Uitspraak Nº 03/702592-20. Rechtbank Limburg, 2020-12-22

ECLIECLI:NL:RBLIM:2020:10107
Docket Number03/702592-20
Date22 Diciembre 2020
RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht

Strafrecht

Parketnummer : 03/702592-20

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 22 december 2020

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1989,

wonende te [adres] .

De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.M.E. van den Heuvel, advocaat kantoorhoudende te Landgraaf.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is gelijktijdig, doch niet gevoegd, inhoudelijk behandeld met de tegen verdachte aanhangige strafzaak met parketnummer 03/260046-20 op de zitting van 8 december 2020. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte meerdere keren ontucht heeft gepleegd met een dan wel twee minderjarige prostituees.

3 De beoordeling van het bewijs
3.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het feit op alle onderdelen bewezen. Dit volgt uit de verklaring van [slachtoffer 1] , de verklaring van de verdachte en het app-verkeer tussen de verdachte en de werktelefoon van de minderjarige prostituees. De verdachte heeft in de tenlastegelegde periode zich tweemaal tegen betaling laten aftrekken door [slachtoffer 1] . Later heeft hij zich tijdens een afspraak tegen betaling door [slachtoffer 1] laten pijpen en door [slachtoffer 2] laten aftrekken.

3.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit gedeeltelijk bewezen kan worden. Slechts bewezen kan worden dat de verdachte in de tenlastegelegde periode éénmaal ontuchtige handelingen met de minderjarige vrouwen heeft gepleegd. Onduidelijk is namelijk wanneer eerdere afspraken plaatsgevonden hebben en of dit binnen de ten laste gelegde periode viel. Verder dient vrijspraak te volgen voor het eerste gedachtestreepje uit de tenlastelegging: uit het dossier blijkt immers niet dat de verdachte de minderjarige vrouwen heeft aangeraakt/betast.

3.3

Het oordeel van de rechtbank 1

Bewijsmiddelen

In het onderzoek [Naam onderzoek] heeft de politie de telefoongegevens van de ‘werktelefoon’ van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] onderzocht. Deze minderjarige vrouwen boden seks tegen betaling aan op verschillende sites. In het onderzoek kon men diverse klanten van de vrouwen achterhalen. In de werktelefoon van de vrouwen bleek een simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] te hebben gezeten.2 Op 27 mei 2019 heeft dit telefoonnummer contact gelegd met telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Uit het app-gesprek blijkt dat er die avond een seksafspraak wordt gemaakt. De gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 1] stuurt om 20:36 uur naar de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 2] : “voor ons beide is 90 euro. Mijn vriendin zal je trekken en ik geef je blowjob met condoom. En mij zou je dan mogen aanraken. Mij ken je ook dus is ook beter haha”. 3

De verdachte heeft op 11 november 2019 bij de politie verklaard dat hij de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 2] is.4 Verder heeft de verdachte verklaard dat hij ongeveer

4-7 maanden eerder een betaalde seksafspraak heeft gehad met twee vrouwen bij hem thuis in Brunssum . De ene vrouw, met wie hij al twee keer eerder had afgesproken, heeft hem gepijpt en de andere vrouw heeft hem afgetrokken.5

Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij niet meer precies weet hoe vaak hij met de ene vrouw ([slachtoffer 1]) heeft afgesproken en welke seksuele handelingen zij verricht heeft de keren dat zij alleen met hem afsprak. De verdachte denkt zich te kunnen herinneren dat [slachtoffer 1] hem toen alleen heeft afgetrokken.

[slachtoffer 1] , [geboortedatum 2] , heeft verklaard dat zij in januari 2019 haar toenmalige vriend heeft leren kennen en toen in de prostitutie is gaan werken. Eerst alleen, later samen met [slachtoffer 2] . Als [slachtoffer 1] wordt geconfronteerd met het app-contact met het telefoonnummer van de verdachte, verklaart zij in totaal drie keer bij de verdachte te zijn geweest. Ze is er twee keer alleen geweest en één keer samen met [slachtoffer 2] . De eerste keer vond de afspraak plaats in Kerkrade en de tweede en derde keer in Brunssum bij de verdachte thuis. [slachtoffer 2] heeft toen de klant afgetrokken en [slachtoffer 1] heeft hem gepijpt. Voor de seksuele handelingen werd door de verdachte betaald.6

[slachtoffer 2] , [geboortedatum 3] , heeft verklaard dat zij samen met [slachtoffer 1] bij de verdachte thuis in Brunssum is geweest en dat [slachtoffer 1] had verteld dat zij hem al eens eerder als klant had gehad.7

Bewijsoverweging

De rechtbank acht op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte zich in de ten laste gelegde periode tweemaal tegen betaling heeft laten aftrekken door [slachtoffer 1] en dat hij zich later, op 27 mei 2019, tegen betaling door [slachtoffer 1] heeft laten pijpen, terwijl [slachtoffer 2] hem aftrok. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] waren op dat moment nog minderjarig, zodat het ten laste gelegde feit bewezen kan worden. Dat alle afspraken hebben plaatsgevonden binnen de ten laste gelegde periode leidt de rechtbank af uit de verklaring van [slachtoffer 1] .

Op grond van de stukken in het dossier kan niet bewezen worden dat de verdachte...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT