Uitspraak Nº 05/720389-18. Rechtbank Gelderland, 2019-09-17

ECLIECLI:NL:RBGEL:2019:4169
Date17 Septiembre 2019
Docket Number05/720389-18
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer: 05/720389-18

Datum uitspraak : 17 september 2019

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] ,

wonende te [adres] ,

thans gedetineerd te Vught PPC te Vught,

raadsvrouw: mr. S. Grilk, advocaat te Arnhem.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van

5 februari 2019, 23 april 2019, 9 juli 2019 en 3 september 2019.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij in of omstreeks de periode van 21 oktober 2018 tot en met 22 oktober 2018

in de gemeente Culemborg, [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade

van het leven heeft beroofd, door

- die [slachtoffer] meermalen, in ieder geval éénmaal, met een mes, in ieder

geval met een dergelijk scherp steekvoorwerp, in de borst, in ieder geval in

het lichaam te steken/prikken.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1

Er is met betrekking tot de opzettelijke levensberoving sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt ten aanzien van dit gedeelte van de bewezenverklaring volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 9 juli 2019;

- het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 29 oktober 2018, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] en [verbalisant 2] p. 10;

- een schriftelijk bescheid, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, d.d. 26 oktober 2018 inhoudende pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood, opgemaakt door [naam 1] , arts en patholoog.

Gelet op het voorgaande staat vast dat verdachte [slachtoffer] (hierna: het slachtoffer) op 22 oktober 2018 in hun woning in [plaatsnaam] opzettelijk om het leven heeft gebracht door haar meermalen met een mes in de borst te steken.

Moord of doodslag?

De volgende vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of al dan niet sprake is geweest van voorbedachte rade. Met andere woorden of sprake is van moord of doodslag? Bij doodslag handelt de dader in een opwelling, bijvoorbeeld uit woede. Van moord is sprake als de dader besluit het slachtoffer te doden, hij enige tijd nadenkt of heeft kunnen nadenken over de gevolgen van dit besluit en vervolgens zijn slachtoffer doodt (‘met voorbedachten rade’). Een belangrijke aanwijzing voor moord is dat verdachte de tijd heeft gehad om over de gevolgen van zijn daad na te kunnen denken. Er moet echter altijd worden gekeken of sprake is van contra-indicaties: feiten en omstandigheden die er op wijzen dat verdachte (desondanks) in een opwelling heeft gehandeld.

Voor de beantwoording van deze vraag acht de rechtbank de verklaringen van verdachte afgelegd ter terechtzitting en ten overstaan van de politie van belang en leidt daaruit het volgende af. Verdachte was al geruime tijd achterdochtig richting het slachtoffer en in de avond van 21 oktober 2018 wilde hij hun relatie beëindigen. Hij is rond 22:00 uur naar haar toe gegaan, terwijl zij al in bed lag, om te vragen of ze wilde praten. Nadat hij onenigheid met haar kreeg, heeft hij rond 23:30 uur de codes en wachtwoorden van zijn bankpas, e-mail en Google-account veranderd. Hij heeft toen ook de bankrekeningen vereffend in de wetenschap dat hij naar de gevangenis zou gaan, want hij zou een misdaad begaan. Daarna is hij naast haar op bed gaan liggen, heeft haar in zijn armen genomen en tegen haar gezegd dat dit hun laatste avond was. Daarop is hij naar buiten gelopen om te kijken of er iemand op straat liep in de wetenschap dat hij haar zou gaan doden. Hij verklaart daarover zelf dat hij niemand wilde tegenkomen. Enkele minuten daarna is hij weer naast haar op bed gaan liggen, heeft haar wederom in zijn armen genomen en gezegd dat hij haar zou verstikken. Hij heeft zijn handen om haar keel gedrukt en toen hij merkte dat hij het niet met zijn handen kon doen, bedacht hij zich dat hij haar met een mes moest doden. Hij heeft het slachtoffer toen aan haar haren van de slaapkamer naar de keuken gesleept, omdat hij wist dat op de afzuigkap een groot salade mes lag. Vervolgens heeft hij haar rond 01:30 uur (22 oktober 2018) met het mes in haar hart gestoken. Het slachtoffer heeft zich vanaf het moment in de slaapkamer, toen verdachte haar probeerde te wurgen, tot aan haar laatste momenten in de keuken, voordat verdachte het mes in haar borst stak, hevig verzet.2

Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de voorgaande feiten en omstandigheden dat verdachte geruime tijd (enkele uren) voordat hij het slachtoffer om het leven heeft gebracht het besluit daartoe al had genomen. Daarnaast was hij voorafgaand aan het doden van het slachtoffer op meerdere momenten (ruimschoots) in de gelegenheid om over zijn besluit en de gevolgen hiervan na te denken. Hij heeft dat blijkens zijn verklaringen ook gedaan. Van een gemoedsopwelling zoals door de verdediging is gesteld, is naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen sprake. Andere contra-indicaties zijn niet aannemelijk geworden.

Dat verdachte naar alle waarschijnlijkheid (mede) tot zijn daad is gekomen onder invloed van een stoornis (waarover hierna meer), staat niet in de weg aan het oordeel dat sprake was van voorbedachte raad; die stoornis heeft het inzicht in hetgeen hij deed of het vermogen daarvoor een plan te maken, niet totaal weggenomen.

De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk en met voorbedachte rade het slachtoffer om het leven heeft gebracht.

3 Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:

hij op 22 oktober 2018

in de gemeente Culemborg, [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade

van het leven heeft beroofd, door

- die [slachtoffer] meermalen, in ieder geval éénmaal, met een mes, in ieder

geval met een dergelijk scherp steekvoorwerp, in de borst, in ieder geval in

het lichaam te steken/prikken.

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

moord.

5 De strafbaarheid van het feit ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT