voorwerp, welk voorwerp bestemd was tot het begaan van dat/die misdrijf/misdrijven, voorhanden heeft gehad;

2.

hij op of omstreeks 20 mei 2018 te Tilburg opzettelijk en wederrechtelijk een raam en/of mu(u)r(en) en/of (brand)deuren en/of een keukenblad, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [stichting] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;

3.

hij op of omstreeks 20 mei 2018 te Tilburg [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] en/of [naam 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door met een mes, althans een scherp/puntig voorwerp,

- het verzorgingstehuis ' [verzorgingstehuis] ' is binnengedrongen, alwaar die [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] en/of [naam 6] werkzaam/aanwezig was/waren en/of

- ( vervolgens) met dat mes, althans scherp/puntig voorwerp, voor die [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] en/of [naam 6] heeft gestaan en/of

- ( vervolgens) in de richting van en/of op die [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] en/of [naam 6] is afgegaan en/of tegen meerdere deuren en/of ramen heeft geslagen en/of getrapt en/of aldus in elk geval door zijn, verdachtes, gebaren, gedragingen en/of handelingen voor die [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] en/of [naam 6] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.

3 De voorvragen

De dagvaarding is geldig.

De rechtbank is bevoegd.

De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.

Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 1 impliciet primair (poging doodslag), feit 2 (vernieling) en feit 3 (bedreiging) heeft begaan en baseert zich daarbij op de verklaring van verdachte tegenover verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , de aangifte van [stichting] , de aangiftes en getuigenverklaringen van medewerkers van [verzorgingstehuis] [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 6] , de foto’s in het dossier en de What’sApp-berichten uit het onderzoek aan de telefoon van verdachte. De officier van justitie acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte gehandeld heeft met voorbedachte raad. Uit het dossier volgt weliswaar dat verdachte de tijd heeft gehad zich te beraden, maar er zijn contra-indicaties waaruit volgt dat verdachte in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling en een doorlopende drift heeft gehandeld.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van de onder 1 primair tenlastegelegde poging moord/poging doodslag. Uit het dossier volgt dat verdachte in een hevige gemoedsopwelling gehandeld heeft en er dus geen sprake is van voorbedachte raad. Er is geen confrontatie tussen het beoogde slachtoffer, de vader van verdachte, en verdachte geweest. Hierdoor kan er geen sprake zijn van een strafbare poging. Er is geen sprake van een begin van uitvoering. De subsidiair tenlastegelegde voorbereidingshandelingen voor doodslag, kunnen wel wettig en overtuigend bewezen worden. Feit 2 (vernieling) en feit 3 (bedreiging) kunnen wettig en overtuigend worden bewezen. Verdachte heeft in [verzorgingstehuis] zaken vernield en de medewerkers mochten de handelingen van verdachte opvatten als een bedreiging.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Namens [stichting] is aangifte gedaan van vernieling.

Op 20 mei 2018 omstreeks 22:30 uur is bij [stichting] , locatie [verzorgingstehuis] te Tilburg, een man wederrechtelijk het gebouw binnengedrongen. Het betreft een verpleeginrichting. De man heeft een raam van een kamer van een bewoner geforceerd door dit met kracht open te trekken en zich vervolgens de toegang tot het gebouw verschaft. In het gebouw heeft de man diverse vernielingen gepleegd. Hij heeft onder andere met een mes in muren, deuren en een keukenblad gestoken waardoor deze zijn vernield. Ook heeft hij een branddeur uit zijn geleiding geschopt of geduwd waardoor deze vernield is1.

Een aantal medewerkers van [stichting] heeft aangifte gedaan van bedreiging en/of een getuigenverklaring afgelegd.

[naam 2] heeft in haar aangifte verklaard dat zij rond 22:30 uur gebeld werd door een collega van de nachtdienst ( [naam 4] ). [naam 4] vertelde haar dat zij iemand naar binnen zag kijken en dat ze het niet vertrouwde. [naam 2] heeft gekeken of er bij het raam iemand stond. Zij zag een man uit kamer nummer 11 komen. Zij belde haar collega [naam 3] en zei dat er iemand binnen stond en een mes bij zich had. [naam 2] is toen de huiskamer ingegaan om rust te creëren onder de cliënten. Toen ze terug naar buiten liep zag ze de man weer, op ongeveer 5 meter van haar vandaan. Hij kwam heel snel op haar af met zijn mes in zijn hand. Het mes had hij in zijn rechterhand vast, op schouderhoogte en hij hield dit daar. Hij liep met een stevige pas, niet rennend. Ze voelde zich bedreigd en is weggerend. Toen hij op haar afliep zei hij niets. Hij keek haar wel aan, met paniek en woede in zijn gezicht. De grootte van het mes was ongeveer 30 centimeter2.

[naam 4] heeft verklaard dat zij, nadat zij [naam 2] gesproken had, samen met [naam 6] , die ook nachtdienst had, naar de afdeling is gerend. Toen ze op de afdeling kwamen, zag zij een man op een paar meter afstand voor zich, zij denkt ongeveer 6 meter. [naam 6] stond achter haar toen ze hem zag met het mes. Het mes was 30 of 40 centimeter en helemaal paars. Ze kwam oog in oog met hem en [naam 6] ook. Zij herinnert zich zijn strakke blik en strakke mimiek. Hij keek haar echt strak aan. [naam 6] trok haar van de afdeling. Zij is naar de gang buiten de afdeling, bij de binnentuin gelopen. Ze zag hem daarna over een andere gang lopen, dan waar zij stond. Hij had het mes vast en hield dit voor zich. Hij had het mes met de punt naar voren gericht, op borsthoogte, alsof hij het mes paraat had. Hij bonkte af en toe op ramen waar hij voorbij liep3.

[naam 6] heeft verklaard dat een man op de afdeling met een mes tegen van alles aan het steken was. Hij rende heen en weer en kwam heel dreigend over. Ze was bang en trok [naam 4] naar achteren, zodat ze weg konden. Het was een groot mes4.

[naam 5] heeft verklaard dat zij rond 22:45 uur bezig was met de overdracht aan collega’s en toen een hoop gebonk en geschreeuw van beneden hoorde komen. Zij zag in de binnentuin een man staan. Ze hoorde dat hij hard aan het schreeuwen was en ze zag dat hij met de terrasstoelen richting een raam of deur gooide. Ze is vervolgens naar beneden gelopen. Toen ze met haar rug naar de rokersruimte stond, keek ze op de branddeur die helemaal uit de rails was en een stukje open stond. Ze belde naar [naam 3] , die fluisterend zei dat ze de afdeling niet op moest komen. Aan de andere kant van de branddeur zag ze toen een man aan komen lopen met een mes in zijn handen. Deze man keek haar recht aan. De man zei niks tegen haar, hij keek haar alleen aan. Hij had een paars mes vast met gaten in het lemmet. Het mes was zo’n 30 centimeter lang5.

[naam 3] heeft verklaard dat toen [naam 2] in de huiskamer was met vijf of zes bewoners, zij in de rookruimte was met de bewoner van kamer 11. Zij hoorde [naam 2] door de telefoon gillen en roepen: “hij is binnen, hij heeft een mes!” Vervolgens werd de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT