Uitspraak Nº 05-128427-20. Rechtbank Gelderland, 2020-12-28
ECLI | ECLI:NL:RBGEL:2020:7015 |
Date | 28 Diciembre 2020 |
Docket Number | 05-128427-20 |
Court | Rechtbank Gelderland (Neederland) |
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/128427-20
Datum uitspraak : 28 december 2020
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1973 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsman: mr. J.A. Schadd, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 10 mei 2020 te Huissen, gemeente Lingewaard tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk, al dan niet met voorbedachten rade, van het leven te beroven, opzettelijk die [slachtoffer]
- heeft vastgepakt en met kracht tegen de grond heeft gegooid, waarbij het hoofd van die [slachtoffer] (met kracht) tegen de muur knalde en/of (vervolgens), terwijl die [slachtoffer] op de grond lag, meermalen, althans eenmaal, - met kracht, met de gebalde vuist(en) in het gezicht, althans tegen het hoofd en/of in de hals heeft gestompt en/of geslagen en/of
- met kracht, met de geschoeide voet(en) in het gezicht, althans tegen het hoofd en/of in de rug, althans tegen het bovenlichaam heeft geschopt en/of getrapt, waarbij (telkens) het hoofd van die [slachtoffer] , met kracht, tegen de muur is gekomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 mei 2020 te Huissen, gemeente Lingewaard tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk, al dan niet met voorbedachten rade, zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk die [slachtoffer]
- heeft vastgepakt en met kracht tegen de grond heeft gegooid, waarbij het hoofd van die [slachtoffer] (met kracht) tegen de muur knalde en/of (vervolgens), terwijl die [slachtoffer] op de grond lag, meermalen, althans eenmaal, - met kracht, met de gebalde vuist(en) in het gezicht, althans tegen het hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of
- met kracht, met de geschoeide voet(en) in het gezicht en/of de hals althans tegen hoofd en/of in de rug, althans tegen het bovenlichaam heeft geschopt en/of getrapt, waarbij (telkens) het hoofd van die [slachtoffer] , met kracht, tegen de muur is gekomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 mei 2020 te Huissen, gemeente Lingewaard tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet met voorbedachten rade, [slachtoffer] heeft mishandeld, immers heeft hij, verdachte, die [slachtoffer]
- vastgepakt en met kracht tegen de grond gegooid, waarbij het hoofd van die [slachtoffer] (met kracht) tegen de muur knalde en/of (vervolgens), terwijl die [slachtoffer] op de grond lag, meermalen, althans eenmaal, - met kracht, met de gebalde vuist(en) in het gezicht, althans tegen het hoofd gestompt en/of geslagen en/of
- met kracht, met de geschoeide voet(en) in het gezicht en/of de hals althans tegen het hoofd en/of in de rug, althans tegen het bovenlichaam geschopt en/of getrapt, waarbij (telkens) het hoofd van die [slachtoffer] , met kracht, tegen de muur is gekomen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier heeft gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde feit, poging moord dan wel poging doodslag. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het subsidiair tenlastegelegde feit, te weten een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade. Verdachte heeft [slachtoffer] vaak en met kracht geslagen met zijn vuisten en hem geschopt terwijl hij op de grond lag. Verder is sprake van voorbedachte rade. Verdachte heeft vooraf rekening gehouden met het feit dat [slachtoffer] in de woning van aangeefster aanwezig zou kunnen zijn en dat de situatie uit de hand zou kunnen lopen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat sprake is van voorbedachte rade. Verdachte heeft immers verklaard dat hij niet zeker wist of [slachtoffer] bij aangeefster thuis zou zijn. Hij is ook niet met die bedoeling naar de woning gegaan. Verder heeft de verdediging gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte [slachtoffer] heeft geschopt. Verdachte heeft [slachtoffer] een aantal keer tegen zijn lichaam en één keer tegen zijn hoofd geslagen. Hiermee heeft verdachte niet de aanmerkelijke kans aanvaard op de dood dan wel het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, zodat verdachte van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken. Het meer subsidiair tenlastegelegde kan wel wettig en overtuigend bewezen worden.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het primair tenlastegelegde
Evenals de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft willen beroven. Het handelen van verdachte heeft ook niet de aanmerkelijke kans op de dood van [slachtoffer] opgeleverd, zodat ook geen sprake is van voorwaardelijk opzet. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het primair tenlastegelegde.
Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde
Verdachte heeft verklaard dat hij op 10 mei 2020 in gezelschap van zijn zoon naar de woning van zijn ex in Huissen, gemeente Lingewaard, is gegaan. De deur van die woning werd geopend door [slachtoffer] . Vervolgens heeft verdachte [slachtoffer] ongeveer vier à vijf keer met kracht en met zijn vuisten geslagen, zowel tegen zijn hoofd als zijn lichaam.2
Aangeefster heeft verklaard dat verdachte [slachtoffer] op de grond viel, verdachte van zijn hand een vuist maakte en meerdere malen met kracht tegen het hoofd [slachtoffer] sloeg.3
[slachtoffer] heeft verklaard dat hij voelde dat verdachte hem meermalen met vuistslagen op zijn hoofd raakte terwijl hij op de grond lag. Hij hoorde vervolgens een piep in zijn oor en is even zijn bewustzijn verloren.4
Bij [slachtoffer] is letsel geconstateerd bestaande uit een bloeduitstorting aan de oorschelp links, bloed achter het trommelvlies links met verminderd gehoor. Verder was sprake van tinnitus.5
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte meermaals met kracht en met zijn vuisten heeft geslagen tegen het hoofd van [slachtoffer] terwijl hij op de grond lag. De verklaring van verdachte dat hij [slachtoffer] niet tegen het hoofd heeft geslagen terwijl hij op de grond lag, wordt weerlegd door de verklaringen van aangeefster en [slachtoffer] .
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte [slachtoffer] ook geschopt heeft. In het dossier bevindt zich een foto van het...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT