Uitspraak Nº 05.264491.21. Rechtbank Gelderland, 2022-10-25

ECLIECLI:NL:RBGEL:2022:6001
Docket Number05.264491.21
Date25 Octubre 2022
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Zutphen

Parketnummer: 05.264491.21

Datum uitspraak : 25 oktober 2022

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortejaar 2000] in [geboorteplaats] ,

wonende aan de [adres] ,

raadsman: mr. B. Pernot, advocaat in Wijchen.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

1.

hij op of omstreeks 10 juni 2021 te Rijswijk, gemeente Buren, althans in Nederland, aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten één of meerdere zwelling(en)/kneuzing(en) op/aan het hoofd en/of een gebroken jukbeen en/of een hersenschudding en/of een puntbloeding

in de hersenen, heeft toegebracht door die [slachtoffer 1] één of meerdere malen op/tegen de kaak en/of (voluit) op/tegen het gezicht, althans op/tegen het hoofd te slaan/stompen en/of te schoppen/trappen;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 10 juni 2021 te Rijswijk, gemeente Buren, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, die [slachtoffer 1] één of meerdere malen op/tegen de kaak en/of (voluit) op/tegen het gezicht, althans op/tegen het hoofd te slaan/stompen en/of te

schoppen/trappen, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 10 juni 2021 te Rijswijk, gemeente Buren, althans in Nederland, [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] één of meerdere malen op/tegen de kaak en/of (voluit) op/tegen het gezicht, althans op/tegen het hoofd te slaan/stompen en/of te schoppen/trappen, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten één of meerdere zwelling(en)/kneuzing(en) op/aan het hoofd en/of een gebroken jukbeen (althans een breuk in het (aan)gezicht) en/of een

hersenschudding en/of een puntbloeding in de hersenen ten gevolge heeft gehad;

2.

hij op of omstreeks 10 juni 2021 te Rijswijk, gemeente Buren, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, die [slachtoffer 2] één of meerdere malen op/tegen de kaak en/of (voluit) op/tegen het gezicht, althans op/tegen het hoofd te slaan/stompen en/of te schoppen/trappen (waaronder een zogenaamde draaiende high kick), terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 10 juni 2021 te Rijswijk, gemeente Buren, althans in Nederland, [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] één of meerdere malen op/tegen de kaak en/of (voluit) op/tegen het gezicht, althans op/tegen het hoofd te slaan/stompen en/of te schoppen/trappen (waaronder een zogenaamde draaiende high kick), terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten een hersenschudding en/of één of meerdere zwelling(en)/kneuzing(en) op/aan het (linker)oog en/of het hoofd en/of een open lip en/of een (deels) (af)gebroken (voor)tand en/of een glazuurbarst op een (voor)tand en/of één of meerdere krassen op de keel ten gevolge heeft gehad.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het subsidiair tenlastegelegde onder feit 1 en het primair tenlastegelegde onder feit 2. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en nader toegelicht.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft bepleit dat ten aanzien van feit 1 het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. Daarnaast kan ook niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij [slachtoffer 1] . Verdachte dient dan ook vrijgesproken te worden van het primair en subsidiair tenlastegelegde. Verdachte dient partieel vrijgesproken te worden van het meer subsidiair tenlastegelegde. Wat betreft een bewezenverklaring van de mishandeling refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman bepleit dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat voor het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij [slachtoffer 2] . Er kan ook niet wettig en overtuigend worden bewezen dat sprake is van zwaar lichamelijk letsel. De raadsman verzoekt de rechtbank om verdachte vrij te spreken voor feit 2 primair en partieel vrij te spreken voor het subsidiair tenlastegelegde. Voor wat betreft een bewezenverklaring van mishandeling onder feit 2 subsidiair refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.

Beoordeling door de rechtbank

Feit 1

De rechtbank komt tot het wettig en overtuigend bewijs van de mishandeling van [slachtoffer 1] . Daarvoor zijn de volgende bewijsmiddelen doorslaggevend.

[slachtoffer 1] was op 10 juni 2021 op een strandje in Rijswijk. Om ongeveer 21:00 uur is hij geslagen door een jongen. [slachtoffer 1] weet niet meer hoe hij is geslagen of waar hij precies is geslagen.2 Uit de geneeskundige verklaring blijkt dat [slachtoffer 1] een aangezichtsfractuur sinus maxillaris aan de linkerzijde heeft en een zwelling van de kaak aan de rechterzijde.3

Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij zag dat [slachtoffer 1] in zijn gezicht werd getrapt door [verdachte] .4 Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij zag dat [slachtoffer 1] door [verdachte] op zijn kaak werd geraakt. Hij weet niet meer of dat een schop of een klap was. [slachtoffer 1] ging knock-out in het water.5 De politie heeft een verklaring opgenomen van een jongen die getuige was van de mishandeling, maar deze wilde volledig anoniem blijven. Deze getuige vertelde dat de jongen zonder het gips naar [slachtoffer 1] liep en [slachtoffer 1] twee harde hoeken met zijn vuisten tegen de linker en rechter zijkant van zijn hoofd gaf. Hierdoor ging [slachtoffer 1] gelijk gestrekt.6

Ten aanzien van de primair tenlastegelegde zware mishandeling

De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan zware mishandeling. Daartoe overweegt de rechtbank dat hetgeen uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de aard van het letsel, de noodzaak en aard van medisch ingrijpen en de verwachte herstelduur ontoereikend is om het letsel als zodanig aan te merken. De rechtbank spreekt verdachte dan ook vrij van het primair tenlastegelegde.

Ten aanzien van de subsidiair tenlastegelegde poging zware mishandeling

De rechtbank acht ook niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De getuigenverklaringen lopen uiteen over de toedracht: sommigen spreken van slaan, anderen over trappen. [slachtoffer 1] geeft zelf aan dat hij is geslagen door verdachte. Mede gelet op het letsel dat bij [slachtoffer 1] is ontstaan, zowel links als rechts op de kaak, acht de rechtbank bewezen dat verdachte [slachtoffer 1] twee slagen heeft toegediend. Het geven van twee vuistslagen is echter onvoldoende om te kunnen oordelen dat er een aanmerkelijke kans was dat het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. De rechtbank spreekt verdachte dan ook vrij van het subsidiair tenlastegelegde.

Ten aanzien van het meer subsidiair tenlastegelegde mishandeling

Wel acht de rechtbank bewezen dat verdachte [slachtoffer 1] heeft mishandeld door meerdere malen op de kaak en het gezicht te slaan waardoor een zwelling op het hoofd en een breuk in het gezicht is ontstaan. Meerdere getuigen hebben verklaard dat zij hebben gezien dat verdachte [slachtoffer 1] heeft geslagen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het bestanddeel ‘zwaar lichamelijk letsel’ gelet op hetgeen daarover hiervoor is geconcludeerd.

Feit 2

[slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij op 10 juni 2021 samen met vrienden bij het strandje was in Rijswijk. Hij heeft gehoord dat hij knock-out is gegaan en heeft van anderen gehoord dat hij drie keer naar de grond is getrapt. Zelf weet hij dat niet meer. Hij bleek een hersenschudding te hebben.7 De tandarts constateerde een flinke zwelling van de lip en een verdikking ter plaatse van het kaakgewricht/wang. Er was sprake van een kroonfractuur en een glazuurbarst.8

Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij zag dat [slachtoffer 2] een trap in zijn gezicht kreeg van jongen 2. [slachtoffer 2] stond weer op en [getuige 3] zag dat de jongen [slachtoffer 2] weer tegen zijn gezicht trapte, waardoor [slachtoffer 2] knock-out ging.9 Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat hij zag dat jongen 2 [slachtoffer 2] een harde trap in zijn gezicht gaf. Dit was een soort karate trap. De verdachte draaide zich om en gaf een achterwaartse, draaiende trap. Hij raakte [slachtoffer 2] met zijn hak in het gezicht. [slachtoffer 2] ging gelijk stijf achterover neer. [slachtoffer 2] was een paar tellen buiten bewustzijn en stond toen weer op. Toen [slachtoffer 2] weer stond, kreeg hij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT