Uitspraak Nº 03/661047-18. Rechtbank Limburg, 2020-12-21

ECLIECLI:NL:RBLIM:2020:10139
Docket Number03/661047-18
Date21 Diciembre 2020
RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond

Strafrecht

Parketnummer: 03/661047-18

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 21 december 2020

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geb plaats en datum] 1979,

wonende te [adres] .

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 07 december 2020. De verdachte is verschenen. De officier van justitie en de verdachte hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:

feit 1: op 07 november 2017 een auto heeft gestolen door middel van een valse sleutel, dan wel dat hij medeplichtig is geweest aan deze diefstal;

feit 2: op 13 november 2017 een auto heeft gestolen door middel van een valse sleutel, dan wel dat hij deze auto heeft geheeld.

Daarnaast zijn er drie strafbare ad info feiten (vermeld op de dagvaarding) ter kennis van de rechtbank gebracht. De ad info feiten onder 1 en 3 zijn ter terechtzitting door de verdachte bekend en ad info feit 2 heeft hij ontkend. De rechtbank zal - in het geval van strafoplegging - ook met de ad info feiten onder 1 en 3 rekening houden. De verdediging heeft hiermee ingestemd.

3 De beoordeling van het bewijs
3.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat het ten laste gelegde onder 1 subsidiair en

2 subsidiair zal worden bewezen verklaard. Van feit 1 primair en 2 primair dient de verdachte te worden vrijgesproken.

3.2

Het standpunt van de verdachte

De verdachte ontkent het ten laste gelegde.

3.3

Het oordeel van de rechtbank 1

Feit 1

Met de officier van justitie en de verdachte, is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijsmateriaal voorhanden is om te komen tot het bewijs dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de autodiefstal. Verdachte zal daarvan dan ook worden vrijgesproken. Wel acht de rechtbank het onder 1 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

Bewijsmiddelen

[naam] 2 deed op 07 november 2017 aangifte namens Iveton Automobielen te Well en de eigenaar van de auto, [slachtoffer] . [naam] verklaarde als volgt:

Vandaag 07 november 2018 zag ik dat er drie mannelijke personen mijn terrein opgelopen kwamen. Een van deze personen herkende ik. Deze was namelijk enkele maanden geleden al eens bij mij geweest. Het was de langste van de drie mannen. Hij wilde toen een proefrit maken, maar toen ik zei dat ik dan mee zou rijden hoefde het niet meer. Vandaag kwamen de drie het kantoor ingelopen en een van hen zei dat hij was geïnteresseerd in een zwarte Golf die er stond en hij vroeg of hij er een proefrit in kon maken. Vervolgens hebben we een proefrit gemaakt. Ik ben zelf meegereden met twee van hen. Die lange man is op het bedrijf achtergebleven. Toen wij na een paar minuten terugkwamen was die lange man er niet meer. De twee zeiden dat ze er nog over moesten nadenken en vervolgens liepen ze van het terrein af. Op het terrein zag ik een ‘gat’ tussen de geparkeerde rij auto’s. Er was een auto weg. Op die plek had een zwarte BMW geparkeerd gestaan. De auto was voorzien van Duitse kentekenplaten [nummer 1] . De sleutels hadden op het bureau gelegen in de kantoorruimte waar die drie mannen binnen zijn geweest. Deze sleutel was ook weg. De BMW is eigendom van [slachtoffer] .

[medeverdachte 1] 3 verklaarde op 21 november 2017 als volgt:

Een zwarte BMW van de 7-serie heb ik met twee andere jongens in Well meegenomen. Het was een Duitse auto met Duitse platen. Daar zijn andere platen opgezet.

[medeverdachte 1] 4 verklaarde op 22 november 2017 als volgt:

We zijn met drie man bij die garage geweest. [medeverdachte 2] , [verdachte] en ik. [verdachte] en [medeverdachte 2] zijn met die garagehouder een proefrit gaan maken in een Golf. Ik ben in de garage achtergebleven toen zij zijn weggereden. Ik ben naar binnen gelopen en zag daar toen meteen een autosleutel op tafel liggen. Ik heb die sleutel gepakt en ben ermee naar buiten gelopen. Drukkend op de knop merkte ik dat een zwarte BMW opensprong. Ik ben in die BMW gestapt en ben ermee weggereden. Het kenteken was met KLE en WN. Waar die Nederlandse platen vandaan komen weet ik niet. [verdachte] heeft daarvoor gezorgd. Die originele Duitse platen heb ik weggelegd. Het klopt inderdaad dat ik daar een lange tijd geleden ben geweest om te kijken voor een auto.

De verdachte5 verklaarde op 22 november 2017 als volgt:

De BMW heeft [medeverdachte 1] weggenomen in Well bij een autohandelaar. Dit had hij gedaan toen ik een proefrit maakte met [medeverdachte 2] samen in een Volkswagen Golf.

De rechtbank overweegt als volgt. Uit de aangifte en de verklaring van [medeverdachte 1] blijkt dat hij al voor 07 november 2017 bij de autogarage in Well is geweest. Naar aanleiding van dat bezoek was het hem bekend dat een proefrit enkel samen met de eigenaar van de autogarage en/of een medewerker daarvan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT